23 beledigd acht en door een rectificatie geheel voldoening heeft gekregen, heeft zich geroepen gevoeld ongemotiveerd de meest grove beledigingen naar het hoofd van vier ambtenaren te slingeren, van wie drie jongen, die zich nog een positie in de maatschappij moeten veroveren. Voelt de heer Damsté niet, dat hij daardoor zeer onrechtvaardig is? Als verantwoordelijk ambtenaar voor de taak, die de drie jon ge ambtenaren op de schouders kregen gelegd, voel ik mij verplicht voor hen in het krijt te treden, opdat zij zoveel moge lijk van de blaam, door de heer Damsté op hen geworpen, worden gezuiverd.' Hierna beschreef de secretaris de gang van zaken rond de totstandkoming van de rectificatie, die in overleg met de dokter in de Leeuwarder Courant was geplaatst. Hij eiste excuses van de dokter en toen die niet gauw kwamen, klom hij opnieuw in de pen. Daarin ging hij in op de beschul diging dat er teveel personeel op de secre tarie zou zijn en dat de kwaliteit van de ambtenaren beneden de maat was. Vol gens de secretaris was er eerder te weinig personeel dan teveel. Dikwijls moest er tot 's avonds 10 uur worden overgewerkt. Verder wilde hij nog kwijt dat de autori teiten zonder onderscheid zeer tevreden waren over de ambtenaren. Daarna reageerde hij op de dokter zijn negatieve bewoordingen ten aanzien van het gemeentelijk apparaat. Hij verklaar de daarin allereerst dat hij geen last had van achteloosheid van het personeel, laat staan van verregaande achteloosheid. 'Is de secretarie een Augiasstal? Ik laat het beheer van de secretarie geheel aan de ambtenaren over. Als secretaris draag ik de verantwoordelijkheid voor de secretarie omdat ik weet dat het werk op tijd wordt afgemaakt en het werk wordt gedaan door bekwame handen en dat het publiek door alle ambtenaren zeer welwillend wordt behandeld.' In de krant van 22 maart reageerde de dokter, dat hij ondanks al dat geschrijf van De Jong niet van mening was ver anderd. 'Lang werken betekent nog niet nauwkeurig werken. Ik beoordeel de kwa liteiten van het personeel naar zijn daden en niet naar de lof die anderen uitbazui nen. Meer gepast en bescheiden was het geweest als De Jong namens het perso neel de belofte had gedaan dat dergelijke slordigheden niet weer zullen voorkomen. Wel speet het de dokter dat De Jong had vastgesteld, dat hij door Damsté als ver antwoordelijke man was aangewezen. 'Het hoofd van de secretarie is volgens mij niet verantwoordelijk voor het personeel, dat immers niet door hem wordt benoemd. Dat heb ik hem reeds gezegd.' Tot besluit vermeldt hij nog: er is 'something rotten in the state of Leeuwarderadeel.' Dat was een reden voor de secretaris om voor de vierde maal een ingezonden stuk te schrijven. Hij rafelde het hele verhaal van de arts uit elkaar en daagde hem uit eens recht voor de raap te zeggen wat hij precies bedoelde. TJ zegt: daar is iets rots in Leeuwarderadeel'. Let wel! Ge zegt niet 'Daar is iets rots geweest in Leeuwardera deel'. Hiermee eindigde de polemiek tussen de gemeentearts en de gemeentesecreta ris van Leeuwarderadeel. Het ligt voor de hand dat hier intern op het gemeentehuis wel over gesproken is, maar dat kwam niet naar buiten. Achternaam verdwenen Wie denkt dat nadien de familieberichten en zeker de geboorten voortaan correct in de krant kwamen, heeft het mis, hoewel de nieuwe kwestie mogelijk een geval was van 'nocht aan ünnocht'. Op 25 april 1914 was er uitbreiding in het gezin van dokter W. Sinninghe Damsté. Onder 'geboorten' in de Familieberichten is het eerste deel van de achternaam van de dokter ver dwenen en toegevoegd als derde voor naam van het kind. Er staat 'geboren: Pieter Jan Sinninghe, z.v. Willem Damsté en Johanna Hermina Antonia Tjallingii'. Allicht een reden voor de dokter te den ken, dat er nog geen Hercules was ge weest die de Augiasstal aan de Schrans had opgeruimd... (*)Aanvankelijk stond het gemeentehuis van Leeuwarderadeel in Leeuwarden aan het Raad huisplein. Eind negentiende eeuw verhuisde men naar een villa in de Schrans (derde pand van rechts met vlaggenstok). Toen werd Hui- zum hoofdplaats van de gemeente. Omstreeks 1920 werd de villa afgebroken en verrees een nieuw gemeentehuis (nu is het Frysk Schilder- shüs in dit pand gevestigd). In 1944 is Huizum bij Leeuwarden gevoegd. In 1961 verhuisde het gemeentebestuur naar Stiens. Prentbriefkaart van de Schrans met links het gemeentehuis van Leeuwarderadeel rond 1904 LcOVflLT^i4)t»k

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2011 | | pagina 25