LcoVdiv<)t^i»ll
36
in 1687 en nog in 1807 gebruikt. De leeu-
wenstaart splitst zich op nummer 16 in
een naar binnen en een naar buiten krul
lend deel. (Die krul naar buiten, door de
tekenaar in 1815 slechts rudimentair
weergegeven, is dus in 1818 geheel ver
vallen.) Ook op nummer 17, het kleinze-
gel van 1730 (cachet bewaard gebleven),
heeft de leeuw een gesplitste staart. Een
'secreet signet', nummer 10, van 1522
tot 1551 gebruikt, toont een leeuw met
een naar binnen gekrulde staart; de
leeuwen op de overige nummers lijken
van een 'normale' staart te zijn voorzien.
De normale heraldische leeuw heeft
de staart naar buiten gekruld en zo zal
deze dus dienen te worden afgebeeld.
Dat neemt niet weg dat heraldische
tekenaars zich vroeger meer vrijheid
permitteerden, ook al in verband met
de ruimte die het schild leverde, en dus
ook de staart van de leeuw naar binnen
gekruld tekenden zonder dat daaruit kan
worden afgeleid dat het om een ander
soortige leeuw gaat; wel zijn er leeuwen,
die bepaalde eigenschappen hebben,
die men wel moet beschrijven, zoals de
leeuw met de staart tussen de achter
poten, die men lafhartige leeuw noemt.3
Men moet overigens onderscheid
maken tussen bestaande wapens, die
men beschrijft en waarbij discussie
mogelijk is in hoeverre men details in
de tekening in de beschrijving opneemt,
en wapens, waarvan men de ideaal-
vorm beschrijft, zoals nieuwe wapens,
aan de hand waarvan een tekenaar
naar eigen smaak en stijl een teke
ning kan vervaardigen, mits de heral
dische regels in acht genomen worden.
Concluderend kan ik stellen dat ik het
met de auteur eens ben, dat de Leeuwar
der leeuw een 'gewone' leeuw is met de
staart naar buiten gekruld.
Mr. O. Schutte, lid van de Académie
Internationale d'Héraldique
1 De Hoge Raad van Adel, geschiedenis en
werkzaamheden, 's-Gravenhage, 1966, pag.
203.
2. H.M. Mensonides, Het stadszegel van Leeu
warden De Vrije Fries 40 (1950) pag. 68
- 100.
3. C. Pama, Rietstap's handboek der wapen
kunde, 4de druk, Leiden, 1961, pag. 137.
Het Leeuwarder stadswapen II
Het stadswapen van Leeuwarden (zie
Leovardia 39) is inderdaad niet zo uniek
als een wapen eigenlijk zou moeten zijn.
Nu is dat natuurlijk ook niet zo ver
wonderlijk als je bedenkt dat de leeuw
al eeuwenlang een populair totem- en
wapendier is. Er zijn daarom dan ook
legio wapens met leeuwen te vinden in
diverse uitvoeringen, kleuren en aantal
len, en soms met een voorwerp in de klau
wen (Leeuwarden, Friesland, Nederland,
Engeland, Noorwegen, et cetera).
In de periode dat Leeuwarden zijn
wapen door de Hoge Raad van Adel beves
tigd kreeg (rond 1818), werden eveneens
acht gemeenten met hetzelfde wapen
bevestigd en in 1870 kwam daar nog eens
het wapen voor het Groningse Finster-
wolde bij. De Raad legde de wapens vast
zoals ze door de betreffende gemeenten
werden aangeleverd, soms slechts met
summiere toelichtingen en twijfelachtige
afbeeldingen.1 Het Leeuwarder wapen
kreeg als enige in de serie een leeuw met
een naar binnen gekrulde staart. Dat dit
misschien toch niet geheel onterecht was
valt hieronder te lezen.
Een afbeelding van een leeuw met een
naar binnen gekrulde staart kan op een
hoge ouderdom van het wapen duiden.
De oudst bekende afbeelding van een der
gelijke uitvoering komt voor op het zoge
naamde schild van Seedorf, dat van eind
12e, begin 13e eeuw dateert.
In de wapenboeken die in de loop van
de daarop volgende eeuwen zijn ontstaan,
wordt het overgrote deel van de leeuwen
steeds afgebeeld met een naar binnen
gekrulde staart. Mooie voorbeelden daar
van zijn te vinden in de Manesse Codex
(circa 1300) en de wapenboeken van Claes
Heynenzoon, eerst als heraut Gelre (eind
14e begin 15e eeuw), later Beieren (begin
15e eeuw).
Ook andere oude bronnen, zoals zegels,
geven hetzelfde beeld, zoals op exempla
ren uit de 12e eeuw en 13e eeuw van
onder andere Willem I, graaf van Hol
land, en Hendrik I, hertog van (onder
andere) Lotharingen.
Nadat de noodzaak van de heraldiek
als belangrijk herkenningsmiddel steeds
minder werd, werden in de loop van de
jaren ook de regels minder streng toege
past. Als je de in het toenmalige Euro-
pa voorkomende wapens met leeuwen
bekijkt, dan zie je door de eeuwen heen
overal min of meer dezelfde ontwikkeling
qua vormgeving van de staart. Na verloop
van tijd komt hij dus zowel naar binnen
als naar buiten gekruld voor. De naar bui
ten gekrulde staart krijgt op een bepaald
moment steeds meer de overhand, waar
door dit een soort standaard werd.
Een van de weinige leeuwen die con
sequent met een naar binnen gekrulde
staart werd en wordt afgebeeld is die
in het wapen van Noorwegen, waarvan
de geschiedenis teruggaat tot in ieder
geval de 13e eeuw (wapenzegel van
Hakon V Magnusson).
De tot nu toe oudst gevonden bronnen
voor het wapen van Leeuwarden zijn de
munten welke door de stad werden gesla
gen, in ieder geval in de periode 1472
1493. Hierop wordt de leeuw met een
naar binnen gekrulde staart afgebeeld.
Dat is ook het geval bij de zegels (onder
andere het secreetzegel) die uit diezelfde
periode stammen en waarvan het tot nu
toe oudst bekende exemplaar van 1490
dateert. Ook hier een leeuw met naar bin
nen gekrulde staart, overeenkomstig de
toen heersende mode.
Pas in de loop van de tweede helft van
de 16e eeuw wordt de naar buiten gekrul
de staart meer en meer toegepast en zal
deze ook hier de overhand krijgen, zoals
uit het artikel van de heer Van Haersma
Buma duidelijk naar voren komt.
De stijl van uitvoering van heraldi
sche wapens is evenals elke kunstvorm
onderhevig aan de mode, afhankelijk
van de heersende stijlperiode. Dit betrof
niet alleen de vorm van het wapenschild,
maar ook de uitvoering van de wapenfi
guren en in het geval van familiewapens
ook de vormgeving van het helmkleed.
Dat er ruimte blijft voor verschillende
uitvoeringen van de staart (en de leeuw)
ligt ook in het feit dat deze niet expliciet
wordt beschreven in de wapenbeschrij
ving, die wordt vastgelegd bij Koninklijk
Besluit. Een beschrijving als 'een gouden
klimmende leeuw in blauw' laat de kun
stenaar vrij in zijn uitvoering.
Dat de regels in de middeleeuwen strik
ter werden toegepast is mooi te zien aan
het wapen in het zegel van Jamtland
(Zweden), dat door de koning van Noor
wegen in 1274 werd verleend. In het zegel