Hoe de schaakclub Philidor Koninklijk werd 23 Eddie Scholl Met enige regelmaat wordt me als bestuurslid van Philidor 1847gevraagd hoe de ver eniging toch aan dat opvallende predikaat 'Koninklijk' is gekomen. Binnen de schaak wereld heeft behalve Philidor slechts het Haagse DD deze eretitel verworven. aannemen dat daar wel enig informeel voorwerk aan vooraf is gegaan, want de termijn om in een dergelijke delicate zaak tot een afgewogen oordeel te komen was voor de betrokken instanties en personen, het secretariaat van het Koninklijk Huis, de commissaris van de koningin in Fries land en de burgemeester van Leeuwarden, rijkelijk kort. Binnen de Philidorgelede- ren waren er zeker enkelen - voorzitter Waling Dijkstra, Jan Cornelis van Vliet, Albert van der Wal - die toegang hadden tot de hogere ambtelijke Friese kringen. Opmerkelijk in de brief van secretaris H.F. Schotanus aan commissaris Linthorst Homan is, dat die het volledige reglement van de vereniging, zoals dat op de datum van oprichting op 12 november 1847 werd vastgesteld, bevat. Omdat het lezen van deze ouderwetse artikelen mij altijd onder drukt doet glimlachen en deze artikelen bovendien een mooi beeld geven van hoe het in de 19e eeuw op een clubavond toe ging, staat hieronder de volledige brief. Leeuwarden, 1 september 1947 Hoogedelgestrenge Heer, Ondergetekenden, vertegenwoordigende het Bestuur van de Schaakclub "Philidor 1847" doen Uw HEdGestr. het beleefde verzoek toekomen Uw bemiddeling te willen verlenen tot het verkrijgen van het Praedicaat "Koninklijke" voor onze Club, ter gelegenheid van haar honderdjarig bestaan, hetwelk zal plaats vinden op 12 November 1947. Ter Uwer oriëntering diene het navolgende: Volgens het in ons bezit zijnde notulenboek werd op 12 November 1847 het Schaak- collegie "Philidor" opgericht door 13 bur gers van Leeuwarden, te weten de heren: A. Mentz, A. de Jong Wzn, P. Geerts, J. van Temmen, N.H. van der Meulen, B.P. Het Philidorbestuur in 1947. Staande van links naar rechts J. de Vries, H. Kramer en J. Vellinga. Zittend van links af G. Faber, D.P. Bergsma, Waling Dijkstra, B. Ondersteijn en H. Schotanus In het jubileumboek bij het 150-jarig bestaan in 1997, 150 jaar schaken in Leeu warden, wordt deze vraag beantwoord door erelid Albert van der Wal (1919-2005), die vanaf 1933 tot aan zijn overlijden lid van Philidor is geweest en er dus bij de toeken ning van het predikaat in 1947 bij was. Maar inmiddels is, dankzij een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur, de ambte lijke correspondentie die aan de toekenning voorafging, boven water gekomen en is het mogelijk er iets dieper op in te gaan. De aanvraag Het plan om ter gelegenheid van de vie ring van het 100-jarig bestaan in novem ber 1947 het predikaat 'Koninklijk' aan te vragen, moet in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog binnen het bestuur van Philidor gerijpt zijn, maar pas op 1 september 1947, nog geen anderhalve maand voor de jubileumviering, wordt een formele aanvraag bij de commissa ris der koningin in Friesland, mr. H.P. Linthorst Homan, ingediend. We mogen

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2014 | | pagina 25