LcovolF^£A.!€
2
bijgehouden. Dankzij dat archief zijn de
gebeurtenissen op en rond de kolonie bij
na van dag tot dag te volgen. Dat is ook
wat ik geprobeerd heb te doen in mijn
boek De proefkolonie en ook op basis van
die archiefgegevens heeft de Onstwedder
landschapsschilder Geert Schreuder een
schildering van de proefkolonie gemaakt.
Het archief berust in Assen bij het Drents
Archief en nakomelingen van kolonisten
hebben een goede kans daar saillante
details uit het leven van hun voorouders
te vinden.
Op zondag 1 november 1818 arriveert
Dirk de Vries met zijn gezin in de nieuwe
nederzetting. Die heeft inmiddels een
naam, Frederiksoord, naar de jongste
zoon van koning Willem I. Direct bij aan
komst wordt de familie in de kleren gesto
ken. Iedereen op de kolonie loopt in blau
we, uniforme kleding. Daar zitten twee
gedachten achter: als mensen nette spul
letje hebben, zullen ze zich automatisch
netjes gaan gedragen. Maar ook: 'De
desertie wordt door eene herkenbaare
soort van kleding moeijelijk gemaakt.'
Het Leeuwarder gezin komt op hoeve
32, midden in de kolonie. Het zijn eenvou
dige huisjes, niet groot, maar onvergelijk
baar beter dan de armenhuisvesting in de
steden. Wie heden ten dage door Frede
riksoord loopt kan nog een boel van die
huisjes in hun oorspronkelijke staat zien.
Nou ja, als je het dubbelglas wegdenkt en
de centrale verwarming...
En prompt begint ook het werk. Het is
hier geen vakantiekamp, de bedoeling is
dat iedereen met zijn werk niet alleen de
eigen kost bij elkaar scharrelt maar ook
de gedane investeringen terugverdient,
zodat met dat oorspronkelijke geld een
volgende kolonie gesticht kan worden en
nog een en nog een. De man achter die
ambitieuze plannen is generaal-majoor
Johannes van den Bosch. Achtendertig
jaar, een selfmade man, weduwnaar, een
charmeur, maar vooral een doener, een
aanpakker, een wervelwind: 'Ik ben nim
mer besluiteloos en draal nog minder.'
Een lezeres van mijn boek noemt hem
op haar website 'een negentiende eeuwse
variant op wat we tegenwoordig een
ADHD-er zouden noemen.' Dat is mis
schien wel een beetje waar, maar De
Volkskrant schreef: 'Op de keper
beschouwd verdient die man een monu
ment.' En daar ben ik het mee eens: het
ging niet altijd fijntjes en doordacht, maar
Johannes van den Bosch probeerde ten
minste wat aan de armoede te doen.
Kleding van de eerste kolonisten
Collectie Maatschappij van Weldadigheid
Mannen en oudere jongens werken op het
land, vrouwen en de andere kinderen
spinnen wol en vlas. De familie De Vries
doet het wisselend. 'De man oppassend',
beoordeelt de directeur van de kolonie,
maar 'de vrouw niet werkzaam'. Als de
kolonisten ter aanmoediging een gouden,
zilveren of koperen medaille krijgen toe
gekend, blijft het gezin steken op koper.
Wel krijgt Dirk de Vries een beloning voor
zijn optreden toen de schoorsteen van de
gemeenschappelijke keuken op de kolonie
in brand was gevlogen. Hij behoort tot
degenen die meteen te hulp schieten en
'men is hun den lof verschuldigd, van het
hunne ter spoedige brandblussching te
hebben toegebragt.' Die blusactie had wel
tot gevolg 'dat een hunner, misschien door
drift min behoedzaam, van het dak neder-
storttede, zonder nogtans daarbij eenig
letsel te bekomen.' Onvermeld blijft of
Dirk die neerstortende brandblusser was,
maar hij is wel een van de drie kolonisten
die als dank voor het ingrijpen een dou
ceurtje van drie gulden krijgt.
Gezicht op de proefkolonie Frederiksoord omstreeks 1825
Collectie Maatschappij van Weldadigheid