Lcovolc^LA.!€
Lotgevallen van een kleine ondernemer
23
Joop de Jong De jeugd van mijn ouders, Rein en Anna de Jong - Van der Horst ligt in Sneek en
daarover is door hen het meeste verhaald en daarvan heb ik dan ook de meest beel
dende voorstelling. Maar vooral hun Leeuwarder jaren zijn voor de lezer de moei
te waard om kennis van te nemen.
Direct na zijn huwelijk in 1916 vond mijn
vader werk bij steenhouwerij Van der
Meulen in Leeuwarden en het paar ging
wonen in de Bleekerstraat, die deel uit
maakte van de Houtstraten, een arbei
derswijk bij het Rengerspark. Hun huis
was van een wat oudere datum dan de
andere huizen in de wijk en had een
mooie royale uitstraling. Vooral de gang
was prachtig met witmarmeren plavui
zen.
Na de eerste wereldoorlog kwam er grote
arbeidsonrust en bij de steenhouwerij
brak een wilde staking uit. Ook mijn
vader deed daar aan mee. Hoewel de sta
king van de steenhouwers na enige tijd
werd erkend, hadden zij pech dat de sta
king samenviel met een grote havensta
king in Rotterdam. Daardoor was de uit-
keringskas al gauw uitgeput en de
stakingsuitkering niet hoger dan zeven
gulden vijftig in zes weken. De financiële
situatie dreigde op een catastrofe uit te
lopen, ook al omdat mijn broer Gerben
intussen was geboren.
Een goede buurman, winkelier op Cam-
straburen aan de Dokkumer Ee, wist
raad: 'Weet jij wat je moet doen? Huur
voor een dubbeltje per dag een handkar,
neem klompen en sigaren mee in consig
natie en ga de boer op. Boeren hebben
altijd behoefte aan klompen en sigaren. Je
spreekt boerenfries en hebt belangstelling
voor hun bedrijf. Je lult maar met ze mee
en je bent zó je handel kwijt.' Zo gezegd, zo
gedaan. De klompen betrok hij van zijn
zwager in Sneek en de sigaren aanvanke
lijk in consignatie van de toenmalige gros
sier Bottema. Later vulde hij het assorti
ment nog aan met vegers en borstels. Het
bleek al heel gauw dat met de sigaren
enzovoort meer was te verdienen dan met
steenhouwen en zo kwamen mijn ouders
in de handel terecht.
Omdat de goede buurman al oud was en
geen zin meer had in zijn verlopen winkel,
namen mijn ouders de zaak en het woon
huis over, hetgeen werd vastgelegd in een
mondelinge huurovereenkomst. In korte
tijd was het een bloeiende zaak, ook
omdat het jonge, vrolijke mensen waren.
En als er feest was in Sneek of Leeu
warden huurden mijn ouders een tafeltje
of marktkraam en verkochten aan de fees
tende menigte - jawel - klompen, sigaren
en wellicht ook wel eens een borstel.
Zingen in de kerk
In de tijd vlak na de eerste wereldoorlog
was er, zoals gezegd, veel arbeidsonrust.
Daarbij kwam er veel volk op de been en
waren er dikwijls optochten, betogingen
en massale bijeenkomsten op de Leeuwar
der ijsbaan aan het eind van de Bleeker
straat. Bij die manifestaties was veel
Camstraburen aan de Dokkumer Ee. De winkel van het echtpaar De Jong was links van
het schip op de voorgrond. De mast-, blok- en pompmakerij van Miedema is het donke
re gebouw, zichtbaar boven hetzelfde schip