LcovolF^£A.!€
De hoofdprijs van de loterij De Joodsche Invalide
10
Kees Spithorst In Leovardia 15, dat ik onlangs las, vond ik het artikel Wel en wee in de Veestraat en
had ik verschillende momenten van herkenning. Immers, ik heb jaren gewoond op
Groningerstraatweg 30, het huis op de hoek van de Veestraat, en daarvoor op Gro
ningerstraatweg 32 (ja het buurhuis), dat een achterom via de Veestraat had.
Het moet omstreeks 1938-1939 zijn
geweest dat mijn ouders met hun beide
kinderen verhuisden naar Groninger
straatweg 32. Ze hebben dit vrij zeker
gehuurd, maar van wie weet ik niet. Als 6-
jarige interesseert je zoiets niet. Het huis
was er een van twee-onder-een-kap en
beide huizen hadden een achterom naar
de Veestraat. In het buurhuis nummer 34
woonde de familie Kuipers, waarvan de
man onderwijzer was en op de bovenver
dieping een werkplaatsje had waar hij
(om de beurs wat te spekken?) in zijn vrije
tijd timmerles gaf aan kinderen.
Beide huizen hadden een voor- en een
achterkamer, die van elkaar waren
gescheiden door schuifdeuren, met aan
weerszijden kasten. Boven de schuifdeu
ren en de kasten bleef een holle ruimte
over. Wij zijn in het begin van de oorlog
naar nummer 30 verhuisd en op nummer
32 kwamen de dames Bary te wonen, twee
erg degelijke en ongetrouwde onderwijze
ressen.
Gedurende een deel van de oorlog is de
heer Vondeling, de latere kamervoorzitter,
enige tijd bij hen ondergedoken geweest.
Als de grond er te heet onder de voeten
werd, kon hij via de holle ruimte boven de
schuifdeuren en een gat in de tussenmuur
naar het buurhuis nummer 34 vluchten.
De Joodsche Invalide
Het hoekhuis, dat mijn ouders hadden
gekocht, had een bijzondere geschiedenis.
In de jaren dertig van de vorige eeuw was
een van de populairste liefdadigheidsver
enigingen die van De Joodsche Invalide,
die zich de inrichting en instandhouding
van een tehuis voor joodse invaliden aan
de Nieuwe Achterwal in Amsterdam ten
doel stelde. De vereniging had in het
gehele land provinciale- en lokale afdelin
gen. Het bestuur van de Leeuwarder afde
ling werd gevormd door voorzitter B.
Feitsma, secretaris mevrouw L. Pinto-
Van der Woude en penningmeester
mevrouw K. Dwinger-Cohen. In 1930
werd landelijk een grote loterij gehouden
met als hoofdprijzen een burgerwoonhuis
of een auto. Er werden 80.000 loten ver
kocht. Groningerstraatweg 30 was de
hoofdprijs ter waarde van 32.000,-.
Ons kolenhok (er was nog verwarming
met kachels) was getimmerd in de achter
liggende garage met gebruik van de plan
ken van een groot bord, dat eerst in de
tuin had gestaan. Als je in het kolenhok
stond, kon je inderdaad lezen, dat het
huis de eerste prijs was van die loterij en
dat de loten 2,50 per stuk kostten. Voor
die tijd een duur lot.
Volgens de verhalen is het huis gewon
nen door een bakkersknecht uit Sneek,
die het heeft verkocht en van het geld in
Sneek een eigen zaak is begonnen. Ik
weet niet of mijn ouders het van hem heb
ben gekocht, of dat er nog een andere eige
naar is geweest. In dit huis heb ik dus
jarenlang gewoond.
Kinderkopjes
De Groningerstraatweg zag er in die tijd
wel anders uit. Er was een breed trottoir
met daarnaast een strook grond, dan een
Trekking van de hoofdprijs van de grote loterij van De Joodsche Invalide op 16 maart
1931