LiC0Vac^t^i»2 8 IJSCo De naam IJSCo is naar verluidt een samenvoeging van IJs en compagnie. Het ontstond rond 1920 toen banketbakkers, de ijsmakers van die tijd, zich mede door het slechte economische klimaat, verenig den in compagnieën zoals de N.V. Neder- landsche IJsco van de Vereenigde Ban ketbakkers uit de Uniabuurt. IJSCo is overigens nooit een sterk merk geworden en heeft zich in onze taal ontwikkeld tot een soortnaam. Vanaf de zomer van 1925 voelden b&w van de stad de noodzaak voor het eerst vaste standplaatsen te verpachten aan de ijsventers. Vooral de pleinen en brug gen van de stad waren als standplaats gewild. Op het Waagplein en de Noorder- brug stonden ijswagens van J.H. Knoops. Ook J. Slof stond op het Waagplein, maar ook op het Wilhelminaplein, en de N.V. Nederlandsche IJSCo stond op het Wil- helminaplein, maar ook bij de Vrouwe- poortsbrug. J. van Akker had met zijn ijs- wagen het Zuiderplein en de Oosterkade als zijn afzetmarkt gekozen. IJs op de kermis Als we nog verder teruggaan in de tijd, naar het eind van de negentiende eeuw, dan vinden we weinig terug over ijsver koop in Leeuwarden. IJs werd wel ver kocht op de bekende Leeuwarder kermis, zoals blijkt uit een krantenartikel uit de Leeuwarder Courant van 17 juli 1900 waarin staat dat je in vroeger jaren, in opgewekte kermisstemming, bij Consael beignets, warme Madera en ijs nuttigde. Consael was als wafel- en poffertjeskraam tot ver in de twintigste eeuw een bekende naam op kermissen door het hele land. Willem en Auke Slof met hun moeder Grietje Ferwerda (eind jaren twintig) Foto: 't Kleine Krantsje Victor Célestin Consael was een in het Franstalig deel van België geboren zoon van een banketbakker. Samen met zijn Italiaanse vrouw Domenica Riozzi ves tigde hij zich in 1884 in Breda om tot zijn dood in 1917 met zijn gebakkraam door Nederland te trekken en vooral kermisbe zoekers te verwennen met zijn beignets, wafels en poffertjes. Overigens trokken meerdere familieleden mee met kermis sen. Zijn oom Maximilien is er ver voor 1880 mee begonnen en ook Charles, de broer van Victor, troffen we met zijn sui- kerkraam al in juli 1878 op de Leeuwar der kermis aan. Maar daar bleef het niet bij. Ook de familie van echtgenote Dome- nica Riozzi trok met kermissen mee en had zich gespecialiseerd in het vertonen van de eerste bioscoopbeelden. Domeni- ca's broer Carmine en haar neven Alfonzo Domenico en Ermineo Victorio Donato Riozzi trokken rond met hun 'byoscope americain', die de eerste filmbeelden ver toonde. De Riozzi's stonden samen met Victor Consael op de Leeuwarder kermis in 1898. De familie Consael heeft de Leeuwar ders misschien wel voor het eerst laten proeven van consumptie-ijs, maar dat was dan alleen tijdens de Leeuwarder kermis sen. Maar wie heeft dan het ijsje naar Leeuwarden gebracht? Toch een Italiaan Naspeuren in oude kranten levert wel een aanwijzing op in de richting van een andere buitenlander die in Leeuwarden eerst en vooral bekend stond als gipsen- beeldenmaker en stucadoor op het Klein Schavernek (zie ook Leovardia 15). In het Leeuwarder Nieuwsblad van 5 september 1936 lezen we: 'De eerste ijsverkoper op de openbare straat te Leeuwarden was een zekere heer Fazzi, een Italiaan van geboorte. Ongeveer een halve eeuw gele den ventte deze met een ijskarretje op de Nieuwstad'. Ook een paar jaar later wordt Fazzi in het Nieuwsblad genoemd als 'eer ste ijscofabrikant hier ter stede'. Het artikel vertelt dat het ijsrecept hem verstrekt zou zijn door een landsman die met de fabricage tot een zekere welstand was gekomen. Verder zou deze landsman verwant zijn aan de bekende Consael. Jacopo Giusto Fazzi was een Italiaanse beeldenmaker die in 1869 uit Emden, net over de grens in Noord-Duitsland, naar Leeuwarden kwam en eerst op het Zaai land en later, rond 1880, een atelier had bij de voormalige Vrouwepoort. Vanaf het jaar 1885 waren zijn atelier en winkel gevestigd op het Klein Schavernek. Hij maakte beelden van gips, soms tot 180 cm groot. Deze kunst had hij tijdens een zeven jaar lange tocht door Europa geleerd van collega's uit zijn geboortestad Lucca, in het huidige Noord-Toscane. Rondtrekkend van stad naar stad ver kocht hij de beelden op markten en pleinen tot hij zijn Duitse vrouw Geeske Janssen leerde kennen en zich samen met haar vestigde in Leeuwarden. Italianen hadden veel contacten onderling en hielpen elkaar waar ze konden. Zo is het waarschijnlijk gebeurd dat Fazzi een ijsrecept heeft kun nen overnemen van ene heer D. Riozzi, die volgens het bovengenoemde artikel in het Leeuwarder Nieuwsblad verwant was aan de bekende Consael. Mogelijk is het de broer van Domenica Riozzi geweest, die Domenico heette. Een bewijs van de verkoop van ijs door J.G. Fazzi vinden we in de Leeuwarder Courant van 25 september 1882 waarin hij 'zich beleefdelijk aanbeveelt, belovende eene nette en solide bediening'. Vanille-ijs heet dan nog heel chic Glace de Vanille en werd waarschijnlijk uitgeserveerd in gla zen, want de ijswafel of het eetbare hoorn tje begonnen pas in het begin van de eeuw daarna veel gebruikt te worden voor de ijs verkoop. Of Fazzi zelf veel achter een ijs- karretje heeft gelopen is niet bekend. Wel vinden we advertenties waaruit blijkt dat hij daarvoor ook anderen in dienst nam. Zo heeft hij zijn ijswagen 'geteekend J.G. Fazzi' door J. Lijklema a Nijholt laten rij den in het jaar 1884. Daarvóór waren D. Tolsma en Everaarts degenen die echt roomijs verkochten in opdracht van J.G. Fazzi. In de zomer van 1902 kwam er een eind aan de ijsverkoop onder de naam Fazzi, toen W. de Haan adverteerde dat hij 'de vanille ijs-wagen van den Heer Fazzi heeft overgenomen en zal zorgen voor een flinke en nette bediening'. Zo komt het, dat het ijsje toch door een Italiaan is geïntroduceerd in Leeuwar den. Consumptie-ijs en Italië blijven ook nu nog steeds met elkaar verbonden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2012 | | pagina 10