LiC0Vac^t^i»2
21
De Leeuwarder Overdekte Zweminrichting in de Jacob Catsstraat op 12 juni 1940
haar zoon Gerard ben ik naar zwemles
gestuurd. Daarvoor hadden ze een abon
nement, een roze/rode vierkante kaart
met aan de zijkant hokjes voor de knip
tang, en een kaart voor zwemles voor ons
aangeschaft. Wij kregen met z'n tweeën
privéles van mijnheer Henk Schoonhoven.
Voornamen gebruikte men toen zéker niet
voor mensen die les gaven, ze hadden toen
nog status. Van de zwemlessen herinner
ik mij bij voorbeeld nog het droogzwem
men, waarbij ons de coördinatie van de
bewegingen van de schoolslag zijn aange
leerd op een bok, het uitdrijven op de rug
in het kleine pierenbadje, het dollen bij
het 'vrij zwemmen' na de les en de eerste
keer dat ik in het diepe mocht met een
touw onder de oksels. Helaas gleed ik van
het trapje en kwam naar mijn idee vèr
onder water terecht met veel bubbeltjes
voor mijn ogen die ik onwillekeurig heel
mooi vond. Schoonhoven trok mij niet
omhoog maar wachtte tot ik weer boven
kwam. Ik voelde mij verraden, want hij
had gezegd dat ik gerust kon zijn, want
wanneer er iets gebeurde hij mij onmid
dellijk omhoog zou trekken. Later dacht
ik daar wel weer anders over.
Hoe lang wij les kregen voor wij konden
afzwemmen voor het A-diploma weet ik
niet meer. Zelf vond ik dat het na een ver
rassend korte tijd was. Vermoedelijk heb
ben Gerard en ik gelijktijdig het diploma
A gehaald op 11 juni 1941. Apetrots was
ik op dat diploma dat er op het zilverkleu
rige karton met blauwe en zwarte opdruk
heel mooi en gewichtig uitzag. Het diplo
ma kwam in een lijstje op mijn kamer te
hangen. Bovendien was er aan het diplo
ma nog een prachtige reversspeld verbon
den die helaas verloren is gegaan. Het
diploma zit nog steeds in mijn archief.
Leeuwarder Zwemclub Overdekte
Na het behalen van het diploma vroeg
Schoonhoven of we verder wilden gaan
met zwemmen. Er was een zwemclub in
oprichting, LZO, en als aspirant lid zou
den wij onder meer in clubverband les
krijgen voor het volgend B-diploma. Dat
wilden wij wel en zo zijn wij als lid al
vroeg ingelijfd bij de Leeuwarder Zwem-
club Overdekte.
De eerste wedstrijd waar ik in uitkwam,
was een onderlinge zwemwedstrijd in de
Overdekte over 25 meter rugslag. Hoewel
ik gedurende de race steeds vóór lag op
mijn rivalen (was Jitze van der Veen daar
ook bij?) raakte ik de laatste meters ver
ward in de touwen en kwam als tweede
aan. Daardoor verspeelde ik de enige kans
op een wedstrijdmedaille en is mijn car
rière als wedstrijdzwemmer daar al in de
kiem gesmoord. Het toenmalige bestuur,
waarvan ik me de namen van Braams,
die een radiozaak had, fietsenmaker
Spoelstra en stoffeerder Nijenhuis nog
herinner, wilde in de sombere oorlogstijd
ook leuke dingen voor de jeugd organise
ren. Zo herinner ik mij een goochelaar op
een bovenzaal bij de Oude Veemarkt met
traktatie, en een prachtige middag met
gekostumeerde gekke sprongen van de
driemeter-plank plus een demonstratie
met onder andere figuurzwemmen, waar
schijnlijk door LDZ.
De pleziertocht met de Wetterwille met
muziek van Braam was denk ik al na de
oorlog. Mijnheer Krips, die ik later terug
zag als mijn MULO-klassenleraar, later
hoofd van school 18, had een clublied
geschreven en dat zou bij gelegenheden
door jeugdige aspirant-leden van de LZO
worden gezongen. Een deel van de tekst
kan ik mij herinneren:
Wij zwemmers van de LZO, LZO,
Het vaandel hoog geheven,
Gaan voorwaarts zo als 't wezen moet
Naar d' overwinning streven.
Al is het water nog zo fris,
En huizenhoog de ba'ha'ren,
Wij gaan vooruit en talmen niet
Hier laat mijn herinnering mij in de
steek. Er volgt meen ik nog een couplet
dat helemaal is gewist en het laatste cou
plet luidde:
Maar als we dan wat ouder zijn,
ouder zijn
En hebben grijze haren
Dan denken wij nog met plezier
Aan onze jonge jaren.
Vertellen aan het nageslacht
Van onze grote da'ha'den
Met het clublied is het nooit wat geworden.