De zinderende polemiek tussen twee respectabele
Huizumers
21
Syb Grijpstra Dit verhaal gaat over twee mannen met respectabele posities op de maatschappe
lijke ladder. Zij kenden elkaar maar al te goed. Door een pasgeboren kind ontstond
tussen hen onenigheid. Via de krant werd dit geschil publiekelijk uitgevochten.
Het is het verhaal van de dokter en de
gemeentesecretaris. Dokter W. Sinnighe
Damsté (1869) was een telg uit een niet
onbemiddelde Groninger familie. Zijn
vader Jacobus Smede Sinnighe Damsté
was van 1873 tot 1910 hervormd predi
kant in Wirdum (Friesland). Na te zijn
afgestudeerd vestigde de dokter zich als
huisarts in Huizum. Hij woonde eerst aan
de oostzijde van de Verlengde Schrans.
Tegelijkertijd liet hij het doktershuis Ver
lengde Schrans 2 bouwen. Dit pand werd
in 1901 opgeleverd.
In die tijd was er geen ziekenfonds,
maar dokter Damsté had een goed oog
voor de financiële omstandigheden van
zijn patiënten. De rekeningen werden
afgestemd op het door de dokter geschatte
inkomen van de betrokken patiënt. Voor
de allerarmsten stelde hij een ziekenfonds
in van 10 cent per week, maar de inning
van de verschuldigde premie liet de dok
ter dikwijls achterwege.
Drie gouden horloges
Dokter Damsté was begunstiger van het
Huizumer muziekkorps Volharding. Als
tegenprestatie moesten de muzikanten
op Koninginnedag (31 augustus) vanaf
het dak van zijn woning een serenade ten
gehore brengen. De dokter was bovendien
beschermheer van kaatsvereniging Onder
ling Genoegen en in die hoedanigheid
werd hij bezocht met het verzoek om een
bijdrage voor de te organiseren kaatspartij
voor jongens. 'Wat dachten jullie van drie
gouden horloges', zei de dokter. De bezoe
kers waren met stomheid geslagen.
Later belde de dokter voorzitter Y. Hil-
verda van de kaatsvereniging en deel
de hem mee, dat hij bij een met name
genoemde juwelier drie gouden horloges
kon halen. Vanaf die tijd werd de jaar
lijkse kaatspartij voor jongens, de zoge
naamde Damstépartij, een topper in de
kaatssport! Na afloop van deze kaatspar
tij gingen de deelnemers, met de muziek
van Volharding voorop, een rondgang
door Huizum maken. Bij de woning van
de dokter werd halt gehouden en dan
speelde Volharding het Fries volkslied.
Damsté was niet alleen bemind maar
ook gevreesd. Wanneer iets hem niet aan
stond, kon hij fors van leer trekken. Dat
ondervond ook de gemeentesecretaris van
Leeuwarderadeel.
Oorzaak van onenigheid
Lieuwe Jans de Jong (1867) kwam in 1908
in dienst van de gemeente Leeuwardera
deel In 1909 volgde zijn benoeming tot
gemeentesecretaris. Van 1930 tot 1935
was hij lid van Gedeputeerde Staten van
Friesland. Hij was een kleinzoon uit het
tweede huwelijk van Lieuwe Jans de Jong,
wiens dagboeken 1825-1855 in 1993 in
druk zijn verschenen. L.J. de Jong huwde
met zijn half-nicht Lieuwkjen Anskes de
Jong, eveneens kleindochter van Lieuwe
Jans de Jong. Haar vader was geboren uit
het eerste huwelijk, waarbij haar groot
moeder in het kraambed stierf.
De functie van gemeentesecretaris is
meer intern gericht. L.J. de Jong was
nauw betrokken bij de oprichting van
de Woningstichting Leeuwarderadeel in
1913. Van 1913 tot 1918 was hij secreta
ris, bovendien hield hij de boekhouding
van deze stichting bij. De Jong moti
veerde zijn werk en dat van de wonings
tichting als volgt: de verbetering van de
volkshuisvesting te bevorderen, door mid
del van opruiming van krotten en het bou
wen van nieuwe en ruimere woningen.
Hij was ervan overtuigd dat die verbete
ringen zowel materieel als geestelijk van
groot belang waren voor belanghebben
den, maar ook voor de samenleving als
geheel.
Op 6 maart 1909 was dokter Damsté
aanwezig bij de bevalling van de onge
huwde Anna Terpstra uit Huizum. Anna
Willem Sinnighe Damsté (1869-1952)
op een foto uit circa 1940
Gemeentesecretaris van Leeuwarderadeel
Lieuwe Jans de Jong (1867-1939)