Herinneringen aan de Bagijnestraat en omgeving
uit de jaren '50 en '60
La» it
22
Albert Pasma In 1946 ben ik geboren in de Bagijnestraat 63. Mijn vader had er een biljartfabriek.
Aan de straatkant was een etalage waar altijd een aantal biljarts stond en achter
was de biljartmakerij. We woonden boven en hadden een mooie zonnige kamer. Ik
woonde hier de eerste 25 jaar van mijn leven en heb heel goede herinneringen aan
de binnenstad.
Naast ons woonde de familie Propsma. Zij
woonden ook boven en de ingang van dat
huis was in de Sint Anthonystraat. Bene
den had Ganzevoort van de Nieuwestad
de opslag van piano's en orgels, die soms
moesten worden gestemd en dan klonken
de tonen door de straat.
Aan de andere kant van ons huis stond
de Westerkerk, nu PopPodium Romein. In
de tijd waarover ik spreek waren er nog
elke week kerkdiensten, in de jaren '60 de
jeugddiensten, die zeer veel kerkgangers
naar de kerk trokken.
De noordzijde van de Bagijnestraat in
1960 met rechts biljartmakerij Pasma
en de opslagruimte van Ganzevoort
Met het oor tegen de Oldehove
Tussen ons huis en de kerk had mijn
vader een schutting gemaakt en daar
hadden we onze auto staan. Als wij op
zondag met de auto weg wilden voor fami
liebezoek, moesten we altijd wachten tot
de kerk uit kwam, omdat voor de schut
ting veel fietsen stonden. Op een keer
hebben mijn vader en ik de fietsen bij de
schutting vandaan gehaald en elders in
de Bagijnestraat neergezet. Toen de kerk
uitging, stonden wij voor de ramen te kij
ken naar de verbaasde gezichten van de
kerkgangers. We hebben wat afgelachen!
Op de achtergrond van de straat was
er altijd de Oldehove. Het was net of hij
altijd een oogje in het zeil hield en een
beetje waakte over de Bagijnestraat. Wat
was het een prachtig geluid als op feest
dagen (Koninginnedag, Bevrijdingsdag,
Elfstedentocht, aankomst Sinterklaas),
maar ook op 4 mei de zware klokken luid
den. Als kinderen gingen we dan naar
de Oldehove en hielden een oor tegen de
muur van de toren om het dreunen van de
zware klokken te voelen.
We speelden vaak op de stoepen van de
Westerkerk en op zondagmorgen galmden
we buiten mee met de gezangen van de
kerkgangers. De teksten kenden we niet,
maar we zongen op onze manier wel mee.
Een heel leuk spelletje was ook om langs
de rand van de kerk te lopen en dan te
proberen zo ver mogelijk te komen.
Verder de straat in zat naast de kerk
Meubelen 't Binnenhuys. Een heel span
nend pand met allemaal gangetjes en
kamertjes waar we wel speelden. Naast
het Binnenhuys lag jarenlang een braak
stuk terrein, waar later de Firma Ten
Doesschate is gekomen, een magazijn van
chemicaliën, geneesmiddelen en specerij
en. In 1957 is hier een ontploffing geweest;
ik stond buiten, hoorde de ontploffing en
zag veel rook.
Op de hoek van de Bollemansteeg was
café De Jong. Ik kan me nog herinneren
dat er vaak dronken mensen uit kwamen.
Verder de straat in stonden veel oude,
kleine huisjes die er nu al lang niet meer
staan.
Aan het eind van de straat (het was
natuurlijk het begin van de straat, want
de huisnummertelling begint hier) had
Pruis uit de Kleine Kerkstraat een fiet-
senwerkplaats. Hier was ook de drukkerij
van Terveer. Ook woonde Roosje Cohen
hier vroeger met haar man Hannes. Vol
komen onterecht waren we altijd een
beetje bang voor Roosje. Ik kan me nog
herinneren dat ze voor haar huisje stond
te roepen dat haar man het geld, dat voor
de distributieradio bedoeld was, verzopen
had. Heel triest.
Verder woonde in deze kleine huisjes
Snorrewiets, zij was onkruidwiedster. Ook
Rooie Mienekes, handelaar in lompen en
metalen, beter bekend als Handeloooo!,
woonde hier. Deze huisjes zijn in die tijd
afgebroken, waarbij in 1957 een ongeluk
gebeurde. Er was een muurtje blijven
staan en daar speelden kinderen uit de
buurt. Een jongen uit mijn klas kwam
onder het omvallende muurtje terecht en
overleed.
Aan de zuidzijde van de straat stonden
de brandweerwoningen en was er de ach
teringang van het politiebureau aan de
Nieuwestad. De politieagenten fietsten
altijd door de straat als ze naar het werk
gingen. Als kleine kinderen groetten we
de politie: 'pliesieü', maar dat riepen we
ook als we iets deden wat niet mocht en
we elkaar voor de pliesie waarschuwden.