LiC0Vac^t^i»2
34
zoek om in het belang van de leerlingen en
de school zo spoedig mogelijk de heer Blom
weer in zijn functie te herstellen, omdat
deze een uitstekende onderwijskracht
was, de volle sympathie van ouders en
leerlingen had en daarom volkomen voor
zijn taak was berekend.
In plaats van aan dit verzoek vrijwillig
te voldoen, moest het bestuur de direc
teur terugnemen toen het daartoe werd
gedwongen per deurwaarder-exploot.
'Daarmee waren de rust en de orde in de
school niet teruggekeerd, want door aller
lei dwaze en onwettige maatregelen van
het bestuur en plagerijen van enige leden
van het personeel, die daartoe blijkbaar
door het bestuur waren aangezet, werd
het gezag van de directeur tot een paskwil
gemaakt, terwijl in werkelijkheid een der
leraren, die door het bestuur als diens
'vertegenwoordiger' was aangesteld, aan
de school de scepter zwaaide. Men ontzag
zich zelfs niet om in de schooluren tegen
de leerlingen over de directeur op beledi
gende wijze te spreken, terwijl deze zich
ook een dagelijkse krenking moest en nu
nog steeds moet laten welgevallen van een
medewerker, gesteund als deze zich blijk
baar weet door het bestuur' aldus Kimp.
En hij vervolgde: 'ook mochten ouders,
die de directeur wilden spreken dit niet
anders doen dan in tegenwoordigheid van
de 'vertegenwoordiger' van het bestuur.
Een en ander was er de oorzaak van dat er
aan de school een geest ontstond die op het
moreel van de leerlingen een zeer nade
lige invloed had en goede prestaties in de
weg stond. De heer Blom heeft begin 1927
dan ook aan de onderwijsinspectie aange
geven geen enkele verantwoordelijkheid
te kunnen dragen voor de kwaliteit van
het onderwijs aan de school. Dat Blom de
toestand niet te donker inzag, is afdoende
gebleken uit de uitslag van de in dat jaar
gehouden eindexamens, waarbij slechts
zeventien van de veertig kandidaten
slaagden. Dit bedroevende resultaat was
door de voormalige oudercommissie voor
zien en was voor haar dan ook de reden om
door het oprichten van de bovengenoemde
oudervereniging te proberen zo mogelijk
de onhoudbare toestand aan de school op
te heffen. Haar eerste werk in die rich
ting was zich tot het bestuur te richten
met het verzoek tot een overleg van beide
besturen. Op dit tweemaal gedane verzoek
werd geen antwoord ontvangen. In plaats
daarvan ontvingen de ouders een circu
laire, waarin te kennen werd gegeven dat
leerlingen van ouders, die lid waren van
de oudervereniging, van de school werden
verwijderd, omdat het bestuur van oor
deel was, dat genoemde vereniging voor de
Hervormde Kweekschool zeer schadelijk is
of dit althans kan worden'.
Deze manier van handelen van het
bestuur werd door de aanwezigen scherp
bekritiseerd en aan het einde van de ver
gadering werd dan ook met algemene
stemmen de volgende motie aangenomen:
'De vergadering, gelezen de circulaire van
het bestuur van de J. Th. de Visser Her
vormde Kweekschool op den Mariënburg,
waarin wordt medegedeeld, dat leerlin
gen van ouders, die lid zijn of wenschen te
worden van gemelde vereeniging, van de
school worden verwijderd, spreekt daar
over hare afkeuring uit en gaat over tot de
orde van de dag'.
Het bestuur van de oudervereniging
aanvaarde de dreigementen van het
schoolbestuur niet en stelde het bestuur
aansprakelijk voor alle geleden en nog
te lijden schade. Dat het bestuur toch de
dreigementen ten uitvoer bracht bleek
toen veel ouders van leerlingen een ken
nisgeving ontvingen dat hun kinderen
niet meer op de lijst van leerlingen voor
de nieuwe cursus voorkwamen. Direct
daarop maakten ouders van veertien leer
lingen gebruik van het aanbod van de
gereformeerde kweekschool in Leeuwar
den om hun kind daar in te schrijven, ter
wijl elders ook enkele leerlingen onderdak
vonden.
Aan de orde op die vergadering kwam
ook 'de kwestie rond het boek'. F. Kimp
daarover: 'men heeft zich niet ontzien een
boek, de directeur door al de leerlingen
als een spontane uiting van liefde op zijn
verjaardag ten geschenke aangeboden, op
last van het bestuur, naar de betrokken
leraar zelf verklaarde, van een kwetsende
opdracht te voorzien, waaruit zou moeten
blijken, dat de namen der leerlingen in het
boek voorkwamen op speciaal verlangen
van den heer Blom, terwijl in werkelijk
heid de leerlingen den directeur hadden
verzocht, hun namen in het boek te mogen
plaatsen.' Maar laten we kennisnemen
van het aandoenlijke relaas van de oud
leerlingen zelf.
Openhartigheid van leerlingen
Via een artikel in de Leeuwarder Courant
gaven tien leerlingen hun visie op de toe
stand aan Mariënburg: De eerste groep
van oud-leerlingen die geëxamineerd
werden in 1925 zonden reeds tijdens de
eerste schorsing van de heer Blom een
schrijven aan het bestuur waarin ze hun
leedwezen te kennen gaven over deze daad
hun sympathieke en bekwame oud-direc
teur aangedaan. Wij examenkandidaten
van 1926 sluiten ons gaarne bij hen aan en
willen tevens mededelen:
Enige tijd voor de verjaardag van mijn
heer Blom besloten wij hem de Encyclo
pedie der Heilige Godgeleerdheid door dr.
A. Kuyper als blijk van waardering aan te
bieden. Dit boek was te elfder ure van de
boekhandelaar ontvangen, waardoor we nu
bij de uitreiking aan de jarige verzochten
dit werk nog enige dagen terug te mogen
hebben om er een inscriptie in te plaatsen
en de handtekeningen van allen die hieraan
mee hadden gedaan. Aan onze tekenleraar
Verhoef verzochten we een mooie inscrip
tie te ontwerpen, wat nogal veel tijd scheen
te vorderen. Herhaalde malen vroegen we
hierom, maar steeds had hij het vergeten.
Zoals vermeld kwam mijnheer Blom na
de vakantie niet terug. Een van ons werd
al dadelijk door de docent Robijns verwel
komd met de uitroep 'Nu is de koning van
het koninkrijk Mariënburg verdwenen, hè',
wat deze leerling diep in zijn ziel sneed. Wij
leefden in een gedrukte atmosfeer en men
trachtte op allerlei manieren ons vertrou
wen in de heer Blom te schokken, totdat
het boek weer ten tonele kwam. In een
fraaie randversiering had mijnheer Ver
hoef met sierletters geschreven:'18 Novem
ber 1925, Aangeboden door Uw Toegenegen
Leerlingen. Leeuwarden, Nov. 1925'.
Onder de schoonschrijflessen werden op
een los vel de handtekeningen geplaatst
zonder dat we het boekwerk terugzagen.
Mijnheer Verhoef zelf zou de handtekeningen
er wel inplakken. De schooldag daarop vroeg
onze woordvoerder de tekenleraar het boek
terug, maar deze deelde mee het boek afgege
ven te hebben aan de waarnemend directeur
Keulen. Daarna werd deze gevraagd aan het
eind van een les, maar deze beweerde dat het
reeds naar mijnheer Blom was gebracht op
zijn initiatief. Heftige verontwaardiging bij
ons, want dit kwam ons verdacht voor. Vier
van ons spoedden zich naar het huis van onze