La» it
36
Opa en opoe de Groot met mijn vader Piet aan het bed van Fedde de Groot.
Collectie Jaap de Groot
een van de vele terrasjes langs de gracht
van de Nieuwestad. Na de hervatting van
de tocht belandden we, uiteraard, ook
even in de Nieuwe Oosterstraat, want je
wilt toch ook je gasten kennis laten maken
met de buurt waar je eigen 'roots' liggen.
Waar wij vroeger, op nummer 4, de kost
verdienden met de handel in radio's en
televisies, grammofoonplaten en muziek
instrumenten, daar staan nu de vitrines
met kruiden, Turks brood, buitenlandse
kazen en de kratten met heel veel groen
ten en andere lekkernijen. Meneer Kili,
de uitbater van Anadolu en inmiddels ook
al weer 24 jaar een hardwerkende Leeu
warder middenstander, kwam de winkel
uit toen ik met gebaren aan mij gasten
duidelijk maakte achter welke kajuit op
de zolderverdieping de slaapkamer lag
van mijn broer en mij.
Ook zijn echtgenote was nieuwsgierig
naar onze belangstelling. Ik vertelde ze
dat wij daar jarenlang hadden gewoond.
De indeling van de bovenverdieping was
helemaal veranderd, zo vertelde de eige
naar. Op mijn opmerking dat mijn 'Ome'
Fedde, de broer van mijn vader, daar op
die kamer in de oorlog een onderduiker-
plek had gehad, reageerde de mevrouw
Kili met de mededeling dat zij daar bij de
verbouwing nog boekwerkjes had gevon
den. Zij snelde de winkel in en kwam bin
nen de kortste keren terug met een stapel
boekjes uit de serie Politiek en Cultuur,
lectuur met een duidelijk antifascistisch
stempel uit 1939 en 1940.
Omdat er in de stapel van zo'n vijf
tien boekjes de nodige 'dubbelen' zaten
bevestigde dit mijn gevoel dat deze voor
raad inderdaad van mijn oom moet zijn
geweest. Hij was in die jaren ondergronds
bezig met de illegale lectuurverspreiding.
Dit lezen we ook in een tekstbijdrage in
de boeken over de stamboom van de Kal-
ma's, opgetekend door mevrouw S. Kok-
Draijer en in het Leeuwarder oorlogsdo
cument Laarzen Op De Lange Pijp van
Ype Schaaf. Oom Fedde werd verraden in
1941 en zat meer dan vier jaar in diverse
concentratiekampen, waaruit hij ruim na
de oorlog, meer dood dan levend, terug
kwam.
Ik kreeg de voorraad boekjes als reli
kwie mee, keurig verpakt in een plastic
tasje, zoals het een goed middenstander
betaamt.
Jaap de Groot, Leeuwarden
Landje pik
In aantekening 72 bij hun artikel over
de Dekama Oudhof in Tussen Potmarge
en Jokse, Sudertrimdielrige V merken de
schrijvers O. Hellinga en T. Sandijck over
de aanleg van de stenen pijp in de Schrans
op dat deze 'naast de bestaande Wijnhorn-
sterzijl (moest) worden aangelegd en wel
ten zuiden ervan. De oude zijl vormde
de grens tussen Leeuwarden en Hui-
zum. Wie evenwel de kadastrale kaarten
bestudeert, zal tot de conclusie komen dat
nadien de stenen pijp de grens uit
maakte. de Friese hoofdstad (heeft) bij
deze operatie de nodige m2 van Leeuwar-
deradeel afgesnoept, weliswaar niet meer
dan een kleine grenscorrectie, maar tot
dusverre onopgemerkt gebleven'.
Wie de kadastrale kaarten van beide
gemeenten langs hun zuidgrens verge
lijkt, ziet bijvoorbeeld dat Leeuwardera-
deel die keurig langs de zuidoever van de
Potmarge laat lopen, terwijl Leeuwarden
de grens onder de oever tekent; bijvoor
beeld op de kaart THAD.I.025a (Beeld
bank Leeuwarden): het tekent de aard
van het beestje.
Maar wat mij het meest verwondert, is
dat ik niets kan vinden over de annexa
tie van het erf van de molen de Eenhoorn
(G827 in de Kadastrale Atlas van Fries
land 1832, deel 7 Leeuwarden). Sinds
kaartenheugenis is de Wijnhornster zijl-
sloot met op het oudland de Potmarge de
grens tussen beide gemeenten. De laatste
mij bekende kaart die de oude situatie
weergeeft is die van Schotanus uit 1750.
En in 1832 is alles anders: het terrein van
de Eenhoorn is voor Huizum verloren. De
oudste kaart mij bekend die dit weergeeft,
is die van het 'Procesverbaal van grens
bepaling van Leeuwarden 1824' te vinden
op pagina 14 van bovengenoemde atlas.
Wie, o wie, weet hoe en wanneer dit is
geschied?
J. Verbeek, Leeuwarden