De grote boodschap
LcoVAan)
22
Walter Kromhout
'Wij hebben gedurende de oorlogsjaren
onze klanten steeds behoorlijk kunnen
bedienen. Nog is alles niet onbeperkt
te leveren. Maar het komt weer in orde.
Winkelt ook eens bij Bangma, De Kruide
nier, Verlengde Schrans 4.' Zo maar een
van de vele kruideniers in de stad, die de
naoorlogse tijd hoopvol tegemoet trad. De
kracht van dergelijke zaken zat 'm in de
persoonlijke band van de klant met de
winkelier, het gemak van de winkel op de
hoek, de mogelijkheid van betalingsrege
lingen (op de lat) en het thuis laten bren
gen van de gekochte waren. De kruidenier
ontving van de grossier de artikelen in
grootverpakking, pakte deze om naar klei
ne hoeveelheden en verkocht deze aan de
klant. De lange toonbank, het kasregister,
de weegschalen, wandstellingen met open
bakken, allemaal typerend voor de bedie
ningswinkel.
Een groot deel was aangesloten bij de
Leeuwarder kruideniersvereniging: zelf
standige kruideniers of kruideniers die
aangesloten waren bij een organisatie,
zoals Sperwer (met 15 winkels in 1950),
de Schakelgroep (ruim 30) en Centra (met
12 aangesloten Leeuwarder kruideniers).
Winkels van de Coöperatie kenden hun
eigen organisatie en trokken vooral 'rode'
klanten. Dergelijke organisaties zorgden
voor inkoop, distributie en verkoop. In
de volledige naam kwam dat enigszins
tot uitdrukking bij de Vivo (Vrijwillige
in- en verkooporganisatie), Végé (Verkoop
Gemeenschap) en De Spar (Door Een
drachtig Samenwerken Profiteren Allen
Regelmatig).
Direct na de oorlog lagen enkele bedrei
gingen op de loer. De opgelopen economi
sche achterstand bleek niet eenvoudig in
te halen. Veel artikelen bleven nog op de
bon, waren schaars of gewoon niet te krij-
Kort na de Tweede Wereldoorlog telde Leeuwarden zo'n 150 kruideniers. Dat aan
tal nam snel af met de introductie van het zelfbedieningsconcept en de komst van
de eerste supermarkten. Schaalvergroting was en is aan de orde, met de komst van
de Miro, de Maxis en wie weet een hypermarché.
gen. Het grootwinkelbedrijf beschikte als
eerste over artikelen die lange tijd niet
verkrijgbaar waren en kon veelal lagere
prijzen berekenen omdat grossiersbedrijf
en detailhandel en soms zelfs fabricage,
in één hand waren. Nieuwe bedreigingen
voor de kruidenier dienden zich spoedig
aan: de introductie van de zelfbediening
en de komst van de supermarkten.
De laatste zelfstandige kruidenier in
Leeuwarden, Rutgers in de Bloemenbuurt,
stopte in 1993.
Zelfbediening
Eind jaren veertig waaide het zelfbedie
ningsconcept over vanuit Amerika. Het
principe werd uitgelegd: 'De koper heeft
niet meer te maken met personeel dat de
goederen aanbiedt, aanprijst en afweegt,
maar bedient zichzelf. De klant kan dus
vrijelijk zoeken en betasten, hij wordt
niet lastig gevallen door vragen van het
personeel. De nadruk ligt op het etaleren
en op het assortiment. In bakken of op
toonbanken moet alles zo aantrekkelijk
gerangschikt zijn (en van prijs voorzien),
dat de klant gemakkelijk alles kan vinden,
doch bovendien dat hij een prikkel krijgt
om meer te kopen dan hij bij het binnen
komen eigenlijk had willen doen. Er kan
goedkoper geleverd worden omdat er nau
welijks personeel is. De klant hoeft ook
niet langer te wachten als de verkoper een
ander helpt, terwijl hij zich ook vrijer in de
winkel kan bewegen.'
In 1953 opende Albert Heijn aan de
Schrans de eerste volledige zelfbedienings
winkel. 'Het publiek kan met kleine bood-
schappenwagentjes langs de rekken rijden
en zelf de (verpakte) artikelen uitzoeken.
De zaak is uitgerust met open koelvitrines
voor zuivel, vleeswaren en diepvriespro
ducten. Verder is er een automatische kof-
fiemolen waarmee de klanten de koffie zo
fijn kunnen malen als zij willen.'
Ombouw van de traditionele kruide
nierswinkel tot een zelfbedieningswinkel
was niet eenvoudig. Een grote en ruime
winkel was daarvoor noodzakelijk, zodat
alle waren, verpakt en wel, op de juiste
plaats lagen en in een ruime sortering. Ook
moest er ruimte zijn voor een of meer kas
sa's en bij de entree voldoende plaats voor
boodschappenmandjes of -wagentjes. Ook
de kosten voor huisvesting, verlichting en
verwarming, reclame en verpakkingsma
teriaal waren bij zelfbediening aanzienlijk
hoger. Dat neemt niet weg dat er in 1948
in Nederland één zelfbedieningszaak was
en in 1956 reeds 250, bijna allemaal krui
denierszaken.
In 1956 opende De Gruyter een zelfbe
dieningswinkel aan de Voorstreek 51. De
advertentietekst nodigt uit en legt uit: 'Een
lust voor het oog, een feest om er te win
kelen. Alle artikelen liggen kant en klaar
verpakt en duidelijk geprijsd. U loopt met
uw mandje rond en gaat uw gezellige gang.
De Centra zelfbedieningswinkel van Jan
Tromp aan de Wagnerstraat in 1967