3 (Kamstra) ervoor als persoon wordt belast. De huurwaarde van het huis was met 30 florenen na het Amelandshuis de hoogste van het Hoeksterespel. Ook hieruit kan worden afgeleid dat het huis na 1511 was her- of verbouwd. In het Hoeksterespel bedroeg de gemiddelde stij ging van de huurwaarden tussen 1511 en '31 zo'n 30%, Voorstreek 31 nam in dezelfde periode echter met 50% in waarde toe. Bauk Kamstra, was een dochter uit het eerste huwelijk van Eedes echtgenote Jel Douma. Haar moeder en stiefvader zullen vlakbij op het Martenahuis aan de zuid zijde van de Tuinen geresideerd hebben. Bauk was getrouwd geweest met een jon gere halfbroer van haar stiefvader, de jurist Tjebbe Martena die in 1530 was overleden. In datzelfde jaar werd hun zoon Duco Martena geboren die in 1554 het huis Starkenburg aan de Nieuwestad zou ver werven en aan wie de Duco Martenapijp zijn naam dankt. Mogelijk zag hij aan de Voorstreek het levenslicht. De familie Martena waartoe Eede en Tjebbe behoorden, was in de vroege zes tiende eeuw een van de meest invloedrijke en vermogende Friese geslachten. Een oom van de broers, de in 1517 overleden Hessel Martena, was een belangrijke steunpi laar van het Saksische bestuur geweest. Hij werd er rijkelijk voor beloond: buiten instellingen als kloosters en dergelijke, was hij in 1511 de grootste Friese grondei genaar. Hun oudste broer, dr. Keimpe Mar- tena, was raadsheer in het Hof van Fries land en vervulde verschillende belangrijke diplomatieke missies. Als erfgenamen van hun vader behoorden de gezamenlijke broers eveneens tot de belangrijkste groot grondbezitters in Friesland. De familie bezat naast het eerder genoemde Marte- nahuis aan de Tuinen en één in Franeker onder meer de Martenastate in Koarnjum. Bauk stamde uit een iets minder voornaam geslacht van Friese heerschappen. Het is verleidelijk te veronderstellen dat het latere 'Benthem' in de tweede helft van de jaren twintig van de zestiende eeuw gerenoveerd en uitgebreid werd om als voornaam woonhuis de status van het echt paar Tjebbe Martena en Bauk Kamstra te onderstrepen. Bauk hertrouwde in 1532 met Sieds Botnia. Waarschijnlijk woonde het echt paar niet in Leeuwarden, maar op de Hot- tingastate in Nijland waar Bauk testeerde. Ze werd er in 1547 in de kerk begraven, haar man een jaar later. De eigendoms- en bewoningsgeschiede- nis van het huis is tot 1571 enigszins duis ter. Het werd in dat jaar verkocht door Jel Botnia, een dochter van Bauk en Sieds, maar hoe zij het verworven heeft onttrekt zich aan onze waarneming. Enkele testa menten wekken de indruk dat het huis geen gezamenlijk eigendom van de ech telieden Eede Martena-Jel Douma was, maar privébezit van Jel en binnen haar familie vererfde. Over de afwikkeling van haar nalatenschap werden in de zestiende eeuw enkele rechtszaken gevoerd. Helaas is slechts een deel van de processtukken bewaard gebleven. In 1542 woonde 'Sappe Tyercks zoon' ter plaatse van Voorstreek 36 en in 1550 worden 'Johan Borst en Luytske' er vermeld. Zoals gezegd verkocht Jel Botnia het complex in 1571. Het omvatte toen 'een huisinge voor ende achter metten hoff ende middelplaetse tusschen beijde gelegen voor aen de strate bij de Vischbrugge, achter aen de strate bij den Cancelrie'. Voor 1571 was dus een nieuw huis ver rezen op het achtererf. Hoewel van dat gebouw alleen een deel van het overwelfde souterrain resteert, moet het de nodige allure hebben bezeten. Afgaand op de kaart van Sems telt het dubbelbrede pand met een noklijn evenwijdig aan de straat tenminste twee bouwlagen en was het uit gevoerd met een Vlaamse gevel. In laat zestiende- en vroeg zeventiende-eeuwse beschrijvingen is steeds sprake van een 'blau leijen huis', het was dus gedekt met leien. Noordelijk ervan liep een steeg die aanvankelijk naamloos, maar vanaf 1709 als Benthemersteeg in de archieven voor komt. Die naam doet vermoeden dat die steeg bij Benthem hoorde of er op z'n minst toegang toe verleende. Omdat het een noch het ander vanaf 1709 het geval was, moet de naam ouder zijn. (Het is niet onmogelijk dat deze steeg oorspronkelijk doorliep naar de Voorstreek. De kavel van Voorstreek 36 zou in dat geval oorspronkelijk nog breder zijn geweest). Zowel het huis aan de Voorstreek als dat aan de Turfmarkt was verhuurd. De 'hui- singe voor' aan Wouter Anthonis en mr. Zoon Haye Roussel (geboren in 1564), raad bij het Hof van Friesland, was gehuwd met Jouck van Burmania (overleden 1627). Zij verkochten hun geërfde bezit in 1590. De afgebeelde wapens aan de linkerzijde van het portret van Haye zijn van Roussel-Stania Foto: Collectie Tresoar

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2014 | | pagina 5