LiCOVac^t^i.2 20 frouw Jeanne den Hartog, eind november in de kazerne, valt zeer in de smaak. 'In menig oog blinkt een traan. Hoe kan het ook anders! Stelt u voor de groote binnen plaats, schemerig verlicht door een groote lantaarn. Bedenk dan den toestand van al die verdrevenen en welke gedachten hen door het hoofd moeten gaan. Al die mili taire gestalten, ondanks de koude met ont- bloote hoofden en daartusschen vijf dames in witte japonnetjes. Wie zou er niet onder de indruk komen van het oogenblik?' zo schrijft de Leeuwarder Courant. Afscheid van de Belgen Eind 1914 besluit de Nederlandse rege ring om, naast het al bestaande kamp Gaasterland, nog een drietal permanente interneringskampen voor de Belgische militairen te bouwen in Harderwijk, Zeist en Oldebroek. De kazernes moeten weer vrijkomen voor nieuwe lichtingen Neder landse militairen. De Belgen uit Leeuwar den zijn voorbestemd om naar Oldebroek te worden verplaatst. Ze hebben er weinig zin in. Er worden meerdere verzoekschrif ten geschreven aan de regering om in Leeuwarden te mogen blijven. Daarmee weten ze hun vertrek nog enige tijd uit te stellen, maar op 3 februari 1915 is het dan toch zover. De avond van 2 februari is er voor Belgische familieleden en inmiddels opgedane Leeuwarder vrienden de moge lijkheid uitgebreid afscheid te nemen. Blij zijn ze niet met hun vertrek, 'want men is hier zeer goed voor ons geweest', zo ver telt menige Belg. Ook de waardering voor de Nederlandse commandant, overste Ter Maat, en zijn mannen is groot. De over ste krijgt als blijk van dankbaarheid een geschilderd landschap en een foto van het muziekkorps van de Belgen aangeboden. Op 3 februari is het al vroeg reveille. Wis en haar kinderen worden voor de laatste keer in de gelegenheid gesteld van Pierre afscheid te nemen. Om half 9 wordt de eerste groep Belgen voor de kazerne opge steld om even later onder geleide van Nederlandse militairen naar het station af te marcheren. Het vertrek verloopt orde lijk, hoewel tevoren was gevreesd voor verzet tegen de verplaatsing naar Olde- broek. Dat verzet was verdwenen door de gemoedelijke woorden van een Belgische aalmoezenier. Tegen elf uur verlaat de trein het station en komt er een einde aan deze bijzondere periode in de Leeuwarder geschiedenis. Vertrek burgervluchtelingen Op dat moment zijn ook veel van de bur gervluchtelingen weer vertrokken. De Leeuwarder burgemeester Patijn kan een zekere dadendrang in dit proces van terugkeer niet worden ontzegd. Al een week na de aankomst van de vluchtelin gen laat hij per advertentie weten dat het veilig is om naar België terug te keren. Op 3 november verblijven er nog 552 in Leeuwarden. Begin 1915 zijn er nog onge veer 150. De regering besluit om hen die blijven en niet in eigen levensonderhoud kunnen voorzien, onder te brengen in een aantal speciaal gebouwde vluchtoorden in Nunspeet, Ede en Uden. Ze krijgen de kans: of terug naar België of in een vlucht oord. Patijn schrijft in zijn aantekeningen3 over deze periode: 'Was de ontvangst der Belgen boven verwachting goed gegaan, het verdere verblijf heeft veel administra tieve ellende gebaard. Bovendien deed zich meer en meer het bezwaar voelen dat de Belgen werk zochten en vonden. Verschillende werkgevers maakten mis bruik van deze zich goedkoop aanbiedende werkkrachten. Ten spijt van alle medege voel en de wensch om by deze menschen geen onaangename indruk achter te laten heb ik daarom alles in het werk gezet om ze weg te krijgen. Op eenige achterblijvers na, is me dit na eenige maanden gelukt'. Zo blijft een handjevol Belgen uiteinde lijk in Leeuwarden. Onder hen het gezin Matheus, hoewel vader inmiddels op afstand in het interneringskamp in Olde- broek zit. Maar in april 1915 wordt hun situatie nog beter. Generaal Onnen, belast met de zorg voor de geïnterneerde militai ren, besluit dat de militairen buiten de kampen betaalde arbeid mogen verrichten. Voorkeur daarbij hebben zij die een gezin hebben en een vak hebben geleerd. Pierre valt zodoende in de prijzen. Hij vindt een baan bij de machinefabriek Statema, de latere machinefabriek Friesland aan het Zuidvliet, tegenover het Oranjewaltje. In Leeuwarden wordt ook een interne- ringsgroep opgericht. Hier mogen geïnter neerde militairen onder een lichte vorm van bewaking buiten de interneringskam- pen verblijven. En enige tijd later mag Pierre zelfs weer thuis wonen. Zo is het gezin herenigd en leiden ze een betrek kelijk vredig bestaan in Leeuwarden, ter wijl België zucht onder de Duitse bezet ting. Zoontje Frangois gaat naar school en volgt vioollessen. Vader, moeder en dochter hebben werk. Deze situatie duurt tot het moment dat op 11 november 1918 de wapenstilstand tussen de oorlogvoe rende naties wordt getekend. Zodra het mogelijk is gaat Wis voor een eerste ver kenning terug naar Leuven. Op 3 januari 1919 keert het gezin definitief terug naar de zwaar getroffen stad. Blijvende contacten Terwijl het schriftelijk contact blijft, duurt het 30 jaar, tot de zomer van 1948, voor de familie Matheus opnieuw, maar nu onder heel andere omstandigheden, terug keert naar Leeuwarden. Jacob Antonisse en Pierre Matheus zijn dan al overleden. Maar het weerzien van beide families is hartverwarmend. Vanaf dat jaar komen beide families regelmatig bij elkaar op bezoek, in Leuven of in Leeuwarden. Een relatie die, nu in de vijfde generatie, inmiddels 100 jaar bestaat. 1 Henk Antonisse is kleinzoon van Jacob en Anna, die in november 1914 de zorg voor het gezin Mat heus op zich nemen. Kees Bangma doet onderzoek naar personen uit en gebeurtenissen in Fryslan die een relatie heb ben met de Eerste Wereldoorlog zoals mobilisatie, opvang van vluchtelingen, geïnterneerde militai ren en distributie. Hij komt graag via cbangma@hotmail.com in kontakt met mensen die hierover dagboeken, foto's of andere informatie in welke vorm dan ook hebben. Voor uitgebreide informatie over de opvang van vluchtelingen en buitenlandse militairen tijdens de Eerste Wereldoorlog zie E. de Rood, Oorlogsgas ten, Zaltbommel 2000 2 Zie http://www.wereldoorlog1418.nl/dagboeken- trui/dagboek-augustus-december-1914.html 3 zie http://www.gemeentearchief.nl/html/nl/550/ Dagboek_J.A.N._Patijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2014 | | pagina 22