LiC0Vac^t^i»2
7
De Westerplantage in 1909. Wat opvalt is dat de voorzijde van de bebouwing destijds
nog op de Torenstraat was georiënteerd. We zien hier dus tegen de achterzijde van
de panden aan
Annes probeerde als koopman de kost te
verdienen. Het is niet bekend hoe de eer
ste jaren in Leeuwarden verliepen, maar
waarschijnlijk zat het het gezin niet mee,
want in de loop van 1884 maakten ze plan
nen voor een verhuizing naar Amsterdam
in de hoop het daar beter te krijgen. Het
vertrek was gepland op 29 december 1884,
maar Auke Annes werd ziek en het vertrek
naar Amsterdam moest worden uitgesteld.
Op 17 oktober 1885 overleed Auke Annes,
slechts 46 jaar oud. De oudste zoon, Anne
Aukes, dan 18 jaar, nam mede de zorg op
zich voor zijn moeder Saakje, zijn zuster
Hinke (Hendrika) van 19 jaar en zijn jon
gere broer Meindert van 15 jaar.
De verhuizing naar Amsterdam was
door de dood van vader Auke Annes op de
lange baan geschoven, maar op 20 novem
ber 1890 vestigen zoon Anne Aukes, broer
Meindert en zijn moeder zich toch nog in
Amsterdam. Moeder werd naaister, Anne
Aukes ging als timmerman aan de slag
en Meindert probeerde als koopman zijn
kost te verdienen. Hinke, de oudste van
de kinderen, was al eerder naar Amster
dam vetrokken om daar als koopvrouw in
garen en band haar kost te verdienen.
Op 3 april 1891 kwam het gehele gezin
weer naar Leeuwarden, waarschijnlijk
ook omdat moeder Saakje hertrouwde
met de weduwnaar Jelmer David Sluiter.
Het gezin ging wonen in de Mariabuurt
nummer 163 (nu het parkeerterrein van
scholengemeenschap Comenius, Achter
de Hoven). Saakje overleed in 1896, op de
leeftijd van 56 jaar.
Grootvader Anne Aukes
Grootvader Anne Aukes Rauwerda was
een echte koopman en zeer ondernemend.
Terug in Leeuwarden begon hij met zijn
broer Meindert op de Breedeplaats num
mer 7 in Leeuwarden een winkel in krui
denierswaren en klompen. Een foto uit
1898 toont een grote schare bewoners die
poseren voor de winkel met een stel grote
klompen aan de gevel als uithangbord.
'Onder de grote klompen' noemde men
het gezellige winkeltje. Die grote klom
pen, met lood bekleed, hebben er zeker tot
1975 gehangen, toen zoon IJpe Rauwerda
met de winkel stopte.
De klompen kwamen soms per schipvol
uit België. Ze werden uitgeladen 'achter
de Tun'. De gehele kade van de Wisses-
dwinger lag dan vol. Achter de winkel op
de Breedeplaats was een pakhuis; een
voormalige woning die gebruikt werd voor
de opslag van onder andere de klompen.
Iedereen droeg eigenlijk klompen. Kinde
ren waren er blij mee als ze met sinter
klaas, kerst of hun verjaardag een paar
nieuwe kregen.
Meindert, de jongere broer werkte in de
winkel en regelde de verkoop. Grootvader
Anne Aukes was de ondernemer, die behal
ve als winkelier ook actief was als strijk
geldschrijver bij veilingen van huizen. Bij
zijn overlijden bezat hij naast de winkel op
de Breedeplaats nog tientallen huizen, die
werden verhuurd. Grootvader Anne Aukes
trouwde op 29 januari 1906 met Juliana
(Jeltje) Poelsma, 33 jaar, uit Leeuwarden.
Het paar ging wonen boven de winkel.
Achtereenvolgens werden vier tweelin
gen geboren en - hoe bestaat het - telkens
waren het een jongetje en een meisje.
Auke, mijn vader, en Boukje vormen het
eerste tweelingpaar. Van de tweede twee
ling IJpe en Saakje komt IJpe al gauw te
overlijden, maar toen de volgende tweeling
weer uit een jongetje en een meisje bestond,
kon de eerste weer IJpe en het meisje
Henderika (Riekje) worden genoemd.
Daarna volgde tot verrassing van ieder
een nóg eens een tweeling, Dominicus en
Johanna, maar om het helemaal te gek te
maken werd op de zevende verjaardag van
de oudste tweeling nog een meisje geboren
dat de rij sloot, Meintje. Dominicus over
leed op 20 mei 1912. Grootvader Anne
Aukes overleed in 1948.
De winkel op de Breedeplaats was
voor de oorlog een goed lopende krui
denierswinkel in een toen kinderrijke
buurt in de Leeuwarder binnenstad. De
twee gezinnen met totaal ruim 20 perso
nen verdienden een goede boterham. In
de jaren na de oorlog, toen zoon IJpe de
zaak dreef, zou het door de omstandighe
den bergafwaarts gaan met de zaak. Het
grootwinkelbedrijf kwam opzetten en de
binnenstad ontvolkte door de bouw van
nieuwe wijken buiten het stadscentrum
en de afbraak van afgekeurde arbeiders
woningen. De bestaansmogelijkheden van
de vele kruidenierswinkels in de binnen
stad werden daardoor danig beperkt. De
gezellige kruidenierswinkels verdwenen
net als veel andere buurtwinkels uit het
stadsbeeld. Omdat IJpe Rauwerda geen
opvolger had, sloot hij in 1975 de deur.