H/rr fyouèfhier} (iPom m
Aféeuè tsrnurt
c)<»f ivcf Su) mi
19
door de uit Birdaard afkomstige Romke
Sake Timmermans. Hij had de molen,
waar zeventien mannen werkten, onge
zien gekocht. Zij gingen verder met de
houtzaagmolen als de Electrische Zagerij
en Hardhouthandel R.S. Timmermans en
Zoon.
Johannes en Jan onderhielden nauwe
contacten in het vak. Hun vakmanschap
was menig hellingbaas niet ontgaan. In
het Fries Scheepvaart Museum zijn nog
scheepsbouwtekeningen van onder meer
een opdrukker en een motorsleepboot te
vinden. Deze tekeningen zijn afkomstig
van de werf Welgelegen van de firma
Draaisma te Franeker en gesigneerd met
'De Roos en Van der Meijden, Leeuwar
den', vervaardigd respectievelijk in sep
tember 1929 en mei 1930.
Na het overlijden van Tjitske in okto
ber 1932, hertrouwde Johannes de Roos
in 1936 met Femmigje Stam, weduwe van
Dirk van der Meijden, de broer van com
pagnon Jan van der Meijden. Lang heeft
Johannes niet van dit huwelijk kunnen
genieten, want spoedig daarna, in januari
1937, overleed hij. Zoon Jan de Roos bleef
bij zijn stiefmoeder wonen en verzorgde
haar toen zij ziek werd. Na haar dood op
25 december 1953 kwam er nog enige tijd
familie bij Jan de Roos inwonen, maar in
1961 bleef hij alleen in het huis achter.
Na een ziekte van enkele maanden over
leed hij op 10 januari 1986 in het Bonifa-
tius Hospitaal te Leeuwarden.
De vennootschap onder firma, bestaan
de uit Johannes de Roos en Jan van der
Meijden, werd wegens het overlijden van
Johannes op 28 januari 1937 ontbonden.
Het bedrijf werd vanaf die datum door
Jan van der Meijden voor eigen reke
ning voortgezet. Een jaar later kwam zijn
vrouw Trijntje te overlijden. Jan was 66
jaar en vond het najaren van malaise wel
goed zo en opvolging was er niet.
Jan van der Meijden ging rentenieren.
Hij zou nog negen jaar moeten wach
ten voor een pensioenuitkering. In 1947
kwam de noodwet ouderdomsvoorziening,
in 1957 vervangen door de AOW.
Huis, erf en scheepstimmerwerf raakten
in verval en werden van 1 januari 1940
af verhuurd aan de naastliggende zagerij
van Timmermans en fungeerden daarna
als opslagplaats. In december 1939 deed
Jan van der Meijden zijn inventaris van
de hand en vier jaar later verkocht hij de
rest van de werf voor ƒ3.250,- aan Tim
mermans.
De ouder wordende werfbaas vermaak
te zich in zijn najaren in zijn volkstuintje
bij de watertoren aan de Groningerstraat
weg en na de aanleg van de rondweg en de
rotonde in de Groningerstraatweg kreeg
Jan een volkstuintje in Lekkum.
Op 16 januari 1964 is de molen De Fis-
ker vroeg in de ochtend door onbekende
oorzaak geheel afgebrand. Het vuur werd
aangewakkerd door een felle oostenwind,
waardoor ook een aangebouwde opslag
plaats in de as gelegd werd. Met de komst
van de rondweg, met de Eebrug op de
locatie van de werf, breidde de stad uit in
oostelijke en noordelijke richting en hui
zen namen de plaats in van de industrie.
Jan van der Meijden heeft het verdwij
nen van de werf nog meegemaakt. Hij
overleed op 15 juni 1969 op 96-jarige leef
tijd na een kort ziekbed aan longontste
king. Jan is begraven in Lekkum naast
zijn vrouw Trijntje. In 2005 is ook dochter
Trijntje in het graf bijgezet.
Gevelsteen in de Pijlsteeg
Van de werf is de ooit op de werf ingemet
selde gevelsteen bewaard gebleven. Deze
steen was in het voormalige woonhuis tus
sen twee ramen ingemetseld. Oorspron
kelijk kwam de gevelsteen uit Amster
dam en kwam volgens het wijkboek van
1878 in dat jaar al voor in het pand aan de
Oldegalileën. De letters DITM op de steen
betekenen 'Dit Is Ter Memorie'.
De steen is in 1922 geschonken aan het
Fries Museum en in 1929 geplaatst in
de oostelijke gevel van het Sint Anthony
Gasthuis in de Pijlsteeg.
Mijn historisch onderzoek is nog niet afgerond.
Mocht u aanvullingen hebben, laat het mij dan
weten: Frits J. Jansen op www.skutsjehistorie.
nl of www.skutsjejongerein.nl
De gevelsteen Krom en Regt, afkomstig uit de gevel van de scheepswerf aan Oldegalileën
(Blokkepad) nr. 247. In 1929 herplaatst in de muur van het Sint Anthony Gasthuis in
de Pijlsteeg