Het oprechte volkstoneel van Albert Bakker
Marmeren Beelden
8
Aldert Toornstra Bij de huldiging van Albert Bakker tijdens de viering van zijn diamanten jubileum
als toneelspeler in februari 1936, merkte de voorzitter van het erecomité, wethou
der Botke, in zijn toespraak op dat de ouderen onder zijn gehoor hun ouders en
grootouders vaak al hoorden vertellen over een Albert Bakkerde grootvader
van de jubilaris.
Rondtrekkende straatartiesten vormden
al vanouds een belangrijke attractie tij
dens de jaarlijkse kermissen op dorpen
fcmerikaansctie Skatingmk.
mï!>t TUUS-VKlIMTCLllMi
dwf BAKKERS TtoMolgKBtahp
op ïondw 21 Huvumbor 1B1&:
IJSKOUDE HALTEN
Btioeir.il 1i*iii» Lm W'Kfii «mi
i tfHiM1! mm wc
T ul ii el;
Majoor Cravachon
flfxfjiifli is lij* lei»,
Klddhiffl Vj'udcfillB mei tiüqj Lu 1 brilryL
tln'p**; 1» run 34
/nn>
tiirlHi Dn !ku- »n l»H üjUllw If briüiltm
Itrthf P) k»l'4ll /A SU tUltni 10. Ir nuf
lö Lihiki ft, ÏU tiulto /u, .tf riu( lp La'ltn
/HM), iiiiltr,
T
Scbiiwbirg SAilingriuk
LBBUWAKDKN.
u» ik li de viitiïr-
murdn jm l-J M (Ull-lilf lj-"k«rdlL T™il*L*raH«ffcllT>
Is irfsuwsrdm ptTHlifd ^rLiLwmlH lidl bd
itrrr Litf til] Sccwttilf KalfjhinplMUjdm Tin m-
nti/Mid* vnifmam iiifc '01 litA jutoi «tn
TdLjuaalvDontelUngPti nv-, «Uw o* inu»k*
*401 'e-3ki 'Jen
ttuetracfclmd
A, VAKKEN,
Almbbniipiik IdnwHi,
Advertentie waarin het gezelschap Bak
ker niet alleen haar voorstellingen in de
Skatingrink aankondigde, maar zich ook
aanbood aan kasteleins die voorstellingen
zouden willen organiseren
Collectie A. Toornstra
en in steden. Het waren naast een enkele
berengeleider, acrobaat of jongleur mees
tal straatmuzikanten, orgeldraaiers en
een enkele liedjeszanger die met hun
aanwezigheid op dit jaarlijkse feest een
aparte attractie vormden.
Van de liedjeszangers genoot in Fries
land met name Albert Bakker een grote
bekendheid door zijn regelmatige optre
den op tal van kermissen op het platte
land en in de kleine steden. Over hem
schreef Waling Dijkstra in zijn werk Uit
Frieslands Volksleven onder meer: "Wie
op de straat tijdens de kermis het eerst
hunne aandacht trekt, is de algemeen
bekende en gewilde kermisliedjeszanger
Albert Bakker, achter zijn draaiorgel en
vóór zijn hoog opgehangen schilderijen.
Naast hem zijn zoon die de viool speelt
en aan zijn andere zijde een gehuurde
zangeres. Zijn vrouw, naar men elkander
vertelt een domineesdochter, die tegen de
zin harer ouders met de Amsterdamsche
orgeldraaier is getrouwd, gaat onder de
omstanders rond liedjes te verkopen en
centen op te halen.'
Het repertoire bestond uit een menge
ling van treurige liefdesgeschiedenissen
en gruwelijke, vaak op de actualiteit geba
seerde moordverhalen, terwijl een enkele
maal ook een algemeen bekende histori
sche gebeurtenis op deze wijze tot leven
werd gebracht. Tijdens het gezongen ver
haal wees de zanger regelmatig met zijn
rieten stok naar de gewoonlijk vrij ruw
geschilderde afbeeldingen die zich op het
grote uitgerolde doek achter hem bevon
den. Met een levendige voordracht werd
het bijna een primitieve vorm van straat
toneel. Aan gebrek aan belangstelling
ontbrak het deze liedjeszangers vrijwel
nooit en ook de gedrukte teksten, die vaak
door de meereizende jonge kinderen aan
de samengedromde toeschouwers te koop
werden aangeboden, vonden altijd gretig
aftrek. Op die manier werden de kinderen
al jong bij dit artiestenbestaan betrokken
en traden zij gewoonlijk in de voetsporen
van hun ouders. Zo ook bij de familie Bak
ker, waar de kinderen na verloop van tijd
hun eigen weg zochten in de wereld van
het kermisvermaak.
Een welingerigte tent
Tijdens de Harlinger kermis vond in juni
1839 in het bekende Koffiehuis van Roos
winkel een muziek, zang en danspartij
plaats, 'zijnde het gezelschap van de heer
A. Bakker en familie, door hem geënga
geerd'. Het gezelschap Variété door Kunst
en Vlijt van deze Albert, zoon van de lied
jeszanger en inmiddels zesentwintig jaar
oud, presenteerde zich daarna geregeld
in diverse etablissementen in Friesland,
voornamelijk tijdens het kermisseizoen.
In 1844 gaven ze echter zelfs in de decem
bermaand een uitvoering met muziek en
dans in het logement van C.H. Wilkes-
huis dat 'in het Zaailand' in Leeuwarden
gevestigd was. Het jaar daarop besloot de
familie om een eigen sierlijke tent aan te
kopen en liet dit per advertentie aan het
geëerde publiek weten, daarbij tevens wij
zend op de fraaie inrichting.
Bijna vanzelfsprekend waren ze in juli
van dat jaar daarmee ook op de Leeu
warder kermis te vinden, waar de tent
aan het Ruiterskwartier was opgezet.
De schouwburg was dagelijks voor het
publiek te bezichtigen en het gezelschap
De Familie Bakker deelde mee dat 'het
geene kosten heeft gespaard om het geci
viliseerd Publiek, deze kermis te veraan
genamen'. Voor hun programma van ope-