atddm Als we naar de kelder gaan... SCHUILKELDER 8 Alexander Tuinhout 'En als de bom valt, lig ik in mijn nette pak, diploma's en mijn cheques op zak, mijn polis en mijn woordenschat, onder de flatgebouwen van de stad', aldus een poëtische strofe uit het nummer dat Doe Maar eind 1982 hoog in de hitlijsten bracht. Tachtigduizend Leeuwarders zouden bij het vallen van De Bom hun lot vrijwel zeker met Henny Vrienten en consorten hebben gedeeld. Voor vijfduizend stadgenoten was er plaats om de nucleaire catastrofe in een openbare schuilgelegenheid onder het Zaailand af te wachten. De besluitvor ming over de bouw van die atoomschuil kelder sloeg eind jaren zeventig van de twintigste eeuw vooral in links geënga geerde milieus in als een bom. De jaren lange publieke protesten die volgden mis ten hun uitwerking niet. De stralingsvrije bunker zou nooit volgens plan worden ingericht en werd uiteindelijk niets méér dan een stevig gebouwde parkeergelegen heid. Eerste hulp bij atoomaanvallen De gevolgen van de wereldwijde wapen wedloop gingen in de naoorlogse jaren ook Protest tegen de inrichting van een atoom- schuilkelder in de parkeergarage onder het Wilhelminaplein aan Leeuwarden niet ongemerkt voor bij. Onder invloed van de Cubacrisis, de talloze kernproeven en de soms dreigen de taal uit het Oostblok begon de Friese hoofdstad vanaf het einde van de jaren vijftig voorzichtige voorbereidingen te treffen op een mogelijke nucleaire oorlog. Bij alle huishoudens viel in 1961 de door de Bescherming Bevolking uitgege ven brochure Wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf door de brievenbus; een inmiddels hilarisch aandoende hand leiding Eerste Hulp bij Atoomaanvallen. Stralingsvrije schuilkelders werden in de jaren zestig gebouwd onder de kantoren van de Intercommunale Waterleiding aan het Zaailand en de Keuringsdienst van Waren aan de Oostergoweg. Een publieke schuilkelder die bescher ming bood tegen radioactieve straling bestond tot het einde van de jaren zeven tig niet. De eerste stap daartoe werd door burgemeester en wethouders begin 1977 gezet, toen bij het Rijk een subsidie werd aangevraagd om de nieuw te bouwen parkeergarage onder het Zaailand als zodanig geschikt te maken. Ruim een jaar later werd begonnen met de realisatie. De openbare schuilgelegenheid zou bestaan uit het verstevigde achterste gedeelte van de eerste parkeerlaag, voor zien van extra sanitair, een noodaggre- gaat en een speciale luchtbefilteringsin- stallatie. Gereserveerde plaatsen Achter de stalen deuren zouden vijf duizend Leeuwarders bij dreigend (atoom) gevaar onder regie van de Bescherming Bevolking een veilig heenkomen kunnen zoeken. 'Het is een openbare schuilgele- Ook met wegwijzers werd geprotesteerd tegen de atoomschuilkelder genheid. Zij die het eerst de schuilkelder bereiken mogen erin', liet burgemeester Johannes Brandsma de gemeenteraad desgevraagd weten. Een verhitte discus sie over het feit dat de schuilplaats nog geen zes procent van de bevolking kon beschermen, over het nut van de kelders in het algemeen of over het verwerpelijke van de wereldwijde bewapening werd toen nog niet gevoerd. In januari '79 stemde de raad met 30 tegen 3 stemmen in met LtCOVAr^tA.^

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2009 | | pagina 10