Lcovaë^tA.!€
3
gloppe tevens de hoofdroute naar de
ingang van Gemeenteschool 9. Vanaf okto
ber 1927 was ook de crèche van de Vereni
ging Kinderbewaarplaats via de Kalver-
gloppe te bereiken. Aanvankelijk was deze
in een gedeelte van de school voor Buiten
gewoon Lager Onderwijs (BLO) onderge
bracht, doch na 1931 in een nieuw gedeel
te van die school. De ingang van de
Kalvergloppe aan de Boterhoek was recht
tegenover de straat langs de destijds nog
bebouwde oostzijde van het Oldehoofster-
kerkhof gelegen. Centraal in deze gloppe
stond toen het huis nummer 197. Dit
pand vormde oorspronkelijk één geheel
met nummer 199, waarvan de gevel was
versierd met een gevelsteen met de
afbeelding van een kalf, de letters YBTM
en het jaartal 1743. In 1749 vermeldt
een 18de-eeuws belastingkohier aldaar
Ysbrand Baukes, een suinige rentenier,
die in 1736 was getrouwd met ene Trijntje
Meinderts. Baukes ontving in 1750 een
stukje grond in erfpacht van de stad ter
afronding van zijn bezit aan de Boter
hoek. Samen met Trijntje had hij dus in
1743 het huis Het Kalf laten bouwen. De
daarnaast beginnende, doodlopende steeg
werd daarom Kalvergloppe genoemd (in
1845 ook: Schoolsteeg).
In 1888 kende het buurtje nog 19
woningen, alwaar 21 gezinnen met in
totaal 90 bewoners huisden. Begin 1955
ging de laatste woning in de Kalvergloppe
tegen de vlakte en werd de naam inge
trokken. Helaas werd de oude gevelsteen
eindjaren tachtig van de vorige eeuw ont
vreemd uit de garderobe van het recente
lijk door het HCL verlaten gebouw aan de
Grote Kerkstraat. Slechts de oude Tus-
senschool heeft de tand des tijds weten te
doorstaan. Inmiddels is ingestemd met de
(officieuze) herinvoering van de naam
Kalvergloppe voor het doorloopje tussen
Afük en HCL.
Het Sint Jobsleen
De noordzijde van de Groeneweg tussen
het aan de Boterhoek gelegen voormalige
gebouw van het Rijksarchief (Tresoar) en
het Tournooiveld en aan de zuidzijde het
gedeelte tussen het Heer Ivostraatje en de
Doelestraat heette tot 8 maart 1972, toen
de naam werd ingetrokken, officieel het
Sint Jobsleen. Het Sint Jobsleen was in de
eerste helft van de vorige eeuw een zeer
kleurrijke, levendige buurt, waar lief en
leed vaak hand in hand gingen. In 1955
bevond zich hier nog het tehuis voor
bejaarde, dakloze mannen De Terp, een
dependance van het Stadsverzorgingste-
huis in de Haniasteeg, waaraan het latere
gelijknamige maatschappelijk centrum
De Terp aan de Goudenregenstraat haar
naam zal hebben ontleend. Ook vond men
er het lüzehotel van Aaltje van der Brug,
waar volgens overlevering door arme dak
loze sloebers voor een cent 'op de riem' kon
worden geslapen, dat wil zeggen voorover
gebogen met de armen gesteund op een
riem. Na het kraaien van de haan werd de
riem aan één kant losgemaakt, waardoor
de slapers naar beneden kwakten en
gegarandeerd ontwaakten om vervolgens
weer in de harde werkelijkheid terug te
keren. Verder vond men er talloze bier
huizen en cafés, zoals Bierhuis Sonnega
en café Van der Veer, waar vaak negers,
Chinezen en Hongaren kwamen die met
'mooie kleedjes' langs de deuren liepen te
leuren. Zeer berucht was het établisse
ment Café de Vriendschap, waar eigenlijk
geen avond zonder ruzie verliep. Het is
allemaal verdwenen.
Wopke Eekhoff vermeldt in zijn
Geschiedkundige Beschrijving van Leeu
warden, dat de zich in deze hoek van de
stad bevindende uitgestrekte hoeveelheid
grond lange tijd onbebouwd is gebleven.
De grond behoorde namelijk toe aan de
voormalige kerk van Oldehove en het in
1458 of 1487 door de priester Jelle Juw-
sma (c.1414-1497) gefundeerde Sint Jacobs-
of Jobsleen. Volledige zekerheid omtrent
het stichtingsjaar kan echter niet worden
gegeven vanwege het ontbreken van een
testament of fundatiebrief.
Jelle Juwsma werd in 1458 vicaris van
de parochie Oldehove en was een half
broer van de alom gewaardeerde Leeu
warder olderman Pieter Sybrants Aucka-
ma, bijgenaamd 'Pinckert'. Deze kwam op
25 juli 1487 bij de verdediging van de stad
tijdens het roemruchte Leeuwarder bier-
oproer, op dramatische wijze om het leven.
De overlevering wil dat de geweldadige
dood van zijn geliefde halfbroer Jelle
Juwsma heeft geïnspireerd tot de funda-
Gevelsteen afkomstig uit het pand 197-199 in de bocht van de Kalvergloppe achter de Boter
hoek (zie foto op pagina 2). De steen is na de sloop in de jaren vijftig overgebracht naar het
Gemeentearchief in de Grote Kerkstraat