LiC0Vac^t^i»2
8
De Marshallweg op het westelijke industrieterrein rond 1960, met links de Zwettestraat
Foto: Sj. Andringa
verbreed tot aan de spoorlijn Leeuwar-
den-Stiens, onder andere ten behoeve
van de vuurwerkfabriek. In het noorde
lijke deel van De Zwette werd in 1951 een
dam geplaatst en startte de aanleg van de
industriehaven. Een jaar later kwam de
parallelweg aan de spoorlijn naar de dam
in De Zwette gereed. Kort daarna begon
de aanleg van de Toutenburgstraat, de
Voltastraat en de Ampèrestraat.
In de loop der jaren kwamen er 24
nieuwe vestigingen op het industrieter
rein Snekertrekweg, naast enkele bedrij
ven die reeds langere tijd aldaar gevestigd
waren. Van die 24 waren er tien met een
echt industrieel karakter; de overige ves
tigingen betrof vooral handelsfirma's of
opslagplaatsen.
Halverwege de jaren vijftig kwam de
wens (en noodzaak) naar voren om de
gronden tussen het Van Harinxmakanaal,
de Snekertrekvaart, de spoorlijn naar Har-
lingen en die naar Zwolle tot ontwikkeling
te brengen. Deze gronden werden als zeer
geschikt beschouwd door de uitstekende
verbindingen over water en spoor en met
een toegangsweg langs de noordzijde van
het Van Harinxmakanaal. Een verdere
ontwikkeling van de industriegebieden in
Leeuwarden-west moest in samenspraak
met de buurgemeente Menaldumadeel,
omdat een deel van het beoogde industrie
gebied op grondgebied van die gemeente
lag. Eerst zou het 'Leeuwarder deel' ont
wikkeld worden, dan de driehoek van
Menaldumadeel (ten zuiden van het spoor
naar Sneek) en daarna het noordelijk deel,
ook op grondgebied van Menaldumadeel.
Het bestaande terrein was bijna 30 hec
tare, de uitbreidingen respectievelijk 30,
12 en 41 hectare. Uiteindelijk zou in 1961
een akkoord bereikt worden over de grens
wijzigingen.
In 1957 werd door het kabinet een beste
dingsbeperking afgekondigd in verband
met de moeilijke financiële situatie van
het land in die periode. De gemeente Leeu
warden moest in totaal voor ruim ƒ14,5
miljoen aan werken opschorten. Dit had
onder andere gevolgen voor de ontsluiting
van Leeuwarden-west, hoewel een jaar
later, via een gemeentelijke lening van ƒ5
miljoen, toch enkele werken in uitvoering
genomen konden worden. Met de aanleg
van het industrieterrein Van Harinxma-
kanaal werd in 1959 begonnen.
Eind 1960 was het terrein Van Harinx-
makanaal vrijwel geheel uitgegeven.
De verdere uitbreiding startte met het
bouwrijp maken van industrieterrein De
Zwette (bijna 10 hectare), grenzend aan
het terrein Van Harinxmakanaal, op
later moment gevolgd door een derde ter
rein. De plannen voor verdere uitbreiding
waren niet alleen gebaseerd op de vraag
op dat moment, maar tevens op een te ver
wachten vraag bij een verdere doorgroei
van Leeuwarden, volgens toenmalige
prognoses tot 93.000 inwoners of zelfs tot
135.000 inwoners in 1980.
Het uitbreidingsplan Bisschopsrak werd
in 1961 vastgesteld. Het gebied tussen de
Harlingerstraatweg en Harlingertrekweg,
ten westen van de spoorlijn naar Stiens,
werd bestemd voor industrie.
In 1963 werd het uitbreidingsplan De
Zwette goedgekeurd. Het gebied werd
bereikbaar via een weg 'over' de Zwette
(die hiervoor dus gedeeltelijk gedempt
moest worden), aansluitend op de meest
noordelijk gelegen, van oost naar west
lopende straat. Via een onderdoorgang
van de spoorbrug over het Van Harinx-
makanaal (in de spoorlijn Leeuwarden-
Harlingen), werd het gebied verbonden
met het geplande industrieterrein ten
noorden van de spoorlijn (industriegebied
Schenkenschans). De Zwette werd zowel
in oostelijke als in westelijke richting ver
breed en uitgediept om als insteekhaven
te fungeren. Langs het Van Harinxma-
kanaal kwam een vaste oeververbinding
(Lorentzkade).
In het uitbreidingsplan was de moge
lijkheid opgenomen tot aansluiting op
het spoorwegnet. Daartoe werd een stam
lijn aangelegd vanaf de splitsing van de
spoorlijn naar Harlingen en Heerenveen
in zuidwestelijke richting en verder langs
de oostkant van de Zwettestraat tot aan
de Lorentzkade. Industrie die een spoor
verbinding wenste, moest dan op eigen
kosten zorgen voor aftakking van de stam
lijn.
In 1962 startte de aanleg van de Zwette-
tunnel. Een tunnel met beperkte doorrij-
hoogte in verband met ruimtegebrek voor