LiC0Vac^t^i»2 10 Panoramafoto, gemaakt in september 1961, vanaf de silo van de CAF naar het westen. Links de Spoorweghaven, rechts de Harlingertrekvaart vertegenwoordigers en zakenmensen bij de promotie van de stad, met premiestel sel', 'bouw van industriehallen met huur koop', 'gratis industrieterreinen' en 'voor lichting via de scholen'. In november 1960 werd de tweede kernweek georganiseerd 'om de geest vaardig te houden en zowel naar binnen als naar buiten te getuigen van het feit dat het Leeuwarden en de Leeuwarders ernst is', aldus de organisatie. De week werd geopend door toenmalig minister president De Quay. De week versterkte inderdaad het besef dat Leeuwarden een belangrijke ontwikkelingsperiode tege moet zou gaan. De uitvoering van enkele grote werken en de vestigingsbeslissingen van enkele ondernemingen, droegen hier sterk aan bij. Industriekern In april 1959 maakte minister Zijlstra van Economische Zaken het nieuwe regi onale industrialisatiebeleid bekend, met de aanwijzing in Friesland van de kernen Drachten, Harlingen, Heerenveen, Sneek enLeeuwarden. Het beleid werd nu gericht op kernen die reeds een krachtige industriële ontwikkeling hadden door gemaakt en beschikten over de nodige maatschappelijke, culturele en sociaal- hygiënische voorzieningen. 'Daardoor zou ook een bijdrage geleverd kunnen worden voor de oplossing van het grote nationale probleem van de beangstigende groei van het westen' Leeuwarder Gemeenschap, mei 1959). Met de kernweek was al enigszins op de kernstatus geanticipeerd, maar nu was deze voor vijf jaar een feit. Industrie werd gestimuleerd zich te vestigen in een industriële ontwikkelingskern, door een premie op de vestigingskosten en een reductie op de kosten voor verwerving van gronden. Tevens kon een aangewe zen kern voor diverse maatregelen rijks subsidie verkrijgen tot maximaal 85% van de investeringslasten. Er kon een beroep gedaan worden op de regeling Bevorde ring Industrialisatie Ontwikkelingsker nen. De gemeente Leeuwarden maakte een vijfjarenplan (urgentieprogramma) voor industriële ontwikkeling. Dit plan bevatte maatregelen die in de periode 1960 tot en met 1964 tot stand zou moeten komen om de kernfunctie naar behoren in te kunnen vullen. Het totale programma vergde een investering van ruim ƒ77 miljoen: ten behoeve van industrialisatie ƒ3,7 miljoen, ringweg ƒ15,6 miljoen, nieuw bodeterrein ƒ500.000,-, straten, grachten en bruggen ƒ8,1 miljoen, nieuwe veemarkt ƒ10,4 mil joen, recreatie ƒ9,4 miljoen en zo nog het een en ander. Het beschikbare bedrag voor industri alisatie, ƒ3,7 miljoen, was bedoeld voor het bouwrijp maken van industrieterrein Van Harinxmakanaal, de aanleg van een loswal langs het Van Harinxmakanaal met een lengte van ruim 300 meter en een tunnel in de Zwettestraat, verbreding van de Marshallweg, spooraanleg op het nieuwe industrieterrein en verbetering van de De Merodestraat. Bij een bezoek eind 1961 aan Leeuwar den sprak minister De Pous van Economi sche Zaken de hoop uit dat het Noorden zo aantrekkelijk zou worden dat bedrijven zich ook zonder subsidies zouden vesti gen. Hij achtte het zeer belangrijk dat de bedrijven die zich al gevestigd hebben, zulke goede ervaringen hebben: 'goede sfeer en snel aanpassingsvermogen'. Structuurplan 1965 In mei 1965 werd een structuurplan vast gesteld waarin het gebied de Hemriker- polder, aan de oostkant van Leeuwarden, een industriële bestemming werd toebe-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2014 | | pagina 12