\dCOVOLv}i^L,U
3
Januari 1944. Krijn van den Helm (achteraan staand) met voor hem Esmée van
Eeghen. De foto is gemaakt bij de familie De Boer, Julianalaan (toen Parklaan) nr.4.
Op de voorste rij het echtpaar De Boer en tussen hen in hun dochter en het onder-dui
kertje Michiel Pappi. Achter mevrouw De Boer haar zoon Gerard en vier Amerikaanse
piloten. Tweede van rechts Talsma, medewerker van Krijn Collectie A.M. Kingma
vluchtsoord voor de KP. Daar werd in
aanwezigheid van Krijn van den Helm en
Esmée onder andere de liquidatie van de
SD-er Wolters voorbereid. Deze liquidatie
was voor de Nederlandse SD-er Lammers
een van de redenen om later naar Esmée
op zoek te gaan. De kameraden Wolters en
Lammers hadden afgesproken dat als een
van hen om het leven zou komen bij een
aanslag, de ander de dader zou vinden.
Riek Stienstra had goede woorden voor
Esmée: 'Zij verzette ontzaglijk veel werk
en scheen geen vrees te kennen. Ieder
van de KP-leden had zeer veel met haar
op. Voor mij en mijn kinderen was Esmée
erg goed en aardig. Ze nam veel voor mij
mee.' Verzetsman Hans Deinum, die bij
Riek Stienstra zat ondergedoken, vertelde
later: 'Ze zette het huis van Riek Stienstra
van onder tot boven vol met bloemen.
Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Bloe
men stonden bij ons hoogstens in de tuin.'
In het voorjaar van 1944 hoorde Riek
Stienstra van de buren dat Esmée vaak
bij hen telefoneerde met Duitsers 'op een
toon die te denken gaf. Om iets van hen
gedaan te krijgen moest zij vanzelfspre
kend wel aardig tegen hen zijn, gaf ze als
verklaring.
Eind mei, begin juni 1944, bleef Esmée
plotseling weg uit de Pieter de Hooghstraat
en liet haar garderobe en andere bezittin
gen weghalen. Riek Stienstra hoorde niets
meer tot Esmée op 7 juli 1944 plotseling
op de stoep stond om haar verjaardag
met Riek en de kinderen te vieren. 'Naar
ik meen was het bij die gelegenheid dat
Esmée mij vertelde van Schmalzlein, een
Duitser die ze in de stad ontmoet had, te
houden. Hans Deinum zegt dat iedereen
in de KP wist dat ze een vriend had die
officier was: 'Ze ging nog door met illegaal
werk toen ze die man al kende; als ze hoor
de dat er razzia's kwamen, gaf ze ons dat
door.'
Na de inval in het kaaspakhuis van
Tamminga in de Schrans (zie p. 5) is Riek
Stienstra door de SD ondervraagd over de
Garage De Vrij aan de Ruysdaelstraat.
Links de Cadillac die gebruikt werd door
Krijn van den Helm. Nu staat op deze
plek een soortegelijke twee-onder-een
kapper Collectie NIOD
juffrouw die bij haar in huis moest zijn.
'Zelfs werd mijn kleine jongen onder
vraagd.' Ze gaf ontwijkende antwoorden
en de Duitsers dropen af. Riek Steinstra
was zo opgelucht over het vertrek van de
SD dat ze verzuimde de nodige conclusies
te trekken en onder te duiken. Drie dagen
later, op 18 juli, kwam de SD terug naar
de Pieter de Hooghstraat en arresteerde
haar.
Ruysdaelstraat 6-12 (thans 6-8)
Krijn van den Helm regelde dat zijn ver-
zetsploeg gebruik kon maken van de enige
gemeentelijke ziekenauto van Leeuwarden
die was ondergebracht bij Garage De Vrij
aan de Ruysdaelstraat. Deze verbouwde
Cadillac had vele voordelen. De Duitsers
waren bang voor besmettelijke ziekten en
een ziekenauto mocht ook 's nachts de weg
op. Willem de Vrij wilde wel meewerken.
Hij moest niet veel van de Duitsers heb
ben en de kilometerprijs die Krijn betaalde
was goed. De Vrij had benzinebonnen voor
ziekenvervoer terwijl ook de KP nog wel
eens aan bezinebonnen kon komen. Wil
lem de Vrij had vijf man personeel en ach
ter het stuur van de ziekenauto zat chef
monteur Allard Bons. Hij was in 1938 bij
De Vrij komen werken en woonde boven
de garage. Hij had niets met het verzet te
maken maar wist best dat hij gevaarlijk
bezig was. Bons is met Krijn en Sjoerdje
(Esmée) en met andere verzetsmensen
heel Friesland door geweest, maar ook
naar Eibergen, Groningen en Noord-Bra-