De familie Hillebrand, orgelmakers, spiegelmakers
en schrijnwerkers
LiC0Vac^t^i»2
Ad Fahner In Leovardia 39 schreef René Kuipers over de pianofabriek van Heinrich Schulze. Deze
was gehuwd met Anna Christina Regina Hillebrand. Dit verhaal gaat over haar familie.
Omstreeks 1808 vestigden Jan Adolf Hil
lebrand en zijn broer Gerhard Heinrich
zich in Leeuwarden. Zij wonen dan op het
adres Ipe Brouwerssteeg E 168. Beiden
waren zonen van de landman landbou
wer) Johan Casper Hillebrand. Tussen de
17e en de 19e eeuw zochten veel Duitsers
uit Westfalen hun heil in ons land omdat
de landbouw in eigen land onvoldoende
bestaansmogelijkheden bood. Onder het
motto: 'War in der Heimat bittere Not, in
Holland gabs Verdienst und Brot' vertrok
ken velen al of niet tijdelijk naar ons land.
Beide broers gaven bij hun inschrijving
in Leeuwarden als beroep 'orgelmakers
knecht' op.
In dienst bij A. van Gruisen?
Op 27 februari 1808 verschijnt er in de
Leeuwarder Courant een advertentie
waarbij 'een gerenomeerde orgelmaker,
een schreinwerkers- of orgelmakers-knegt'
wordt gevraagd. Gegadigden kunnen 'zich
vervoegen bij Haantje Dirks op de Keizers-
gragt'. De advertentie wordt enige malen
herhaald. Het zou mij niet verbazen dat
Albertus van Gruisen uit de Bagijnestraat
(thans nummer 66, hoek Bagijnesteeg) die
gerenommeerde orgelmaker is geweest
en dat de gebroeders Hillebrand hiervan
hebben gehoord door tussenkomst van
in Leeuwarden woonachtige landslieden.
Immers, hier woonden veel mensen die
afkomstig waren uit Westfalen. Voeg daar
bij dat Albertus van Gruisen in 1808 de
opdracht verkreeg tot het bouwen van een
groot nieuw orgel in Hallum en nog bezig
was met orgels voor kerken in Joure, Rood
huis en Harlingen, dan kan men zich voor
stellen dat extra mankracht welkom was.
Van Jan Adolf is zeker dat hij bij Alber-
tus van Gruisen en zijn zoon Willem van
Gruisen in dienst is geweest. In 1816 is
in de Leeuwarder Courant een polemiek
te lezen tussen Van Gruisen en Jan Adolf
Hillebrand over de staat van het orgel in
de kerk van Hallum, dat in 1811 door Van
Gruisen was opgeleverd en nadien door
Hillebrand blijkbaar slecht was onderhou
den. Pikant was dat het orgel door Hille-
brand in dienst van Van Gruisen vervaar
digd was. Er staat: 'toen ik bij hen werkte
het Orgel volgens hun Plan gemaakt heb'.
In de voorafgaande advertentie schrijft
Van Gruisen, zich verontschuldigend voor
de slechte staat waarin het nog betrekke
lijk nieuwe orgel verkeerde, dat dit 'was
veroorzaakt door iemand die eenigen tijd
bij hun als Knecht gewerkt hebbende, ver
waand genoeg was zich zelven als Mees
ter te beschouwen'. Vermoedelijk hebben
de gebroeders Hillebrand van 1808-1811
bij vader en zoon Van Gruisen gewerkt
en zijn daarna voor zichzelf begonnen.
In 1813 werd Maria Regina Christine
Meyeringh (circa 1788-1881) ingeschre
ven. Zij was toen reeds gehuwd met Jan
Adolf en afkomstig uit Mettingen waar
haar vader predikant was. Ze behoorde tot
de Nederduits gereformeerde kerk. Jan
Adolf deed belijdenis op 3 april 1803 in
Lotte en werd op 10 juni 1814 in de regis
ters van de Nederduits gereformeerde
kerk in Leeuwarden bijgeschreven. Jan
Adolf en Gerhard Heinrich waren afkom
stig uit Lotte in Tecklenburg Pruisen. Hun
vader Johann Caspar was in 1782 gehuwd
met hun moeder Anna Catharina Howen.
(In Leeuwarden door diverse ambtena
ren geschreven als: Westhoven, Haven en
Schoenehoven).
Woonhuizen
In 1815 woonde Jan Adolf met zijn gezin
op het adres F 43 op de hoek van de Nieu-
westad en de Burmaniastraat, thans Nieu-
Recente foto van het hoekpand Nieuwestad-Burmaniastraat
Foto: Ad Fahner