De Oude Lombardsteeg (II): van Dancing Centraal,
concertorgels en De Tapperij
23
Aldert Toornstra Tegen het eind van de jaren twintig verdwenen langzamerhand de winkels in de
Oude Lombardsteeg, maar zorgde de nieuwe dancing nog voor enige drukte. Ook de
beide café's aan het Ruiterskwartier tussen Hoedemakerssteeg en Oude Lombard-
steeg trokken met nieuwe uitbaters meer publiek. Toch werd de Oude Lombardsteeg
in de loop der jaren steeds meer tot wat het nu is: een gemakkelijke maar onaan
trekkelijke en desolate verbinding tussen het Ruiterskwartier en de Nieuwestad.
Nadat het vaste cabaret in De Spiegelzaal
was gestopt bood de zaak toch regelma
tig goed vertier. Zo speelde er tijdens de
kermis in 1922 het Italiaanse Ensem
ble Romeo, werd in de herfst elke avond
muziek verzorgd door een strijkkwartet
en speelde er in januari 1924 enige tijd
het Duitse orkest Weihning dat al enkele
jaren in ons land toerde. Het jaar daar
voor hadden deze musici nog korte tijd
in Hotel Café De Oldehove gespeeld. Met
muzikale voordrachten voor orgel, piano
en viool brachten ze met veel succes een
repertoire dat varieerde van Verdi tot de
nieuwste populaire nummers.
Al vanaf het begin van de jaren twintig
stonden beide panden, de Spiegelzaal in
de Oude Lombardsteeg 2 en het Café Rui
terskwartier 149, enkele malen als één
geheel te koop. Tenslotte werden ze in
1925 toch los van elkaar verkocht. Beide
zaken waren op dat moment nog in eigen
gebruik bij P. de Vries maar konden met
inventaris, waaronder een vrij nieuwe
elektrische piano met rollen en slagwerk,
en vergunning worden overgenomen. Het
pand in de Oude Lombardsteeg kwam in
handen van S. Faber die het daarna een
jaar lang als een gewoon café exploiteer
de. De zaak aan het Ruiterskwartier werd
door twee Groninger handelaren aange
kocht.
Het naastgelegen koffiehuis met loge
ment op de hoek van de Oude Lombard
steeg en het Ruiterskwartier (nummer
151), wisselde minder vaak van uitbater
of eigenaar en bleef jarenlang een vrij
rustige gelegenheid waar ook tijdens de
exploitatie door ondermeer Géjas en Louis
Schaaf tot 1920 weinig bijzonders plaats
vond. Het was een gelegenheid waar tij
dens de vrijdagsmarkt vaak handelaren
zitting hielden en zo hun klanten konden
treffen en voorlichten.
Winkels komen en gaan
Overdag was rond 1920 in de Oude Lom
bardsteeg de levendigheid aardig afgeno
men en bleken sommige winkels er niet
echt te floreren. Na het verdwijnen van
de kachel- en rijwielzaak van Hugo Smit
bood het pand nummer 1 vanaf 1905 ach
tereenvolgens plaats aan Modemagazijn
Beerents, vooral gespecialiseerd in hand
schoenen, dassen en overhemden, en de
winkel van J. Kühn die thee, banket en
chocolade verkocht. In 1913 opende als
laatste J. van Keulen er zijn speciaal
zaak in naaimachines, waarbij vooral het
bekende merk Pfaff sterk werd aanbevo
len.
De zaak was enkele jaren daarvoor ook
al in de Oude Lombardsteeg gevestigd,
maar zat toen op nummer 7, in adverten
ties aangeduid als 'bij de Oude Veemarkt'.
Kennelijk bleek dit achteraf een minder
aantrekkelijke of geschikte lokatie.
In de winkel van Bukers, die in de
zomer van 1920 zijn deuren had gesloten,
vestigde zich na een ingrijpende verbou
wing vanaf maart 1921 het kledingmaga
zijn Bervoets. Daarbij werden de eerste
twee winkelpanden in de Oude Lombard
steeg in deze verbouwing opgenomen. In
verband daarmee vertrok niet alleen de
Etalage en showroom van Garage Statema aan het Ruiterskwartier in 1928.
De winkelhuizen in de Oude Lombardsteeg zijn duidelijk zichtbaar