11
Albert Bakker met naast zich zijn 83-jarige zuster, mevrouw Vink-Bakker tijdens de
viering van zijn 60-jarig jubileum als toneelspeler op 16 februari 1936 in de Harmonie.
Achter de jubilaris de leden van het Ere- en Huldigingscomité
Collectie A. Toornstra
van Maurik. De meeste rollen werden door
eigen krachten vervuld, waarbij doch
ter Elisabeth inmiddels met Piet Vink,
afkomstig uit een Groninger familie van
toneelspelers, was gehuwd en Madeleine
daartoe Bruno Gerlach, de dirigent van
het orkest en van Duitse origine, had uit
verkozen. Natuurlijk stond ook mevrouw
Bakker gewoonlijk in een voorname rol op
de planken en speelden de zoons Albert
en Johan eveneens diverse personages.
Toch bleek de komst van Anthony
Kattermole, die daarvoor bij het Gronin
ger gezelschap van Jacqui werkte, een
belangrijke versterking. Met name de his
torische kostuumdrama's als Marie Antoi
nette en Het Testament van Koningin Eli
sabeth of De Strijd om de Troon met de
vele bedrijven en wisselingen vergden
veel van de inzet van alle leden van het
gezelschap. Soms werd er ook dan nog
een vaudeville als nastuk gegeven waar
door een dergelijke voorstelling pas laat
was afgelopen. Een recensent merkte dan
ook terecht op dit in het vervolg niet meer
te doen 'met het oog op de vele dienenden
en bij anderen inwonenden, die gewoon
lijk deze voorstellingen bezoeken.' Bij een
andere uitvoering bleek echter dat de zaal
goed bezet was met toeschouwers uit ver
schillende standen. Gewoonlijk trok dit
echte volkstoneel een eigen vast publiek
en zeker tijdens de zondagavond voorstel
lingen in de Stadsschouwburg.
Het gezelschap Bakker kon in deze
jaren zowel in Leeuwarden als in de pro
vincie steeds op veel bezoek en enthousi
aste reacties rekenen. Hoewel de gewone
toegangsprijs niet echt hoog was werden
er onder meer in 1888 enige zogenaam
de werkliedenvoorstellingen gegeven en
moest voor alle rangen slechts 29 cent
worden neergeteld. Ook werd op verzoek
soms een extra voorstelling ten voordele
van een goed doel gegeven, zoals in maart
1886 voor de algemene armen, waardoor
ruim 72 gulden aan het bestuur van de
Werklieden Vereniging kon worden over
handigd.
Vaste kaskrakers
Veel stukken keerden door de jaren heen
met enige regelmaat terug op het reper
toire - weliswaar met enige aanpassingen,
andere decors en nieuwe kostuums - zoals
De Twee Vlezen, Martin de Kruier en op
nieuwjaarsdag De Bruiloft van Kloris en
Roosje. Over de opvoering daarvan in
januari 1896 geeft de verslaggever van de
Leeuwarder Courant het volgende sfeer
beeld: 'Bij het opgaan van het doek deed
het versierde tooneel met een prachtige
bruiloftsdis het publiek juichen. De heer
Bakker werd een welgemeend 'leve Bak
ker' toegeroepen, toen hij vergezeld van
Moeder Pieternel - mevrouw Bakker-
Stoete - zijn heilwensen uitsprak voor ons
koningshuis, ons land en onze goede stad
Leeuwarden. Daverend applaus. Bij het
komen van de gasten op de bruiloft was
er geen die zoveel succes had als mevrouw
Bakker-Stips, die een kleine boerin voor
stelde. Onverdeeld bleef men haar vol
gen. Ook de anderen, waaronder Kloris,
vertolkt door Frits Bakker, en Roosje,
gespeeld door mevrouw Bakker-Blaauw
(zij was de echtgenote van Albert Bak
ker), verdienen de meeste waardering.
Als naar gewoonte droegen de fraaie kos
tuums veel tot het moois bij.'
Natuurlijk zorgden ook de soms zelfs
sensationele spektakelstukken voor een
flinke belangstelling zoals bij De Ont
hoofding van Graaf Diederik van Hoorn
of De Spanjaarden in Nederland in 1572
en Othello, de Moor van Venetië. Dit was
zeker het geval toen in januari 1896 het
nieuwe stuk De Hollanders op Lombok
werd opgevoerd waarbij naast de zang en
de verschillende koren ook enkele drukke,
kleurige optochten en spannende gevech
ten aan de toeschouwers werden voorge
schoteld.
Naast de bekende, toch wat melodra
matische of kluchtige 'oude draken' wer
den er ook nieuwe originele blijspelen in
het repertoire opgenomen en soms ook
werd er door Albert Bakker zelf een stuk
geschreven, zoals het drama Dreyfus.
Daarover vertelde Bakker in een inter
view: 'Het was juist tijdens het Dreyfus-
proces, toen mijn zwager en ik in een
kleine Hollandsche plaats bij de burge
meester kwamen om een vergunning. De
burgermeester keek bedenkelijk en zei: 'Je
komt altijd met oude stukken Bakker en