Over een foto van G. Rommerts en over het Sneeker
Dijkje
10
Jan Verbeek Dit artikel gaat eerst over een foto die G. Rommerts rond 1900 heeft genomen en
in het bijzonder over de plaats waar hij stond toen hij afdrukte. Daarover bestaan
drie meningen, die aan bod komen. Vervolgens komt het Sneeker Dijkje aan de
orde.
De Beeldbank Leeuwarden geeft twee toe
lichtingen bij de foto van Rommerts; in de
eerste plaats: 'Gezicht vanaf het Huizu-
mer kerkhof over de Wirdumervaart naar
het noordwesten; rechts de bebouwing
achter Huizum-dorp z.z.' en als tweede:
'Bij De Potmarge'. We zullen zien of deze
toelichtingen wel correct zijn
In Waar blijft de tijd; 500 jaar Leeu
warden lezen we in de derde toelichting,
namelijk in deel 5, op autoriteit van het
Historisch Centrum Leeuwarden, dat
de fotograaf op het Stenen Pypke (stond).
Rechts de achterzijde van de huizen aan
de Schrans noordzijde. Links sinds 1683
(moet zijn 1685) het zogeheten Aschland.'
Had de fotograaf op het Stenen Pypke
gestaan, dan hadden aan de linkerzijde
de woning met achterliggende p aarden
stalling van de opzichter van de stadsrei
niging hem het zicht ontnomen en aan de
rechterzijde de paardenstalling en troch-
reed van voorheen het Logement Spoor-
zicht. Middenin de zoeker had hij naast
de daken van de mestplaatsen misschien
de schoorsteenpijpen van de Leeuwarder
Strocartonfabriek in het vizier gehad.
Een aardig beeld van die situatie van
toen geeft de achtergrond van de foto van
het vijfjarig jubileum van Ons Genoegen
uit 1919. Links de opzichterwoning met
een stukje ringmuur, rechts de sigaren
fabriek in een aanbouw aan de stallen
van het voormalige logement, ertussen
een scherm dat het talrijke publiek moet
beschermen tegen een onverhoopte val
van het pypke en daarachter nog het dak
van een der mestplaatsen.
Maar wat als Rommerts van het pypke
verder oostwaarts langs de opvaart was
gelopen en toen had afgedrukt; had hij
dan niet de achterzijde van de huizen aan
de Schrans noordoostzijde aan de opvaart
van de Potmarge naar het Wijnhornster
Zijlpypke vastgelegd? Mejuffrouw R. Vis-
scher schrijft in Leeuwarden van 1846 tot
1906 dat: in 1869 de raad (besloot)
om het bestaande aschland te verbete
ren. Dit werk werd van 1870-1872 ter
hand genomen. Langs de Potmarge, de
opvaart naar het Wijnhornster Zijlpijpke
en de beide invaarten werden walmuren
opgemetseld; op het land bracht men vijf
overdekte mestplaatsen aan, terwijl de
daarvoor uitgegraven aarde tot ophoging
diende van het overige terrein, dat van
eene keibestrating werd voorzien.' We
hadden dan tenminste die opgemetselde
walmuren moeten zien, maar niets van
dat al. Ook het feit dat het water rechts-
midden de foto uitstroomt is een probleem
voor de situering bij de Schrans, evenals
het huis met de twee schoorstenen dat de
kap langs de Schrans zou moeten hebben:
het heeft geen naastliggers, dus mogelij
ke kandidaten als nummers 57/59 (thans
praktijk voor Orthodontie), nummer 29
(voorheen Kamsma) of nummer 25 (thans
De Jong) vallen af. Deze derde toelichting
lijkt de toets der kritiek niet te kunnen
doorstaan.
Zelf debet
Op naar toelichting twee: 'Bij De Potmar
ge'. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen
dat ik hieraan mede debet ben geweest.
Ik heb de Beeldbank op de omschrijving
in Waar blijft de tijd gewezen, maar om
er dan meteen Potmarge van te maken...?
De Potmarge zoals wij die in onze tijd
kennen, loopt van De Tijnje naar De
Weaze en kent een dergelijke rij huizen
alleen bij de Potmargewal, maar die lijkt
in de verste verte niet op die van de foto
van Rommerts. Kortom, toelichting twee
valt ook af.
Laten we nog eens kijken naar de foto.
Wat opvalt is rechts het (vermoedelijk)
onderkelderde huis van steedse allure; op
het erf twee dames voor het huuske aan
het water. Dit werpt een scherpe schaduw
van ongeveer 45 graden op de muur ach
ter hen; scherp voor de tijd van het jaar,
want de bomen zijn kaal. Het tijdstip van
opname moet daarom rond het middaguur
liggen. Dat betekent dat met de middag
zon in het zuiden, de vaart ongeveer van
oost naar west loopt en de toeschouwer
naar het westen kijkt. We hebben een foto
van een Huizumer nodig om het raadsel
definitief op te lossen.
De foto, door G. Rommerts rond 1900
gemaakt