LiC0Vac^t^i»2
35
Een kleine geschiedenis van het ijsje
in Leeuwarden
In de tekst van mijn artikel in Leovardia
39 is een verandering doorgevoerd waar
ik van te voren niet van op de hoogte ben
gesteld. Zo is op de laatste pagina boven
aan rechts het volgende veranderd: 'Hij
maakte beelden van gips, soms tot 180
cm groot. Deze kunst had hij tijdens
een zeven jaar lange tocht door Europa
geleerd van collega's uit zijn geboorteland
Lucca in het huidige Noord Toscane'.
Hierbij is geboorteland ten onrechte
veranderd in geboortestad Lucca. Nu
is het zo, dat ten tijde van de geboorte
van mijn overgrootvader de huidige pro
vincie Lucca (met hoofdstad Lucca) een
Hertogdom was en dus een zelfstandig
staatje. Mijn overgrootvader en zijn
collega-beeldenmakers kwamen bijna
zonder uitzondering uit de noordelijker
gelegen Apuaanse Alpen rond Bagni di
Lucca. En dus zeker NIET uit de (hoofd)
stad Lucca.
Voor een oplettende lezer lijkt het nu
alsof de schrijver van het artikel zijn
huiswerk niet goed heeft gedaan en niet
op de hoogte was van de feiten rond de
gipsen beeldenmakers, en dat is jammer.
Het is een kleine verandering, maar voor
iemand die zorg besteedt aan zijn tekst
een in het oog springende fout.
Gregorio E. Fazzi, Maastricht
Sperwerwinkel
Allereerst mijn welgemeende com
plimenten voor het blad. Ik heb één
kleine opmerking. In Leovardia 39
(september 2012) staat op pagina 36
een foto van de Kanaalstraat met als
onderschrift 'De Sperwerwinkel in de
Kanaalstraat'. Nu zal in dat pand onge
twijfeld ooit een Sperwerwinkel hebben
gezeten (dat weet ik niet), maar op het
moment dat de foto is genomen (dat
was in 1965/1966) zat in het pand een
postzegelhandelaar, B. de Vries (geen
familie van mij). Deze De Vries is later
verhuisd naar de Minnemastraat. Als
klein jochie en jonge filatelist kocht ik
hier mijn eerste postzegeltjes. Op de foto
is duidelijk te lezen: Postzegelhandel,
met daarboven wat kleiner B. de Vries.
In de etalage zijn een aantal FDC's (First
Day Covers, Eerste Dag Enveloppen) te
zien. Dat wilde ik even kwijt. Verder alle
succes toegewenst met uw mooie blad.
Jan de Vries, Leeuwarden
Het Leeuwarder stadswapen I
In het artikel van B. van Haersma
Buma in Leovardia 39 treffen we een
goed overzicht aan van de vindplaatsen
van het stadswapen, thans gemeente
wapen van Leeuwarden. In het bijzon
der wordt daar aandacht besteed aan
het feit dat de leeuw in dit wapen altijd
met een naar buiten gekrulde staart
wordt afgebeeld tot daar in de 19de
eeuw verandering in komt. Sedert 1818
wordt de leeuw (ook) met een naar bin
nen gekrulde staart afgebeeld, kenne
lijk op grond van het in dat jaar door
de Hoge Raad van Adel uitgevaardigde
diploma van bevestiging van dit wapen.
Het Souverein Besluit van 24 decem
ber 1814, nummer 321 bepaalt in arti
kel 1: 'Dat door den Hoogen Raad van
Adel alle steden, dorpen en heerlijkhe
den, districten en corporatien, welke
voorheen of tot dusverre het gebruik
van wapens gehad hebben, zullen wor
den opgeroepen, om eene afteekening
van dezelve wapens aan den voor
noemden Raad intezenden, ten einde
daarop Onze confirmatie en de regis
tratie derzelve te kunnen verlangen'.
Op 1 maart 1815 schrijft daarop de pre
sident burgemeester van Leeuwarden,
Bernhardus Buma, namens burgemees-
teren aan de Hoge Raad van Adel, dat
het wapen van Leeuwarden 'een Gouden
leeuw op een hemelsblauw Veld, vercierd
met een burgerkroon' is en voegt twee
afbeeldingen bij: a) van het grootzegel van
de stad (met de leeuw met de staart
naar buiten en een aanziende helm met
dekkleden, waarop een kroon van drie
bladeren en twee parels en een naar
rechts gewende uitkomende leeuw zon
der staart als helmteken) en b) van het
kleinzegel van de stad (met de leeuw
met de staart naar binnen en een kroon
van drie bladeren en twee maal vier
parels, waarvan één op de middelste).
Waarom de Hoge Raad van Adel of
de wapentekenaar Zurcher voor de
leeuw van het kleinzegel koos, is niet
meer na te gaan maar deze kwam wel
op het diploma van 25 maart 1818 te
staan, zonder dat de omschrijving naar
de naar binnen gekrulde staart ver
wijst. Dit laatste is niet zo verwonder
lijk, want de omschrijvingen in die tijd
zijn minder gedetailleerd dan later.
Tegenwoordig gaat men er wat betreft
de wapens uit de eerste helft van de
19de eeuw bij de Hoge Raad van Adel
van uit dat de tekening prevaleert en
niet de omschrijving (dit in tegenstel
ling tot wat Van Haersma Buma meldt).
Burgemeester Buma (grootvader van
een overgrootvader van de auteur!)
bericht dat de zegels sedert 1582 in
gebruik zijn geweest. Dat jaartal wordt
niet genoemd in het door gemeentearchi
varis Mensonides in 1950 gepubliceerde
overzicht van Leeuwarder stadszegels2,
afbeeldingen en beschrijvingen van 17
zegels, sedert de 14de eeuw. Bedoeld
grootzegel is nummer 13, gebruikt in
1613 en 1650 (cachet in 1815 nog voor
handen?), de door de burgemeester als
kleinzegel aangeduide voorstelling num
mer 16, het zegel-ter-zaken, gegraveerd
Het kleinzegel of zegel-ter-zaken uit 1687
met het Leeuwarder stadswapen, waarop
de leeuw staat afgebeeld met een deels
naar binnen en een deels naar buiten
krullende staart