LiC0Vac^t^i»2 5 De in 1659 door Harmen Jacobs Raapsvelt vervaardigde avondmaalsbekers balustervormige stam. Deze vorm komt in Friesland wel voor, maar is niet erg gebruikelijk. De enige versiering van de bekers is het wapen van Friesland. Aan vankelijk werd er op grond van merken- onderzoek vanuit gegaan dat ze in 1612 werden vervaardigd door de Leeuwarder zilversmid Alger Hotses. Merkenonder- zoek in 2011 in het Fries Museum maakte duidelijk dat de bekers in het stichtings jaar van de Waalse kerk, 1659, werden vervaardigd door Harmen Jacobs Raaps- velt te Leeuwarden.5 Hij was sinds 1634 zilversmid in Leeu warden. Van zijn hand is ook een avond maalsbeker uit 1648 te Akkrum bekend. In de archieven van de Staten van Fries land staan betalingen aan hem, verant woord in betrekking tot zijn ambt van keurmeester-generaal voor goud- en zil verwerken, maar niet voor de leverantie van de avondmaalsbekers voor de Waalse kerk. Het doopbekken Nog steeds is in de Waalse kerk in Leiden het Leeuwarder doopbekken aanwezig en in gebruik. Het is een gebombeerde schotel (diameter 24,5 cm.), die mogelijk vóór zijn kerkelijke functie een wereld lijke bestemming heeft gehad of door de zilversmid uit voorraad werd geleverd. De oren zijn wellicht een toevoeging. Het kan Het Leeuwarder doopbekken uit 1649 dat nog steeds in de Waalse Kerk te Leiden in gebruik is zijn, dat het aanvankelijk een broodscho tel voor het Heilig Avondmaal was. Van de zilvermerken wijst de jaarletter V op vervaardiging in 1651, terwijl de Leeuwar der Waalse gemeente, zoals aangegeven, in 1659 werd gesticht. Het meesterteken dat in het bekken is geslagen, is dat van Johannes Foppes, die in 1649 in Leeuwar den zilversmid werd. In het plat van de schotel is centraal het wapen van Fries land gegraveerd en daaronder een na 1888 aangebrachte afbeelding van het zegel van de Waalse gemeente van Leiden. Het bestaat uit een schild met daarop de twee gekruiste sleutels van het stadswapen, bekroond door doornen en een lelie. Als de schotel in Leeuwarden in de Waalse kerk niet als broodschotel, maar als doopbekken heeft gefunctioneerd, heeft hij bij doopdiensten mogelijk gerust óp (en niet in) een smeedijzeren standaard, die nog uit 1659 zal dateren. Het is ook mogelijk dat deze heeft gediend als houder van een koperen collectebekken. Die is, ondanks talloze wijzigingen in de inrich ting van de Waalse kerk, tot op heden nog aanwezig en zal daar hopelijk bewaard blijven. Noten 1 Een inventaris van het archief door dr. J.W. Ver- burgt uit 1950 is opgenomen in: Joh. Schaafsma, Inventaris der archieven van de Nederlandse Her vormde Gemeente Leeuwarden (1975), blz. 139-143. 2 Mr. Bernhard van Haersma Buma, die werkt aan de ordening van het jongste archief van de pro testantse gemeente Leeuwarden en de overdracht daarvan aan het HCL, hield zich met de beheerder van de Grote Kerk, de heer Rob Tigchelaar, inten sief bezig met de terugkeer van de Waalse stukken naar Leeuwarden en deed naspeuringen naar hun herkomst. Ik dank de heer Buma voor veel ver strekte informatie. 3 Gegevens zijn ontleend aan W. Eekhoff, Geschied kundige beschrijving van Leeuwarden I-II (1846) en R. Visscher, Leeuwarden 1846 tot 1906 (1908), maar vooral aan de archieven van de Staten van Fries land 1580-1795, (Tresoar, toegangsnr. 5), Resolutie boeken, nrs 63-231 en Registratieboeken van beta lingsordonnantiën op de ontvanger-generaal van de kloostergoederen nrs. 2674-2687. 4 Sytse ten Hoeve, 'Twee kerkpoortjes en een bijzon der slotplaat in Beetgum', in: Fryske Tsjerken 1-1 (2010), blz. 19-22. 5 Vastgesteld in 2009 door Marlies Stooter van het Fries Museum.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2013 | | pagina 7