18
Wedstrijdschepen
De schippers die hier een schip lieten
bouwen kwamen over het algemeen niet
uit in wedstrijden. Pas in 1968 kwam een
skütsje van de werf in de SKS-vloot, It
Doarp Huzum uit 1911. Dit skütsje van
nu Eildert Klaaszn Meeter is het enige
skütsje dat nu nog binnen de SKS-vloot
vaart welke op deze werf van stapel liep.
In de huidige IFKS-vloot kennen we
inmiddels de Driuwpölle (1906) van Kees
Jonker, de Jonge Rein (1907) van Erik
Jonker, de Hoop en Vertrouwen (1913)
van Sikke Heerschop met schipper Tsjeb-
be van der Veer, de Eelkje II (1914) van
Jeroen de Vos en de Oant Moarn (1916)
van Jacob Huisman met schipper Andries
Brouwer.
Daarnaast heeft nog een aantal sküt-
sjes van de werf meegevaren door de
jaren heen. Dit waren de Vrouwe Petro-
nella (1912) van Jildert Zuidema, welke
nu als de Ulbe Jaap in eigendom is van
Peter de Koe, en de Twa Bruorren (1916)
van Louwrens Kuijpers. Allemaal fraaie
schepen die mee kunnen strijden in de
kampioenschappen.
Lodewijk Meeter (pake Loadewyk)
werd met zijn skütsje It Doarp Huzum in
1970 en 1971 kampioen. Jan Bakker werd
met de Driuwpölle, toen nog Hollandse
Nieuwe geheten, in 1985 kampioen en
Jeroen de Vos eindigde in 2004 als eerste
met de Eelkje II in de klasse A-groot. Als
vrachtschip voer de Eelkje II destijds op
de lijn Dokkum-Leeuwarden en stond in
die dagen al bekend als een snel schip. En
Erik Jonker plaatste zich in 2008 met de
Jonge Rein ook in het rijtje van kampioe
nen door kampioen in de C-klasse van de
IFKS te worden.
Naast dat ze snel zijn, zijn deze skütsjes
ook pronkstukjes. Zo was het skütsje Twa
Bruorren in april 2004 het eerste nauti
sche monument dat werd toegelaten tot
Museumhaven Willemsoord in Den Hel
der. Als bedrijfsvaartuig heeft dit skütsje
altijd vracht vervoerd in de provincies
Groningen, Friesland, Drenthe en Noord
en Zuid-Holland.
Teloorgang
De molen op de Houtpólle werd in 1910
van zijn wieken ontdaan en sindsdien
werden de zaagramen aangedreven door
een 38 pk elektromotor. Tot 1911 woonde
het gezin De Roos naast de werf. Wellicht
door de geluidsoverlast van de elektromo
tor, verhuisden ze naar een nieuw woon
huis aan het gedeelte van Oldegalileën
voorbij de Houtpólle, dat officieus Blokke-
pad werd genoemd. Dat deel van het pad,
ook wel aangeduid als Krom en Regt, is
in mei 1966 (effectief 1975) aan het open
baar verkeer onttrokken, samen met het
vervolg door de weiden, de Schouwfenne,
naar de Bonke.
Er bestaat een anekdote over de verhui
zing: alles was in gereedheid gebracht, de
verhuizer kwam voorrijden en er werd
hard gewerkt. Alleen... Jantje de Roos zat
nog te lezen in bed, en was niet van zins
daarmee op te houden. Men heeft toen
Jantje met bed en al opgepakt en in de
verhuiswagen gezet. Op het nieuwe adres
is hij als eerste uitgeladen en hij las nog
steeds.
In enkele jaren tijd voltrok zich een stil
le revolutie in de zeilende schipperswe
reld. De hele Nederlandse scheepsbouw
werd overvallen door de ernstige terug
slag in de oorlogsjaren 1914-1918, toen de
staalprijzen door de algehele krapte tot
onbetaalbare hoogte stegen en er weinig
nieuwe schepen werden gebouwd.
Met reparatiewerk trachtten ze op de
werf het hoofd boven water te houden.
De opleving van na 1918 bleek van korte
duur. Dat jaar al daalden de vrachtprij
zen, en het zou nog veel erger worden na
1921. Voor de schipperij begon toen een
lange crisis, die uiteindelijk de binnen
vaart onder zeil zou smoren.
En met dit alles was er nog de komst van
de vrachtauto, die eerst de varende beurt
diensten de nek om draaide en later ook
een groot deel van het vrachtvervoer. De in
Friesland sterk vertegenwoordigde 'kleine
scheepsbouw' ging er mee aan ten onder.
Op de scheepswerf van De Roos en Van
der Meijden werd nog een enkel vracht
motorschip gebouwd. Wel werden er nog
veel pramen voor melkvaarders gemaakt
en veel motorboten. Hiermee pronkten de
zwagers ook op hun bedrijfsenveloppen:
Speciaal adres voor moterbooten, telefoon
5408.
Het gezin De Roos verhuisde in 1923
van Oldegalileën 58a naar een nieuwe
woning aan de Bleeklaan 83. In hetzelfde
jaar was het gezin Van der Meijden naar
de Willem Sprengerstraat 52 verhuisd.
In 1922 werd J.T. van de Wint als eige
naar van de houtzaagmolen opgevolgd
Hardhouthandel R.S. Timmermans op de Houtpólle rond 1950
LiC0VOP^£^t.k