De leden van de Leeuwarder orgelmakersfamilie Van
Dam en hun laatste rustplaatsen
LiC0Vac^t^i»2
21
Ad Fahner Leeuwarden heeft in de orgelwereld een bekende klank. Niet alleen vanwege de instru
menten die nog in de stad te vinden zijn, maar ook vanwege het feit dat er in de hoofd
stad van Fryslan veel orgels zijn vervaardigd. Alleen al in de 19e eeuw waren hier vier
orgelmakerijen tegelijk werkzaam: Van Dam, Hardorff, Adema en Bakker Timmenga.
De orgelmakers Van Dam zijn hier in vier generaties werkzaam geweest van 1779-1927.
Lambertus van Dam (1744-1820) was
afkomstig uit Appingedam in de provin
cie Groningen en vestigde zich in 1779 in
de stad Leeuwarden, waar hij een huis
kocht op de Grachtswal, letter L, nummer
8 (thans Zuidergrachtswal 19). Het grote
pand werd later in tweeën bewoond met
als huisnummers 8 en 8A. Tot 1917 is
de orgelmakerij op dit adres gevestigd
Het graf van Luitje Jacob van Dam I op de
Algemene Begraafplaats aan de Spanjaards
laan
Foto: Ad Fahner
geweest, waarna een verhuizing naar
Eewal 69 heeft plaatsgevonden. Toen in
1803 Hillegien van der Werf, de echtge
note van Lambertus, stierf werd zij begra
ven op één van de twee begraafplaatsen
die de stad Leeuwarden rijk was, het Olde-
hoofsterkerkhof. De andere begraafplaats
lag ten westen en zuiden van de Jacobij-
nerkerk, het Jacobijnerkerkhof. Op 23
januari 1820 overleed na 'een toenemende
bezetting op de borst' Lambertus en werd
bij zijn echtgenote op het Oldehoofster-
kerkhof begraven. Deze begraafplaats is
in 1833 gesloten, nadat het stadsbestuur
vlak buiten de stad een nieuwe begraaf
plaats had laten aanleggen, de Algemene
Begraafplaats aan de Spanjaardslaan. In
1933, precies honderd jaar na de sluiting,
werd het Oldehoofsterkerkhof met keien
bevloerd en veranderd in een bodenterrein
en toen in 2006 op deze plaats een onder
grondse parkeergarage geopend werd,
herinnerde niet veel meer aan de oude
bestemming. Het is niet bekend waar de
graven van Lambertus en Hillegien zich
bevinden.
De orgelmakerij werd voortgezet door
twee zoons van Lambertus, de broers
Luitje Jacob (1783-1846) en Jacob (1787
1839). In april 1839 overleed Jacob in het
orgelmakershuis te Leeuwarden. Hij was
even thuis van zijn werk in Rotterdam.
Hier hadden de gebroeders Van Dam een
werkplaats ingericht voor de bouw van de
orgels in de roomskatholieke Sint Lauren-
tiuskerk en de Sint Dominicuskerk. Jacob
van Dam had hier de leiding. Hij werd
begraven op de Algemene Begraafplaats
op afdeling 4, regel 13, nummer 21. Zijn
weduwe Maria Uiterdijk stierf in 1860 in
het Popta Gasthuis te Marssum en werd
bij haar man in Leeuwarden begraven.
In dit graf werden later ook nog, in 1860,
zuster Catharina Schiere-van Dam en
schoonzoon Dirk Bouma Nieuwenhuis bij
gezet. Zijn naam staat nu op de grafsteen.
Luitje Jacob van Dam (1783-1846)
leidde het bedrijf verder onder de naam
van L. v. Dam Zonen. Die zonen waren
Lambertus II, Pieter en Jacob II. Tijdens
de klankafwerking van het orgel in de
Westerkerk stierf Luitje Jacob. Onder
leiding van Lambertus II werd het fraaie
instrument voltooid. Luitje Jacob is begra
ven naast zijn broer Jacob op afdeling 4,
regel 13, nummer 20. Vermoedelijk zijn
Portret van Lambertus van Dam II
Collectie Fries Museum