Leova.V^ t-A.lt 5 Jobshuis op 't Kerkhoff geeft 's jaars als Steedepacht anderhalve Goudgulden'. Op dat moment bewoont de geestelijke Joan nes Nienhoff de priesterwoning. In de vol gende periode 1582/1583 vinden we in dezelfde rekening als plaatsaanduiding van het huis: 'staende opt noordt van Oudehoofsterkerckhoff'. In dat jaar is door de omwenteling in maart 1580 het huis met andere kerkelijke goederen in en rond Leeuwarden aan het bestuur van de stad vervallen. Bleef in de eerste pastorie van Oldehove, op de hoek van de Grote Kerkstraat en het Heer Ivostraatje, de voormalige deken en hoofdpriester - naamgever van deze straat - Heer Ivo Johannis wonen, de tweede pastorie werd verhuurd aan de predikant Johannes Arcerius. Dit moet dus het huis van het Sint Jobsleen zijn geweest. In latere jaren moet het pand van het Sint Jobsleen in verval zijn geraakt. In 1658 wordt name lijk in een koopakte van 21 mei van dat jaar gesproken over 'de olde Leens huy- singhe ofte reet'. De Swaentiedijck of -dijckswal In 1645 werd na maanden juridisch gesteggel inzake het recht van beneficium tussen Willem Heeres Wiarda en Natha- naël Fullenius - twee afstammelingen van naaste verwanten van de fundator - een groot deel van de hof, welke het Sint Jobs Prebendehuis ter hoogte van de Heer Ivo- brug aan de oost- en westzijde omgaf, ver pacht, om vervolgens in de jaren daarna vanaf de Schuttersdoelen tot tegenover het Oldehoofsterkerkhof met 21 woningen te worden bebouwd. Aanvankelijk pro beerde Fullenius nog opschorting van de zijns inziens onrechtmatige verpachting af te dwingen om zo te voorkomen dat pachters bomen zouden gaan omhakken om er kamerwoningen te gaan bouwen. Al had Fullenius nogal wat steun bij zijn pro test tegen de toestemming, door Wiarda aan de pachters verleend, de in de stad gelegen leensgronden te mogen bebou wen, het heeft hem weinig geholpen. Een tweetal jaren later vinden we een akte van verkoop, opgemaakt op 4 maart 1647, van een huis met hof. De meester metse laar Pytter Wietses en zijn echtgenote Antie Piers verkopen dan: 'seeckere huij- singhe ende ongeveerlijck acht ende veer- tich einsen in 't viercant hovinghe, staen de ende gelegen op St. Jobsleen, daer de Trompetter uijthanght, bij Claes Wijbrens bewoont, streckende voor van Swaentie- dijckswal tot achter aen de sloot'. De Swaentiedijckswal of Swaentiedijck moet in de buurt van de Stads Schuttersdoelen hebben gelegen. In een verkoopakte van 9 januari 1655 wordt namelijk van de door de apotheker Tiaerd Isbrandts aan de meester brouwer Dirck Meynses te verko pen woning met hof gezegd dat deze bij de Stadsdoelen op Swaentiedijck ligt. Toch is een negental jaren later, op de plattegrond van Leeuwarden uit 1664, deze zogenoem de dijk niet terug te vinden. Misschien werd de straat waaraan het Sint Jobsleen lag met Swaentiedijck aangeduid, terwijl wij die later als Sint Jobsleen kennen. In 1674 kocht de stad het bouwvallige priesterhuis op afbraak, waarna het in de richting van de overige huizen door ande re woningen is vervangen. Dat betekende het definitieve einde voor het priester huis. De kaarten van Ubbo Emmius en Winsemius, respectievelijk uit 1616 en 1622, geven al een belangrijke wijziging aan in de situatie rond het gebouw. Van het huis loopt dan een muur naar het oos ten met een kromming naar de Stads Schuttersdoelen en lijkt er inmiddels over of langs de leensgronden een verbinding tussen de Boterhoek en de Groeneweg tot stand te zijn gebracht. In 1647, wanneer de korporaal Hans Corttwijs en echtgeno te een huis met erf verkopen aan de groot- schipper in ruste Harmen Gerrits en diens echtgenote, blijkt de Doelehof door een sloot - overigens ook duidelijk herken baar op de stadsplattegronden van Sems en Hansum uit respectievelijk 1603 en 1822 - van de grond van het Sint Jobsleen te zijn afgescheiden:.staende en gelegen binnen voorsschreven stede op den grondt van St. Jops Leen, dicht aan de Stadts Doele, hebbende den straat responderen de op den groene wech (de Swaentiedijck?) ten suiden ende den Doelesloot ten noor den'. De buurt zou - nog tot in onze tijd - de naam van de oorspronkelijke eigenaars van de grond, het Sint Jobsleen, blijven dragen. De noordzijde van het Sint Jobsleen rond 1948 met in het midden Bierhuis Sonnega

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2008 | | pagina 7