2
Enkele belangrijke kandidaten vielen
meestal om politieke redenen af, er bleef
eentje over: de Friese stadhouder Willem
Karei Hendrik Friso, prins van Oranje en
Nassau. Hij was de enige zoon van de al
lang overleden stadhouder Johan Willem
Friso en van Maria Louise, prinses van
Hessen-Kassei, Marijke Meu, die als gou
vernante (regentes) wel twintig jaar voor
haar minderjarige zoon had geregeerd.
Door haar uitgebreide netwerk bin
nen de Europese vorstelijke families had
Maria Louise weten te bewerkstelligen
dat haar zoon, de stadhouder uit Leeu
warden, trouwde met de oudste dochter
van de Britse koning uit Londen. Anna
en Willem trouwden in maart 1734 in
Londen.
Van Londen naar Leeuwarden
Het was een hele overgang van Anna
om van de paleizen in Engeland, Hamp
ton Court en St. Jamespalace, te komen
wonen in het stadhouderlijk hof te Leeu
warden. Natuurlijk was er het vooruit
zicht dat haar man eens stadhouder zou
worden van de gehele Republiek der
Verenigde Nederlanden en dat ze in Den
Haag zouden komen wonen. Maar dat
was allerminst zeker. De Hollandse tak
der Oranjes was al in 1702 uitgestorven
en het beviel de Hollandse regenten pri
ma, om het zo zonder Oranje stadhouder
Kopergravure, vervaardigd door Jan
Caspar Philips naar een schilderstuk
van Rienk Keijert, voorstellende het
vuurwerkspektakel dat plaatsvond ter
gelegenheid van het huwelijk en de ver
welkoming van het prinselijk paar in
1734 in Leeuwarden
te stellen in dit Tweede Stadhouderloze
Tijdperk.
Voorlopig moest Anna zich tevreden
stellen met de hofstad Leeuwarden. Er
zijn nogal wat historici die blijk hebben
gegeven van het feit dat Anna zich dood
ongelukkig voelde in Leeuwarden. Dat
is nog maar zeer de vraag. Ondanks dat
het huwelijk gearrangeerd was, werd het
een bijzonder gelukkig huwelijk. Anna en
Willem bezaten dezelfde esprit, hetzelfde
intellectuele vermogen om zich met kunst,
cultuur en politiek bezig te houden. En
wat bovenal uitzonderlijk was bij vorste
lijke huwelijken: ze wisten elkaar voort
durend gelukkig te maken. Dat blijkt
uit de brieven die ze elkaar schreven als
Willem van huis was en Anna achterbleef
in Leeuwarden. Nu was dit echtpaar ook
zeer op elkaar aangewezen in het klein
steedse Leeuwarden, maar voor de echte
lieden was dat geen enkel probleem.
Anna heeft nooit geklaagd over Leeu
warden. Wel had ze heimwee naar haar
familie in Engeland. Vooral naar haar
zussen, daar bleef ze dan ook haar leven
lang mee corresponderen.
In Holland was haar een ijzig welkom
voorbereid (daar was nog steeds het Stad
houderloos Tijdperk!), maar in Harlingen
en vooral in Leeuwarden was een groot
feestelijk onthaal met een groots vuur
werk haar ten deel gevallen. Toch kun
nen we ons indenken dat het voor Anna
een hele schok geweest moet zijn, toen
ze in mei 1734 voor het eerst in Leeu
warden kwam. 's Winters verbleven Wil
lem en Anna meestal in Leeuwarden. De
stad lag dan geheel geïsoleerd, hoofdza
kelijk omringd door primitieve wegen en
veel kanalen en waterwegen. Maar waar
moest je 's winters ook naar toe?
Het enige buitenverblijf dat ze in de
omgeving hadden, was Oranjewoud en
daar was het 's winters niet aangenaam.
Veel wind, kale landschappen en vaak
regen omringden haar, dus men kon maar
beter binnen blijven. Er was niet alleen
sprake van een fysieke geïsoleerdheid,
ook sociaal gezien was het voor Anna een
forse teruggang. In Londen had ze als
kunstzinnige prinses te maken met cul
tuur, wetenschap en vooral politiek. Ze
sprak er geleerden als Alexander Pope,
John Gay en vooral de hofcomponist
Georg Friedrich Handel.
Ze volgde de Engelse politici op de voet.
Het grote politieke fenomeen Robert Wal-
pole vond ze fascinerend. Den Haag had
dat in mindere mate, maar Leeuwarden
had in deze geheel niets te bieden. Alleen
de gebroeders Willem en Onno Zwier van
Haren waren voor haar nog wat erudiet
gezelschap. Dat gold ook andersom: nie
mand zat in Friesland te wachten op de
Princess Royal, want dat was haar offici
ële titel als oudste dochter van de koning.
Er was ook nauwelijks contact met de Sta
ten van Friesland. Er was zelfs niet eens
contact met haar schoonmoeder, Maria
Louise. Immers, Maria Louise was slechts
een Doorluchtige Hoogheid en Anna was
een Koninklijke Hoogheid.
Maria Louise was in Het Princessehof
aan de Grote Kerkstraat gaan wonen,
dat was nu haar weduwenpaleisje. Ze
wilde haar zoon en schoondochter geen
strobreed in de weg leggen en zich ook
niet bemoeien met zijn stadhouderschap.
Anna bemoeide zich ook niet met het
bestuur van Friesland, iets wat ze later
wel deed in Den Haag en zeker toen ze
later gouvernante, regentes, werd van de
gehele Republiek. Toen bleek ook haar
inzicht in politiek en bestuur.
In haar eigen vertrekken in het Stad
houderlijk Hof las Anna veel. Uren kon ze
zich met lectuur vermaken. Ze vond het
aangenaam om Herodotus en Plutarches
en anderen van het Grieks in het Frans te
vertalen. Ze correspondeerde ook graag,
met tal van familieleden in geheel Euro
pa. Haar correspondentie met haar neef,
koning Frederik de Grote van Pruisen,
werd gewoon voortgezet, ook vanuit Leeu
warden. Ze las zelfs de brieven van haar
hofdames die uit Engeland mee gekomen
waren. Zo kon ze toch wat nieuws te horen
krijgen uit haar geliefde vaderland.
Het eerste jaar was ze nog snel terug
gekeerd naar Engeland. Dat kwam omdat
haar man op inspectiereis met het leger
door Duitsland moest. Zij nam toen de
kans waar om weer terug te gaan naar
Londen. Pas toen ze van dat verblijf terug
kwam, groeiden de echtelieden echt naar
elkaar toe en stak ze Het Kanaal niet
meer over. Ze vereenzelvigde zich steeds
meer met haar man en vooral met de
belangen van het Huis Oranje. De Friese
Oranje-Nassaus waren namelijk de enige
Oranjes die nu nog leefden. De belangen
LiCOV<3LP^t4)t,k