Lcovaë^tA.!€
7
Afscheid van president van de rechtbank Mr. H.W.A. Schipperijn in 1966. Geheel links zittend: Mr. Gerard Rudolf Nubé, destijds
officier van justitie Foto: Leeuwarder Courant
führer nog mee dat mr. Gerard Rudolf
Nubé minder schuldig was aan de feiten
waarvan de familie Nubé werd verdacht,
dan de anderen. Bij de huiszoeking zou hij
zich kalm hebben gedragen. In de eerste
vergadering van de procureurs-generaal
in 1941 deelde mr. Reilingh mee dat er bij
Albert Hendrik Nubé (geboren te Leeu
warden op 06-08-1915), landbouwkundig
ingenieur, geeft als directeur van het
Friesch Rundvee Stamboek toelichting bij
een keuring in 1954
Foto: Leeuwarder Courant
de huiszoeking beledigende gedichten
waren gevonden, een voorraad koffie en
thee en enige dekens, afkomstig uit het
zomerhuisje van de familie Nubé. Tegen
mr. Nubé had men niets anders inge
bracht dan een Canadees portretje van
prinses Juliana, dat men in zijn porte
feuille had aangetroffen.
Ook de burgemeester van Leeuwarden,
de commissaris van de provincie Fries
land en de secretaris-generaal van het
ministerie van Binnenlandse Zaken
beijverden zich om hoogte van de aan
klacht te krijgen. Uit de door mij geraad
pleegde stukken blijkt niet dat de
bestuurlijke en de justitiële autoriteiten
onderling contact met elkaar hebben
gehad. De burgemeester van Leeuwarden
schrijft op 14 januari 1941 aan de com
missaris van de provincie Friesland dat
hij had vernomen dat de Nubé's verdacht
werden 'van spionage tegen Duitschland,
in ieder geval van overtreding van
bestaande rechtsvoorschriften, waardoor
nadeel voor de Duitsche Staat zou kunnen
ontstaan, zij het dan dat die overtredin
gen meer zouden voortvloeien uit onna
denkendheid dan uit opzet.'
Het verblijf in de cel was hoogst onaan
genaam. De gedetineerden zaten cellulair.
Zij hadden geen contact met elkaar. Ge
rard Rudolf Nubé probeerde door klopsig
nalen op een buis met een van zijn broers
in contact te komen, maar dat leidde tot
niets. Bijstand van een advocaat heeft hij
nooit gehad. Goede herinneringen heeft
hij aan de Nederlandse bewakers, die hem
bij de avondronde een hartelijk welterus
ten toewensten.
Gerard Rudolf vertelt dat hij, eenmaal
in Den Haag aangekomen, werd verhoord
in het door de Duitsers gevorderde minis
terie van Koloniën. Bij hun huiszoeking
hadden de Duitsers de illegale nieuwsbe
richten gevonden. Zij onderwierpen hem
aan schrijfproeven om aan te tonen dat
die van zijn hand waren. Door zijn hand
schrift te verdraaien wist Nubé aan die
schriftvergelijking te ontkomen. Ontken
nen leek de beste tactiek. De Duitsers
namen hem vooral kwalijk dat hij zich als
lid van de rechterlijke macht met deze
affaire had ingelaten. Van de anderen
weten wij niets. Wel is bekend dat vader
Nubé bij zijn verhoor blijk heeft gegeven
van zijn Duits vijandige gezindheid.
Anti-Duitse houding
Tot zijn stomme verbazing werd Gerard
Rudolf Nubé na een week of zes plotseling
vrijgelaten met zijn broer Albert Hendrik,
die student was in Wageningen. De ande-