De Gouden Eeuw aan het Groot Schavernek, aardewerkvondsten bij Kota Radja 22 Akkie Hiemstra In mei 2009 is door de werkgroep Archeologie van Aed Levwerd een vervolg onderzoek gedaan op de plaats van de voormalige keuken van het tijdens de jaarwisseling 2006/2007 afgebrande restaurant Kota Radja aan het Groot Schaver- nek. De reden hiervoor was dat er een gedeelte van de voormalige doorgang naar de Messenmakerssteeg bloot kwam te liggen. Deze rapportage is gemaakt naar aanlei ding van de grote hoeveelheid scherven die toen gevonden is. Om de bewoning op deze plaats in de tijd te plaatsen heb ik als lid van de werkgroep een selectie gemaakt van de scherven en deze gede termineerd. Fragmenten van een kookpot van Jyde aardewerk Het meest opvallend, zo dachten we eerst, was de vondst van drie scherven van een bolpot. Het donkergrijs gesmoorde, met de hand gevormde aardewerk, deed qua structuur en kleur sterk denken aan een middeleeuwse bolpot. Bij nadere beschou wing bleek het te gaan om Jyde aardewerk. Dit aardewerk werd geïmporteerd uit Jut land, Denemarken. Jyde aardewerk wordt vaak aangetroffen bij stadsopgravingen in Nederland en duidt op handel met de Scandinavische landen rond 1650 tot 1800. Opmerkelijk is dat dit aardewerk niet op de draaischijf gemaakt werd, maar met de hand gevormd, wat een grote vaardigheid vereiste omdat de potten vaak groot van formaat waren. Deze ongeglazuurde potten waren een belangrijke bron van neveninkomsten voor veel landelijke Deense boerenfamilies uit de achttiende tot de late negentiende eeuw. De 'Jyddepotter', zoals dit aardewerk genoemd wordt in Denemarken, werden hoofdzakelijk gemaakt door vrouwen. Een ervaren pottenbakster kon wel 2000 tot 3000 potten per zomerperiode vervaardi gen. Dit relatief goedkope aardewerk werd daarna op de markten in de steden ver kocht en vond zo de weg, vaak als scheeps- ballast, naar grote delen van Europa. Een onderzoeker noemde Jyde aardewerk zelfs het Tupperware van de achttiende eeuw. Rond 1850 daalde de productie snel en was rond 1880 vrijwel verdwenen. De wei nige pottenbaksters die overbleven maak ten hoofdzakelijk nog decoratieve waar voor de plaatselijke bevolking. Totdat er rond de jaren '60 van de vorige eeuw een nieuwe belangstelling voor de traditionele levensstijl van het Deense volk ontstond. Hierdoor kwam er opnieuw belangstelling naar de productiewijze van dit ambach telijke aardewerk. Tot op de dag van Randfragment jyde kookpot Afbeelding jydepot vandaag wordt er weer Jyde aardewerk geproduceerd in kleine ateliers. Roodbakkend aardewerk Er is een grote hoeveelheid scherven van roodbakkend aardewerk gevonden. De meeste scherven zijn te dateren in de periode zeventiende tot begin negentien de eeuw. Maar ook uit het laatste kwart van de zestiende eeuw zijn er scherven gevonden. Het betreft onder andere een buik- of wandfragment van een kan of pot van dunwandig, roodbakkend aardewerk. Dit aardewerk kenmerkt zich doordat het glazuur niet de gehele pot bedekt. Ook de opbouw van ringen op de schouder doet vermoeden dat we hier te maken hebben met een vroeg exemplaar. Uit de zeventiende eeuw is een frag ment van een steelpan of koekenpan gevonden. Deze heeft veel kenmerken van roodbakkend aardewerk uit Bergen op Zoom, zoals de duimindrukken op de aanzet van de steel en de omgeslagen ran den van de steel zelf. Het kan zijn dat dit in die tijd bekende aardewerk plaatselijk is nagemaakt of dat we te maken hebben met een product dat echt afkomstig is uit Bergen op Zoom. Helaas is het merkteken 'BOZ', niet aanwezig, zodat er inderdaad gedacht moet worden aan namaak. Het is heel goed mogelijk dat dit zelfs in Leeu warden is geproduceerd. Ook is een fragment met een gedeelte van het handvat op de bovenkant van een vuurklok uit de zeventiende eeuw gevonden. Een vuurklok diende om een smeulend haardvuurtje af te dekken voor de nacht, zodat het in de vroege morgen weer opgerakeld kon worden. De binnen kant van deze scherf heeft roetsporen. Opvallend is dat er veel aardewerk is

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2010 | | pagina 24