Drie broers en een Duitse deserteur
4
Rein en Paul Bron Op zondag 15 april 1945 vond de familie Sikkema aan de Noordersingel in de voor
tuin een opgerold uniform van een Duitse onderofficier. Hij was een van de velen
die, zonder de last van het uniform, een veilig heenkomen probeerde te vinden.
Visser ernstig ziek werd verhuisden ze
naar Holwerd, waar Schorr met financiële
steun van zijn schoonvader een bakkerij
begon. Daar werd dochter Grietje gebo
ren, waarna in 1937 een aanvraag tot
naturalisatie werd ingediend, die door de
trage ambtelijke molens niet op tijd werd
afgerond.
Een lang bestaan als zelfstandig bakker
was hem niet gegund; het uitbreken van
de Tweede Wereldoorlog had een enorme
uitwerking op het verdere leven van Jos
en zijn gezin. Als Rijksduitser werd hij
gedwongen zijn zaak aan de kant te doen
en dienst te nemen in het leger van de
bezetter. Hij werd geplaatst op vliegveld
Leeuwarden, de Fliegerhorst, waar hij
werd ingedeeld bij de Organisation Todt
om de burgertechnici te assisteren bij het
toezicht op de aanleg van de vliegbasis.
Hij was verre van gelukkig met de plotse
linge wending in zijn leven. Hij voelde zich
Nederlander van Luxemburgse afkomst
en zijn loyaliteit lag bij het land dat hem
een gezin en een nieuwe toekomst had
gegeven.
De familie Schorr verhuisde naar de
Van Loonstraat 88, maar Jos verbleef
tijdens actieve dienst veel op de basis,
broedend op een manier om weg te komen
zonder zijn gezin en anderen in gevaar te
brengen. Doutsje moest met haar kinde
ren onderduiken vanaf het moment dat
Jos zijn desertiepoging steeds concreter
voorbereidde. Zij en haar kinderen verble
ven aanvankelijk bij familie in Ginnum,
terwijl Grietje werd ondergebracht bij
familie in Holwerd. Ook moeder en zoon
bleven niet op dit onderduikadres dat te
riskant was; ze vonden eerst in Het Bildt
(waarschijnlijk in Oude Bildtzijl) en later
bij een boerengezin in Hegebeintum een
veilig heenkomen.
Datzelfde deed een aantal maanden
eerder ook Joseph Schorr, maar daar
bij maakte een kleuter van vier jaar het
hem niet gemakkelijk. En zo ontstond de
geschiedenis van de 'goede' Duitse soldaat,
de weigerachtige kleuter en diens broers.
Joseph (Jos) Schorr werd in 1905 geboren
in het Luxemburgse dorpje Schwebsange
bij Remich, vlak bij de Franse grens en
bekend om de Rieslingwijn. Hij bracht
daar zijn jeugd door en was misdienaar
van de plaatselijke katholieke kerk. Later
verhuisde hij met zijn ouders naar Düs-
seldorf, waar hij het bakkersvak leerde,
muzieklessen volgde en de Duitse natio
naliteit kreeg. Hij voelde zich daar even
wel helemaal niet thuis en met een klein
amateur-orkestje ging hij op avontuur
naar Nederland, waar hij onder andere
speelde in Holwerd en op Ameland.
Een Duitse bakker in Holwerd
In Holwerd gaf hij muziekles aan Ynze
Visser, de broer van zijn latere vrouw
Doutsje. Zijn liefde voor haar maakte
nog sterker dat hij nooit weer terug wilde
naar Düsseldorf en zo ging hij als bak
kersknecht aan de slag in Oude Bildtzijl.
Na het huwelijk op 3 mei 1932 met de
27-jarige Doutsje begonnen ze samen
een bakkerij in Morra, waar in 1933 hun
zoon Johan werd geboren. Omdat mem
Rein, Paul en Jan Bron, ruim een jaar na hun avontuur met de Duitse deserteur
Collectie Paul Bron
LcoVflLr^i4)t»k