LiC0Vac^t^i»2
4
Huwelijkssluiting voor het in 1961
verwijderde doophek
het orgel één rij stoelen weg genomen. De
kerk was dus ingericht met dwars op de
zijmuren staande besloten banken en in
het middenvak door banken én stoelen
en voorts met stoelen in de ruimte vóór
in de kerk, waar avondmaalstafels moes
ten kunnen worden opgesteld. Uit het zit-
plaatsenregister van 1862 blijkt dat toen
in het middenvak banken door stoelen
werden vervangen.
In 1858 maakte jonkheer ir. Adriaan
Onno van den Santheuvel (1828-1887)
voor de zitplaatsenadministratie een
nieuwe plattegrond van de kerk. Dat was
nodig omdat in 1854 een kwart van de zit
plaatsen, vooral in het middenvak en voor
in de kerk, was opgeheven. De plattegrond
geeft de inrichting van de kerk weer, zoals
die toen ook werkelijk was. De vervaardi
ger was een bouwkundige, die van moe
derszijde uit de familie Thoe Schwarzen-
berg en Hohenlansberg stamde en gehuwd
was met jonkvrouwe A.G. van Andringa
de Kempenaer. Hij was een Delfts ingeni
eur, die van 1856 tot 1859 en van 1869 tot
1881 voor Rijkswaterstaat in Leeuwarden
gevestigd was. Van 1857 tot 1858 maakte
hij binnen de Waalse gemeente deel uit
van het college van 'diacres', dat ook de
kerkvoogdelijke zaken behartigde. Op zijn
tekening vallen in het kerkschip de dui
delijk getekende banken op. Binnen het
zeventiende-eeuwse doophek tekende hij
aan weerszijden van de preekstoel aan
de noordzijde de bank van de 'anciens' en
aan de zuidzijde die van de 'diacres'. De
overhuifde bank aan de noordzijde was
bestemd voor de 'Gouverneur'. Daar tegen
over stond aan de zuidzijde de 'Banc des
Etats'.
De kerk na het einde van de Waalse
gemeente in 1888
In de tweede helft van de negentiende eeuw
nam het ledental van de Waalse gemeente
sterk af. In 1874 vertrok de laatste predi
kant en in 1888 werd de gemeente opge
heven. Het kerkgebouw ging op grond van
de hiervoor vermelde overeenkomst van
1799 over naar de hervormde gemeente,
die het vruchtgebruik kreeg van de kos
terij en het orgel. Daarvan ging in 1913
het eigendom ook over op de kerkvoogdij.
In 1890 werden de Franstalige opschrif
ten van het poortje verwijderd. Het koepel
torentje werd in 1901 door de hervormde
kerkvoogdij van de gemeente Leeuwar
den overgenomen. Het kerkgebouw werd
vooral gebruikt voor kinderkerkdiensten,
huwelijksvoltrekkingen, begrafenissen en
avonddiensten. Toen er ook liturgische
diensten werden gehouden verdween in
1961 op verzoek van de predikanten het
doophek, alsmede twee banken die er na
1890 voor waren geplaatst. Er kwam een
avondmaalstafel voor in de plaats.
Toen de Grote Kerk wegens bouw
valligheid in 1968 moest worden geslo
ten, volgde nog een intensief gebruik
van de Waalse kerk door de her
vormde gemeente, maar in 1976 beëin
digde die haar zondagse diensten in de
kerk. Tegenwoordig wordt de kerk, die
nog eigendom is van de protestantse
gemeente, gebruikt door de remonstrantse
gemeente, de oecumenische basisge
meente en voor maandelijkse Friese ves
pers en verder voor culturele activiteiten.
In 1986 onderging de kerk een restau
ratie. De gevel kreeg toen zijn huidige
okergele kleur en het Franse opschrift op
de bijbel boven het poortje keerde terug.
Het inwendige onderging ingrijpende wij
zigingen. De preekstoel verhuisde naar
de plaats van de stadhoudersbank tegen
de noordmuur en de bank werd opgesteld
tegenover de preekstoel tegen de zuid
muur. De statenbank en de kerkenraads-
banken werden gewijzigd en voor een deel
tegen de oostmuur geplaatst. In de voor-
kerk en achter het orgel vonden ook wij
zigingen plaats. De orgelkast en de gale
rijen verloren hun geel-bruine houtkleur
en werden in diverse tinten blauw-groen
geschilderd.
Het orgel werd gerestaureerd in 1952 en
opnieuw in 2002, nadat in 1989 de kast
al in oude luister was hersteld. In het
liturgisch centrum werd een zeventiende-
eeuwse lezenaar uit een Hollandse kerk
geplaatst. In 1977 schafte de kerkvoog
dij die aan voor de gerestaureerde Grote
Kerk en liet die toen op een nieuwe stan
der plaatsen.
Het zilver van de Waalse kerk
Toen de Waalse gemeente van Leeuwar
den in 1888 werd opgeheven, belandde het
kerkzilver in de Waalse kerk van Leiden.
Mogelijk gebeurde dat door toedoen van
ds. César Gustave Chavannes (1832-1909),
die van 1872 tot 1874 als laatste Waalse
predikant in Leeuwarden stond. Na zijn
vertrek naar Leiden ontplooide hij zich als
schrijver van theologische werken, maar
vooral als kerkbestuurder. Hij was presi
dent van de Waalse Commissie en voor de
Waalse kerken synodelid van de Neder
landse Hervormde Kerk. Het Leeuwar
der kerkzilver omvatte in elk geval twee
avondmaalsbekers en een doopschaal.
Avondmaalsbekers
In 1985 verkocht de Waalse gemeente
van Leiden, die dat jaar haar kerkgebouw
restaureerde, de Leeuwarder avond
maalsbekers. Ze werden door de Ottema-
Kingma-Stichting voor het Fries Museum
verworven. (FM nr. 1985-006 A en B OKS
1985-1A en B).
Omdat de bekers gegraveerd zijn met
het wapen van Friesland, werd in 1985
verondersteld dat ze ooit op het provin
ciehuis in Leeuwarden in gebruik waren
geweest. Ze zijn echter in 1659 op kosten
van de Staten van Friesland vervaardigd
voor de Leeuwarder Waalse kerk. De
bekers (19 cm hoog en met een diameter
van 10,2 cm.) hebben een kelkvorm en
rusten op een cilindrisch voetstuk en een