5 De drie broers voor het ouderlijk huis in de Beetgumerdwarsstraat, nog onwetend van hun rol bij de ontsnapping van Jos Schorr Collectie Paul Bron Men kan zich afvragen waarom Jos niet direct in 1940 probeerde te deserteren. Zelf zal hij ook met de vraag geworsteld hebben wanneer het juiste moment daar was. Immers, hij was geen alleenstaand soldaat, maar had een Nederlands gezin en een uitgebreide familie om zich heen, die hij ernstig in gevaar zou brengen: zijn gezin zou voor wie weet hoeveel jaar ondergedoken moeten zitten, zijn kinde ren in 'gevangenschap' en angst voor ont dekking opgroeien. Als hij of een van de zijnen ontdekt zou worden wachtte hen een afschuwelijk lot. Hij wachtte derhalve totdat duidelijk was dat de bezetting van tijdelijke aard was en de bevrijding alleen nog een kwestie van tijd en geduld. Alle drie zonen speelden een rol Onze vader was bijna zijn gehele werk zame leven handelsreiziger voor de firma Timmer, die allerlei bakkerijgrondstoffen leverde aan de Friese bakkers. Omdat hij een aimabele man voor zijn klanten was, had hij een breed netwerk op het platteland, wat ons soms wat extraatjes aan voedsel opleverde in de oorlogsjaren. Tot zijn kennissenkring behoorde ook bakker Schorr met wie hij goed op kon schieten; ze waren allebei rond de dertig en hadden jonge kinderen. Toch voelden onze ouders zich nu niet bepaald veilig tijdens de bezoekjes, die Jos zo nu en dan bij hen aflegde in de Beetgumerdwars straat, waar we toen, niet zo ver van de Fliegerhorst, woonden. De Beetgumerdwarsstraat in 1992. In het middelste huis dook Jos Schorr twee dagen onder. Ons gezin telde in de oorlogstijd drie jongens. De oudste, Rein, was in 1945 zestien, Jan dertien en Paul een kleuter van net vier jaar oud. Alle drie zouden ze een rol spelen in het laatste oorlogsjaar. Op een avond waren er drukke voorbe reidingen voor het vertrek van een Duits peloton van de Fliegerhorst naar Drenthe. De legervoertuigen die zouden worden ingezet voor het transport, hadden even wel grote vertraging. Nu zag Jos eindelijk zijn kans schoon en vluchtte met volle bepakking op zijn Duitse dienstfïets de poort uit. De wachtcommandant hield hem eerst nog tegen, maar Jos wist zijn maat te overreden hem nog even afscheid van zijn vrouw te laten nemen. Net buiten de poort zag hij de legervoertuigen rich ting Fliegerhorst rijden. Rein herinnert zich nog het beste hoe Schorr bij ons aan de deur kwam: 'die nacht, 't was een uur of twee, werd er aan de deur gebeld. Pa en ma uit bed, pa in zijn schuilhok en ma opende de deur, waar ze Jos Schorr zag staan met volle uitrus ting. Jos wilde, tegen alle afspraken in, bij ons onderduiken. Nadat hij was binnen gelaten werd broer Jan wakker gemaakt. Zijn rol was toegesneden op zijn postuur: hij was de enige in huis die nog door het luik bij de afsluitkraan van de waterlei ding paste en zo in de kruipruimte kon komen.' Jan doet meer dan zestig jaar na dato zijn verhaal: 'ik kroop onder de vloer en kreeg van alles aangereikt, het hele uniform, een ransel, wapens, een dolk, een plunjezak, met de opdracht alles in de verste hoek te verstoppen. De revolver werd in de asla van de kachel verborgen, want die kon misschien nog wel eens nodig zijn.' De rol van Paul was in eerste instantie cruciaal voor de beslissing die onze ouders moesten nemen: kunnen we Jos in huis houden of moet hij verder? Onze kleine woning had eigenlijk geen goede schuil plaats en in een druk buurtje als het onze, zou het ook snel uitlekken. Paul vertelt uit overlevering: 'toen ik 's morgens bene den kwam voelde ik dat er een zekere LcoVflLr^i4)t»k

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2009 | | pagina 7