19
dit rondwegdeel bleek uit het grote aantal
toeschouwers langs de route en het feit dat
er volop werd gevlagd.
Een van de eerste aangelegde onderde
len van de rondweg, namelijk de Julia-
nastraat (in 1942 tijdelijk omgedoopt tot
Prins Mauritsstraat), werd in 1965 qua
profiel zo goed mogelijk aangepast op de
overige delen van de rondweg, door met
name de breedte van berm en trottoir iets
terug te brengen.
Eind 1965 werd het noordelijk rondweg
gedeelte officieel geopend. Daarmee was
de gehele rondweg bijna voltooid. Bijna,
omdat de Tweede Kanaalbrug nog in aan
bouw was en vooralsnog een fors knelpunt
vormde. In 1966 werd die brug afgebouwd,
de Poppedam in het Vliet aangebracht en
de Franklinstraat volgens het rondwegpro
fiel aangepast.
Ter verfraaiing en ter versterking van de
uniformiteit en karakteristiek, werd in de
jaren zestig de 'rozenkrans' aangelegd, in
de stroken tussen middenberm en ventwe-
gen. De krans werd slechts onderbroken in
de Julianastraat en Franklinstraat door de
geringe breedte van de weg. Velen denken
met enige weemoed terug aan de krans,
weinigen herinneren zich de redenen tot
opheffing: onderhoudsbesparing, verdub-
belingsnoodzaak, schade door strooizout
en... het rozen-cysten-aaltje.
Bruggen, duikers en een dam
In het eindjaren vijftig gepresenteerde vijf
jarenplan werd aangegeven dat de bruggen
in de rondweg, over Wirdumervaart, Oude
Potmarge en Potmarge, alle vaste brug
gen zouden worden. Enkele overwegingen
daarbij: 'gemakkelijk voor het wegverkeer,
goedkoper dan beweegbare bruggen en
goedkoper omdat geen bediening nodig is.'
Bij de behandeling in de gemeenteraad
werd echter uitgesproken dat de vaste
bruggen in het zuidoostelijk deel van de
rondweg vervangen zouden moeten worden
door dammen met duikers. Dit omdat voor
de scheepvaart de Oude Potmarge en Wir
dumervaart geen enkele betekenis meer
hadden en vanuit kostenoverwegingen.
Tegenwerping vanuit het college was dat
bij een brug de wateren hun functie zou
den houden voor recreatie en als overstort
en het bovendien visueel veel aantrekkelij
ker was. Uiteindelijk is er een vaste brug
over de Potmarge gekomen, twee duikers
in de Wirdumervaart en Oude Potmarge,
drie beweegbare (bascule)bruggen (Her-
mesbrug, Eebrug, Tweede Kanaalbrug) en
een dam in het Vliet. Oktober 1966 werd
de Poppebrug over het Vliet onttakeld en
een begin gemaakt met de afdamming. Die
liep vooruit op de plannen tot demping van
het Vliet tussen binnenstad en rondweg.
Weg door rondweg
Waar gehakt wordt vallen spaanders. Ten
behoeve van de aanleg van de rondweg (en
de ontwikkeling van de stratenplannen
aan weerszijden daarvan) was sanering
van weggedeelten en sloop van diverse
opstallen onvermijdelijk. Zo verdween in
1953 het boerenbedrijf aan het eind van
de Achlumerstraat voor de aanleg van de
Heliconweg. De Julianalaan doorkruiste
de Nieuwlandsweg (tussen Vincent van
Goghstraat en het spoor richting Heeren
veen); die weg en de aanliggende boerenbe
drijven zijn sinds de jaren vijftig niet meer
terug te vinden. Om de Julianastraat aan
te passen aan het rondwegprofiel en voor
uitbreiding van de CCF, werden in 1955
aldaar 6 woningen gesloopt. Aanleg van
een nieuw deel van de Archipelweg bete
kende in 1958 het eind voor boerderij It
Heechterp. Beginjaren zestig maakten de
kassen en tuinderijen ten zuiden van de
Badweg plaats voor de Aldlansdyk. Hal
verwege de jaren zestig werd bebouwing
langs de Oude Lekkumerweg gesaneerd
ten behoeve van aanleg van de P.S. Ger-
brandyweg en de aanliggende woning
bouw. De Bogermanstraat, Oude Lek-
kumerdijk en Valckenaerstraat kwamen
daarmee te vervallen. Nog een paar ver
dwenen namen en functies: houtzage
rij Timmermans aan de Ee (1966), villa
Baensein (Europaplein), Abbingastate
en de voormalige stroopfabriek annex
autokerkhof ter plaatse van het Dracht-
sterplein (1968) en villa Gerrike aan het
Oostergoplein (1986).
Het (voorlopig) einde van de Pieter Stuyvesantweg bij de Potmarge in 1955. Bewoners
trekken in zojuist gereed gekomen flats Foto: Leeuwarder Courant