Van het Metalen Kruis kon Jannigje niet leven 12 Paul Bron In juli 1863 was het vijftig jaar geleden dat we waren bevrijd van het Franse juk. Tijdens de uitbundige feestelijkheden werden zesentwintig oudgedienden uit die strijd in het zonnetje gezet. Onder hen bevond zich Pieter Nicolaas Feugen. Hij was destijds zeventien jaar en het was zijn eerste, maar niet zijn enige wapenfeit. Pieter Nicolaas Feugen (1796-1865) trouwde in april 1821 met Jannigje Kammeijer, bij welk huwelijk de reeds geboren Geertruida werd erkend als wet tig kind van beide echtelieden. Ze had den toen al op verschillende plekken in de stad gewoond: aan het Oldehoof- sterkerkhof, op het Raadhuisplein, hoek Het Friesch Koffiehuis aan de Wirdumer- dijk in 1942, toen het gedreven werd door de beruchte landverrader Lucas Bunt. Achter het raam is een propaganda- affiche van de bezetter geplakt Herenwaltje en in 1826 in de Poststraat, waar Pieter zijn eerste koffiehuis exploi teerde. Hij verkocht daar ook loten van de Koninklijke Nederlandsche Loterij, de voorloper van de huidige Staatsloterij. Voordat Pieter eigen baas werd, was hij koffïehuisbediende, sociëteitsbediende en koopmansknecht. In 1826 werd hij 'koffij schenker' en bestierde het Vriesch Koffïjhuis op de Wirdumerdijk (bij aanvang van de Twee de Wereldoorlog als Friesch Koffiehuis berucht om zijn uitbater, de landver rader Bunt), nu een deel van Blokker. In deze straat ondervond hij concurrentie van zijn directe buren: de logementen 's Lands Welvaren, De Wijnberg, De Valk, waar Van Lennep en Hogendorp logeer den tijdens hun bezoek aan Leeuwarden (zie Leovardia 27) en van herberg De Os, op de hoek van de Nieuwestad. Goede Muzijk met Zang Herbergen en koffiehuizen hadden bijna alle een nevenfunctie; zo diende Benthem aan de Voorstreek als postkantoor en von den in Feugens koffiehuis enkele malen per maand verkopingen plaats van 'hui singen' onder toezicht van Leeuwarder notarissen, meestal Jan Carel Kutsch van het Raadhuisplein. Ook andere zaken gingen er over in andere handen, zoals bloembollen, paardentuigen en -zadels. Tijdens de kermissen opende Pieter Nicolaas 's avonds om tien uur zijn zaak waarbij hij zorgde voor 'goede muzijk met zang, onder directie van den Heer J.B. Souiet'. Verder prees hij zijn verver singen aan. Wanneer er op de stadsgracht achter de Prinsentuin schaatswedstrijden wer den gehouden, dan vond de inschrijving plaats in zijn koffiehuis, waar ook de toe gangskaartjes voor het publiek werden verkocht. Als de tijd daar was, adverteer de hij met nieuwe haring van Broekhuis uit Haarlem, 'holleverancier van Zijne Majesteit de Koning'. Je mag verwachten dat hij met zijn Vriesch Koffïjhuis een goede boterham kon verdienen, maar óf de inkomsten vielen tegen óf Pieter en Jannigje had den een gat in de hand, wat er toe leidde dat er in mei 1830 het laatste boelgoed werd gehouden en wel van de inboedel van Pieter Nicolaas zelf. Zijn zaak werd overgenomen door J. Swilders en Feugen kocht of huurde van Willem Morra de bovenverdieping van het Lemster Veer huis aan de Nieuwestad (ten westen van de huidige Hema), voorheen de Drie Kla vers. Hij liet de exploitatie van de zaak over aan zijn vrouw, die daarbij geholpen werd door dochter Geertruida, de latere grootmoeder van mijn schoonmoeder. Slechts sporadisch vonden bij Feugen nog verkopingen plaats. Wel had hij de beschikking over een goed biljart, waar door er regelmatig wedstrijden konden worden georganiseerd met als prijzen een zilveren zaktabaksdoos of een zilveren snuifdoosje. Ook hier was het voor Pieter en Jannigje geen vetpot. In 1837 moesten ze de zaak overdoen aan K. Bakker, waar mede aan ruim tien jaar "koffijschenken' een einde kwam. Tiendaagse Veldtocht Een bijkomstige reden voor Pieter om in 1830 aan de Wirdumerdijk te stop pen, was zijn aanmelding als vrijwilliger bij de schutterij van Leeuwarden, die zich opmaakte voor het neerslaan van de Belgische opstand, later bekend als LcoVflLr^i4)t»k

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2009 | | pagina 14