17
Het Oostergoplein in september 1965
gezien vanuit het noordwesten
Foto: Leeuwarder Courant
van) de gemeente Leeuwarderadeel, toen
nog globaal gevormd door het spoor en de
Potmarge.
De meest opvallende passages uit de
toelichting op het plan van 1930: 'De
hoofdwegen van en naar Leeuwarden, de
Harlingerstraatweg, Stienserweg, Gronin
gerstraatweg en Overijsselschestraatweg
zullen zoodanig met elkaar worden ver
bonden, dat het groote verkeer om de stad
wordt heengeleid. Van de Stienserweg
komt ter hoogte van het Schapedijkje een
weg in oostelijke richting te loopen die een
brug krijgt over de Dokkumer Ee en uit
komt op den Groningerstraatweg even ten
oosten van den Watertoren.'
'De verbinding Stienserweg-Harlinger-
straatweg wordt bereikt langs een nieu
wen weg, die bij het Schapedijkje begint
en in zuidelijke richting gaat naar den
Marssumerstraatweg bij Baensein. Van
daar is een nieuwe verbinding met den
Overijsselschestraatweg gedacht. Deze
loopt langs de Bildtschestraat tot aan het
Engelscheplein en van hier in zuidelijke
richting. Verre toekomstmuziek is nog de
weg rechtstreeks van den Harlingerstraat
weg naar het Zuiden, alsook de weg die
langs Kalverdijkje-Poppeweg eveneens
vanaf den Groningerstraatweg verbinding
geeft met den Overijsselschestraatweg.'
In het plan van 1935 zien we dat op de Har
lingerstraatweg ter hoogte van de Bildtse-
straat en de Leeuwerikstraat een groot
plein ontworpen is, het Harlingerplein. In
1958 werd deze naam vervangen door die
van Europaplein. Kort daarvoor was door
de Raad van Europa een beroep gedaan op
gemeenten om een straat of plein 'Euro
pees' te vernoemen.
Voor de verbinding tussen dat plein en
de Groningerstraatweg was reeds sprake
van een grote autoweg die door het Rijk
buiten het ringkanaal aangelegd zou moe
ten worden. In het plan was vooralsnog
een 33 meter brede traverse geprojec
teerd. Volgens de plantoelichting zou deze
bestaan uit een rijweg voor doorgaand ver
keer en een parallelweg voor plaatselijk
verkeer. 'Ook is vanaf het genoemde plein
een verbindingsweg tusschen Harlinger
straatweg en Overijsselschestraatweg en
vandaar weer naar den Groningerstraat
weg ontworpen, welke het doorgaand ver
keer, aanvankelijk langs Bildtschestraat
en Engelescheplein gedacht, zal kunnen
opnemen. De reeds voltooide Franklin-
straat en de ontworpen brug over het Vliet
zijn als onderdeelen van dezen ontworpen
weg te beschouwen.'
Het ringkanaal
Het ontworpen ringkanaal dat in de uit
breidingsplannen 'om de noord' is gelegd,
maakte deel uit van de zijtak Fonejacht-
Harlingen van het kanaal Groningen-Zui-
derzee. Na passage van de lokaalspoorweg
aan de westkant zou het kanaal met een
bocht richting Harlingervaart lopen. Het
tracé was in die tijd nog niet vast bepaald.
In onderzoek was begin jaren dertig nog
de mogelijkheid om het door de stad te
laten lopen. Eind 1938 werd in samen
spraak tussen de minister van Water
staat en het college van Gedeputeerde
Staten van Friesland gekozen voor een
zuidelijk tracé, het tussen 1946 en 1951
gegraven Van Harinxmakanaal. Deze
keuze werd gemaakt omdat het zuidelijk
tracé belangrijk korter (en dus goedko
per) is en ook uit algemeen verkeersoog-
punt voordelen biedt. Een misverstand is
dat de keuze voor het zuidelijk tracé de
mogelijkheid bood voor een noordelijke
rondweg. Zoals hiervoor is aangegeven
was die immers al in het uitbreidingsplan
opgenomen. Wel opende de tracéwijziging
de mogelijkheid om de oostelijke rondweg
verder in te plannen.
Met de kennis van nu is het aardig om
nog even stil te staan bij die tracékeuze.
Zonder het Van Harinxmakanaal zouden
de huidige verkeers- en vervoersknelpun-
ten aan de (verkeersintensieve) zuidkant
van de stad van een heel andere orde
zijn. De stedenbouwkundige structuur
van de wijken Nijlan en Aldlan was een
andere geweest, de locatie van bedrijven
terreinen wellicht veel meer gekoppeld
aan (een ander tracé van) het kanaal,
het Leeuwarder Bos misschien wel rond
Goutum aangelegd etc. Achteraf bezien
dus een zeer fundamentele keuze voor de
stedelijke ontwikkeling van Leeuwarden.
Uitvoering
Na de Tweede Wereldoorlog is het uit-
breidingspan 1935 in sterk aangepaste
vorm uitgevoerd en dan vooral aan de
westzijde van de stad. Dat neemt niet weg
dat de concentrische opbouw van de stad
werd gehandhaafd, het rondwegconcept
werd uitgewerkt, evenals de oriëntatie
van nieuwbouwwijken op die rondweg.
De ruimtelijke mogelijkheden werden
aanzienlijk vergroot doordat per 1 janu
ari 1944 het deel van de gemeente Leeu
warderadeel ten zuiden van de spoorlijn
Leeuwarden-Groningen bij de gemeente
Leeuwarden werd gevoegd.
Enkele schakels van de uiteindelijke
rondweg waren reeds voor de oorlog gerea
liseerd:
- het noordelijk deel van de Valeriusstraat
en het Valeriusplein
- de Archipelweg (tot aan het Kalverdijk-
je)
- de Poppebrug over het Vliet
- de Franklinstraat
- de Tweede Kanaalbrug
- de Julianastraat
- het oostelijk deel van de Julianalaan
- het noordelijk deel van de Heliconweg
- de aanzet tot het Harlingerplein
Begin jaren vijftig werden diverse plan
nen uitgewerkt tot completering van de
rondweg. Zo werd begin 1950 aange
kondigd dat op het kruispunt Verlengde
Schrans met de Prinses Julianalaan een
verkeersplein zou worden aangelegd, dat
aansluiting moest geven op de nieuwe
brug over het in 1951 open te stellen
Van Harinxmakanaal. De sneller dan
LcOVflLT^i4)t»k