f UisSSSlS Lcov<jic^t^i»li 10 Marathonstraat en uit de drie tussenlig gende straten. Vanaf 1972 verzamelde het comité klachten uit de buurt, bijeen gebracht in een overzicht 'klachtenbank'. In oktober 1973 werd door het comité een avond georganiseerd in het buurtge- bouw, waar door zo'n 80 huurders gespro ken werd over de toekomst van de buurt. Een ruime meerderheid bleek voor afbraak en herbouw van de Linnaeusstraat en renovatie van de woningen aan de Mara thonstraat en Boerhaavestraat. De leden eisten een huurverlaging met 25% én met terugwerkende kracht. Een protestbrief tegen de huurverhoging werd door 87% van de bewoners ondertekend. Omdat er al zoveel leegstand was merkte een bewo ner op dat er helemaal geen huur gere kend zou moeten worden: 'De gemeente hèt onse huur dan oek niet meer noadich.' Het woningbedrijf bleek overigens niet erg onder de indruk van de protesten, omdat 'heel wat bewoners toch geen huur beta len'. Het comité vond dat bewoners die de buurt gingen verlaten, ook in aanmerking zouden moeten komen voor een krotoprui- mingssubsidie. Er kwamen zelfs al seri euze voorstellen om de Linnaeusstraat een andere naam te geven. De directeur van het Gemeentelijk Woningbedrijf, de heer Van der Veen, achtte afbraak niet nodig. Hij dacht wel aan het samenvoegen van woningen, waarbij dan de nu leegstaande woningen als wisselwoning voor de huidige bewo ners gebruikt konden worden. Bij de vergadering was ook Rob Busser aanwe zig, docent van de hts en door het comité benaderd om een onderzoek te doen naar de bouwkundige toestand. In 1973 ver scheen het rapport van het hts-onderzoek waaruit tal van gebreken aan de wonin gen naar voren kwamen, maar waaruit ook bleek dat renovatie mogelijk was, zij het met een verdubbeling van de huur tot gevolg. Een gemeentelijke werkgroep constateerde eveneens dat het financieel eigenlijk niet haalbaar was deze woningen te verbeteren. Een in 1975 ingestelde pro jectgroep kreeg de opdracht na te gaan of een gewijzigde bestemming mogelijk was. Vooruitlopend op de conclusie besloot de gemeente in ieder geval een bedrag van ƒ1500,- beschikbaar te stellen voor iedere vertrekker, voor de kosten van verhuizing en 'wederinrichting'. Noodkreet Op 3 maart 1975 besprak het huurders comité met uitgenodigde raadsleden het rapport Noodkreet waarin het comité de situatie uiteenzette. Voorzitter Anton Huitema: 'De leefbaarheid is hier de laat ste jaren ver te zoeken geweest en wordt met de dag minder. De mensen hebben hier een onmenselijk bestaan. De wonin gen zijn van slechte kwaliteit en er is de laatste jaren geen onderhoud gepleegd. De stookkosten zijn hard opgelopen omdat leeggekomen woningen worden dichtge timmerd.' Wethouder Geert Eijgelaar: 'Ik heb vaak gezegd dat het mij persoonlijk het beste lijkt als de hele zaak plat gaat, maar dan moet je wel de gevolgen overzien.' Achteraf bleek dat de representativiteit van de buurtvergadering matig was. Een aantal bewoners, met name uit de Boer- haavestraat en de Marathonstraat, hield zich principieel afzijdig van 'het door de Linnaeusstraat-bewoners gedomineerde huurderscomité'. Omgekeerd vond het comité dat genoemde groepen bewoners moeilijk te bereiken waren. In het voorjaar van 1975 werd door enkele raadsleden nog geopperd om een sporthal/zwembadcomplex in de Linnaeus- buurt te bouwen, als alternatief voor de geplande, 'excentrisch gelegen' locatie aan het Kalverdijkje in de te ontwikke len wijk Camminghaburen. Wethouder Weide wees echter op de vertraging in de plannen als voor de Linnaeus-locatie gekozen zou worden. Een dergelijk sport complex zou zich volgens hem bovendien slecht verdragen met de omgeving van oud-oost, de parkeervoorziening zou lastig worden en bouw in Camminghaburen had diverse pluspunten. In maart 1975 besloot het college van b&w in principe over te gaan tot sloop van de Linnaeusstraat. Aan het ministerie was gevraagd om deze wijk in aanmerking te laten komen voor een krotopruimingsbij- drage. Den Haag was echter terughou dend, omdat het hier ging om een naoorlogs woningbouwcomplex, waarvoor geen rege ling was. Het college volgde in ieder geval het advies van de door haar zelf ingestelde projectgroep, die het volledig afbreken van 310 bestaande woningen en het weer terug- bouwen van 185 eengezinswoningen als financieel meest verantwoorde maatregel zag. Volledige renovatie zou aantrekkelijk zijn (en snel te realiseren) als rijkssub sidie mogelijk zou zijn. Het woningcasco 1AAT Uitsnede van het gebied rond sportcomplex Cambuur zoals weergegeven op een stadsplattegrond uit 1982

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2014 | | pagina 12