6
overlijden overgenomen door de bekende
slagersfamilie Brada. Mijn grootvader
trouwde op 18 december 1875 in Leeuwar
den met Ymkje van der Wal. Zij was een
dochter van de timmerman Albertus Jans
van der Wal en Janke Bokma. Ik herin
ner me haar als een schat van een vrouw.
Samen kregen ze in Leeuwarden zes kin
deren, waarvan één binnen het jaar over
leed. Op 22 november 1877 kwam mijn
moeder als eerste. (Zij trouwde met Douwe
Meinderts Bonnema en uit dit huwelijk
werd ik op 26 januari 1910 geboren.) Het
tweede kind was een zoon: Cornelis Jan
(25 oktober 1879). Daarna volgden Pietje
(23 augustus 1881), Catharina Alberdina
(26 november 1882), Catharina (22 maart
1884), zij werd Tity of Tine genoemd, en
Hans (16 juli 1885).
Er zijn in de familie een paar verha
len bekend over het kattenkwaad dat de
jongens uithaalden. Tante Piet vertelde,
dat de jongens soms naar school gingen
met onder hun kleren een varkensblaas
gevuld met bloed. Ze wisten de meester zo
kwaad te maken dat hij hen sloeg, waar
door de varkensblaas knapte, het bloed
in het rond spatte en de meester tot wan
hoop werd gedreven. Van tante Tine is het
volgende verhaal: soms pikten de jongens
vlees of worst uit de slagerij om daarmee
honden te lokken, die ze vervolgens peper
op hun gat strooiden, zodat ze jankend de
straat uit renden.
Oom Hans, de tekenaar
Zoals eerder verteld, is de tekenaar mijn
Hans de Jong aan het werk in zijn
atelier
JtltiHv Jfsrkatrant. LtEVWAKDElf.
De Kleine Kerkstraat rond 1904
oom Hans. Hans was aanvankelijk huis
schilder bij schildersbedrijf Mammen in
Leeuwarden. Bij dit bedrijf nam hij echter
ontslag, omdat hij in 1908 als niet-georga-
niseerde weigerde deel te nemen aan een
staking en als onderkruiper veelvuldig
werd bedreigd. Inzet van de staking was
de eis tot verhoging van het uurloon van
17 naar 20 cent!
Later kwam hij in dienst bij het schil
dersbedrijf Wits, waarvoor hij veel deco-
ratiewerk deed, onder andere een grote
plafondschildering bij de familie Tom-
brock aan de Nieuwestad (in de vier
hoeken de jaargetijden en in het midden
bloemenmanden en -ranken). In Heeren
veen maakte hij een schoorsteenstuk,
voorstellende Mozes in het biezen mandje
met Mirjam en de Egyptische prinses.
Ook maakte hij veel schilderijtjes op flu
weel. In 1907 bijvoorbeeld maakte hij
op verzoek van zijn nicht Pierkjen Smit
(gehuwd met Andries Johannes van
Daalen), een schilderij van hun dochter
tje Greetje, welk schilderij Van Daalen
op 14 augustus 1908 voor zijn verjaardag
kreeg. Verder maakte hij voor zijn moeder
een schilderij van zijn in 1902 overleden
vader en voor zijn zwager Willem Ver-
steegh een schilderij van diens geboorte
plaats Siddeburen. In 1908 solliciteerde
hij als leraar schilderen aan de ambachts
school in Doetinchem, doch hij kreeg deze
baan niet. Later werd hij wel leraar aan
de ambachtsschool in Harlingen.
Hij huwde op 28 mei 1909 met Minke
Koetstra, tegelijk met zijn zuster Pietje
die trouwde met Klaas Smit. Na hun
huwelijk gingen ze wonen in het huis
Zaailand 102, waar tot dat tijdstip hun
moeder had gewoond. Hoe het verder met
oom Hans gegaan is weet ik niet, maar
misschien kan één van de lezers aanvul
lingen geven.'
Naschrift:
Na het overlijden van Jan Bonnema zijn foto's
te voorschijn gekomen die een aardige aanvul
ling zijn op dit artikel, namelijk twee foto's
van Hans de Jong, waarvan eentje met de hier
genoemde schilderijen. Ook dook er een exem
plaar van 't Kleine Krantsje op (december 1995,
nummer 622), waarin ene mevrouw Ellens ver
telt dat het ontwerp van 'de vogel met jongen
onder de vleugels' van het Gabbema Gasthuis
gemaakt is door een oom van haar man, een
meneer De Jong, die vroeger leraar tekenen
was aan de Ambachtsschool en die later leraar
werd in Harlingen.
Uiig. I. Uanrj; Cl. [,r|