16
De Arendstuin 1930. In het tweede huis rechts van de poort gaf Hieke van der Wal
haar pianolessen
kingen treffend met andere plaatsen in
Nederland, Friesland op het punt van
het muziekonderwijs de 'zieke plek' in
het Nederlandse muziekbestel noemt!
Een stad als Leeuwarden behoorde in
deze tijd van hoogconjunctuur over een
instituut van minstens 1500 leerlingen
te beschikken!' Persoonlijk vind ik dat
niet alleen in tijden van hoogconjunctuur,
maar dat juist ook in tijden van recessie
cultuur, en muziekbeoefening in het bij
zonder, mensen een rijker bestaan kun
nen geven.
Vita magistrae
De jonge mens bewondert een muziek
leerkracht vanwege de kunde en vaar
digheden. Als beginneling volgt hij de
lessen en probeert, met ups en downs in
succes en inspanning, vooruit te komen.
Zoals er zovele leerkrachten in je leven
zijn, zo is er ook een pianolerares. En
dan, een halve eeuw later, omdat je weer
tijd voor en aardigheid in het pianospelen
hebt gekregen, word je nieuwsgierig naar
de mens die je pianolerares was. In 1996
al was mijn oog gevallen op haar overlij
densadvertentie in de Leeuwarder Cou
rant en die heb ik toen uitgeknipt. Eind
2010 heb ik via het adres in de adverten
tie contact gekregen met een kennis van
haar in Vledder, mevrouw Benninga. Ik
hoopte dat zij mij meer zou kunnen ver
tellen. Het bleek dat mevrouw Ferwerda
tegenover haar vrij terughoudend was
geweest in de informatie over haar leven.
Mij intrigeerden vooral de vragen, hoe
zij er toe gekomen was om pianolerares
geworden en welke omstandigheden haar
dat mogelijk hadden gemaakt.
Met behulp van het bevolkingsregister
heb ik geprobeerd haar achtergrond enigs
zins te reconstrueren. Haar ouders, Eeltje
van der Wal en Jantje de Groot, waren
afkomstig uit Warga en aldaar in 1901
getrouwd. Haar vader was toen timmer
man. Het gezin is diverse keren verhuisd.
De kostwinner wisselde daarbij ook van
beroep. Zoon Arjen werd in 1902 geboren
in Lekkum en de dochters Hieke en Trijn
tje te Leeuwarden in 1905 en 1910. Zij
woonden ondertussen aan de Nieuwestad
waar Van der Wal rijwielhandelaar was.
Als ze in 1924 verhuizen naar de Eebuurt
wordt hij als handelaar naaimachines
genoemd en in 1927 assuradeur.
Gelet op zijn veelzijdigheid zal het een
ondernemende man geweest zijn met een
handelsgeest die zijn dochter later ook
zou hebben. In een tijd met weinig sociale
voorzieningen en een ongewis bestaan
waren persoonlijk ondernemerschap en
handelsgeest belangrijk om het hoofd
boven water te houden. In dat verband is
het verhaal dat mevrouw Benninga mij
vertelde, illustratief. Na haar vertrek uit
Leeuwarden in 1969 heeft ze nog lang in
Vledder gewoond. Ze gaf daar nog piano
les aan jonge mensen. Ze was een han
delsvrouw. Ze verhuisde verschillende
keren, waarbij ze haar huis steeds met
goede winst verkocht. De gemeente Vled-
der stak hier op een gegeven moment een
stokje voor. Haar laatste twee maanden
heeft ze in een verzorgingshuis in Meppel
gewoond. Mevrouw Benninga, die vanaf
1985 contact met haar had, zag haar in
de nadagen van haar leven vereenzamen.
Mevrouw Benninga vond haar wat zielig
geworden. Zoals meer mensen van haar
generatie, had ze meer van haar geld
mogen genieten, vinden wij nu.
'Rond 1900 is de wereld afgeladen met
piano's, zoals hij nu is afgeladen met
auto's', schrijft Dieter Hildebrandt in zijn
boek PIANOFORTE De zegetocht van
een muziekinstrument. Als ik kijk naar
mevrouw Ferwerda haar woonomgeving
toen zij op een leeftijd was om zich op
het klavier te storten, blijkt dat zij aan
de Nieuwestad woonde. Immers, ze was
geboren in 1905 en toen haar ouders ver
huisden van de Nieuwestad in 1924 was
zij al 19 jaar. In deze burgerlijke wereld
van winkeliers en andere ondernemers
was een piano in de huiskamer niet onge
woon. In een arbeiderswoning in Warga,
het dorp van haar ouders, zou haar wereld
er in dit opzicht anders hebben uitgezien.
Haar ouders zullen haar de kans geboden
hebben om lessen te volgen, waarna haar
pianodocent(e) een talentvolle leerling
Musicus W.C.M. Kloppenburg
(1910-2000), directeur Leeuwarder
Muziekschool