Lcov<jic^t^i»li
28
Internationaal schaakgrootmeester Haije Kramer (Leeuwarden 1917 - Gytsjerk 2004)
bijvoorbeeld de biografie van Jan Cornelis
van Vliet met de veelzeggende titel Maar
mijn Koningin krijgt u nooit.
De schaaktoernooien
Nieuw voor mij was de mededeling van
commissaris Linthorst Homan, dat Phi-
lidor in 1947 vergevorderde plannen had
ontwikkeld om het toernooi om het wereld
kampioenschap voor een aantal ronden
naar Leeuwarden te halen. Het gaat hier
om het toernooi dat van 1 maart t/m 18
mei 1948 in 25 ronden verspeeld werd; de
eerste helft in Den Haag, de tweede helft
in Moskou. Het toernooi was noodzakelijk
geworden door het op 26 maart 1946 over
lijden van wereldkampioen Alexander Alje-
chin. Deelnemers waren de Sovjet-Russen
Michael Botwinnik, Paul Keres en Vassily
Smyslov, de Amerikaan Samuel Reshevsky
en onze dr. Max Euwe. De Amerikaan
Rueben Fine, die ook rechthebbende was,
trok zich terug.
Het Philidorarchief uit de jaren na
de oorlog is spoorloos verdwenen. Ook
naspeuringen in de Leeuwarder Cou
rant, het Tijdschrift van de Koninklijke
Nederlandse Schaakbond en in het toer
nooiboek van de hand van dr. Max Euwe
leverden geen informatie op over Friese
bemoeienis. Haije Kramer in zijn Friese
Schaakkoningen vermeldt hierover even
min iets, evenals Albert van der Wal in
het Philidor jubileumboek van 1997. Toch
valt aan de woorden van de commissaris
moeilijk te twijfelen. En 50.000 gulden
was in die tijd een gigantisch bedrag.
Een kleine 10 jaar later, in 1956,
gelukte het Waling Dijkstra c.s. wel
het kandidatentoernooi, waaruit de uit
dager van wereldkampioen Botwinnik
moest voortkomen, voor enkele ronden
naar Leeuwarden te halen. De 10e en 11e
ronde van de in totaal 18 werden op 14
en 16 april 1956 in De Beurs verspeeld.
In Das Kandidatenturnier für die Welt-
meisterschaft 1956 schrijft Euwe, die zelf
als hoofdarbiter fungeerde: "Nach dem
beengten Spielsaal im Minerva-Pavillon
war es wirklich eine grosse Anderung, man
möchte fast sagen, eine Erholung, diese
und die nachste Runde in dem prachtvol-
len Spielsaal der Kornbörse in Leeuwarden
zu spielen. Die Friesischen Organisatoren
verdienen höchste Anerkennung für die
Art und Weise, mit der sie die Grossmeis
ter und ihre Begleiter, das Komitee und
die Presse empfangen haben. Es war wir-
klich grossartig." De grootmeesters en hun
begeleiders waren tot hun grote genoegen
ondergebracht in Lauswolt in Beetster-
zwaag, ook toen al het meest vooraan
staande hotel in Friesland.
Ikzelf heb levendige herinneringen aan
die twee ronden met de Russische groot
meesters Smyslov, Bronstein, Keres,
Geller, Petrosjan en een piepjonge Spas-
sky, alsmede de Argentijnen Pilnik en
Panno, de Tsjech Filip en de Hongaar
Szabo, omdat ik als bordenjongen was
aangesteld. (Voor niet-schakers: een bor
denjongen bracht in predigitale tijden de
gespeelde zetten uit de speelzaal over naar
de commentaarzaal, waar het publiek de
partijen op grote demonstratieborden kon
volgen aan de hand van het commentaar
van deskundigen.)
Overigens had de jubileumviering in
november 1947 nog een lastig staartje.
Een koninklijke vereniging heeft uiter
aard niets beter te doen dan op de centen
letten. De kosten van de feestelijkheden
liepen dusdanig op dat het nodig bleek het
tekort te laten dekken door renteloze lenin
gen van betergesitueerde leden. Gelukkig
waren die er. Uiteraard werd in de eropvol-
gende jaren door het Philidorbestuur druk
op deze geldschieters uitgeoefend de schuld
kwijt te schelden, maar het heeft nog tot in
de jaren '50 geduurd eer de Philidorfinan-
ciën weer helemaal op orde waren.
De koninklijke status wordt na elke 25
jaar aan een controle onderworpen. De
laatste keer was in 2010 en die duurde
meer dan een jaar, een schril contrast met
de snelheid waarmee de toekenningspro
cedure in 1947 verliep. Uiteindelijk werd
kennelijk niets bezwarends gevonden,
want Philidor kan weer even voort: de club
is gerechtigd het predikaat 'Koninklijke'
tot 10 januari 2036 te voeren.