LiC0Vac^t^i»2 25 Oude bakkersoven, eind 19e eeuw, in een van de Leeuwarder bakkerijen De elementen die in het bakkersbedrijf bepalend waren voor de werkomstan digheden rond 1900, in hun onderlinge samenhang, zijn volgens het verslag: arbeidsduur en nachtarbeid, aard van het werk, veiligheid en gezondheid, inwoning en beloning. Honderd uur per week voor een vers kadetje Leeuwarden kende in de negentiende en in het begin van de twintigste eeuw eigen lijk alleen kleinbedrijven met voor de bak kersgezellen zeer lange werktijden. Bij het ontstaan van de broodfabrieken liep die duur langzamerhand terug, iets wat pas na ongeveer 1910 ook gebeurde bij het kleinbedrijf. Tot die tijd was een werkdag van zestien uur en meer geen uitzonde ring. Om dit voor Leeuwarden te illustre ren: gemiddeld werd er in 1870 in onze stad 97 tot 100 uur per week gewerkt met als gunstige uitzondering de coöperatieve bakkerij met tachtig uur. In 1890 krijgen we een duidelijker beeld uit de eerder genoemde staatsenquête: bij broodfabriek De Hoop 76 uur, bij Hoegen 103 tot 105 uur en bij J. Swildens 116 XA uur, die daar mee ongunstig afsteekt tegen bijvoorbeeld Meinsma met 96 uur en H. Bakker met 98 uur. Het kleinbedrijf met de geringste arbeidsduur was L. Dijkstra met 77 uur. Vanaf 1890 werd de Nederlandse Bak kersgezellen Bond actief en werden er landelijk, maar aanvankelijk niet in onze stad, ter verkorting van de arbeidsduur korte stakingen en andere acties gevoerd. In 1894 werd een arbeidsduur van 78 uur geëist en ingewilligd, maar zonder veel resultaat. In 1900 staakten de gezellen in vooral Amsterdam en Den Haag, voor een werkdag van elf uur. In Leeuwarden was in 1900 nog steeds sprake van gemiddeld 97 uur per week. Pas na 1905 was er een verbetering te constateren; de zeer lange werkweken van meer dan 100 uur waren aan het verdwijnen. Het zal duidelijk zijn dat er bij derge lijke lange werkweken en -dagen sprake was van nachtarbeid; het was eind negen tiende en begin twintigste eeuw voor de gezellen en hun bond de belangrijkste kwestie. Economen noemen drie noodza kelijke redenen voor nachtarbeid: seizoen arbeid, technische redenen bij continube drijven en overwerk in tijden van extra drukte. Het bakkersbedrijf valt in geen van de drie. Hier werd voornamelijk ter wille van het verse kadetje of het verse brood 's nachts gebakken. In combina tie met de lange werkweek, de aard van het werk en de lage verdiensten was dit ruim honderd jaar geleden funest, omdat de bakkersknecht niet toe kwam aan vol doende nachtrust, zo belangrijk voor het menselijk lichaam; het constant werken in de nacht geeft een permanente stresssitu atie. Daarbij komt nog, dat er van rusten overdag niet veel terecht kwam in de kleine woningen waar geen mogelijkheid tot rustig slapen was. De gezellen hebben dan ook niets aan hun gezinsleven, zoals in de staatsenquête wordt geconcludeerd: 'Als er één bedrijf is dat er ongelukkig aan toe is, dan geldt het voor de lieden die ons dagelijks brood bereiden, want niet alleen dat zij een lange zware werkdag hebben, zij moeten hem des nachts besteden en daardoor hebben zij feitelijk geen leven. Alle geneeskundigen zijn overtuigd van het nadelige van dien arbeid. Ziet ook hoe slecht de bakkers er uitzien. Huiselijk leven kent hij niet, mag hij niet kennen. Tegelplateau dat was weggewerkt achter gipsplaten in de bakkerij van Dijkstra aan de Wirdumerdijk Zijn kinderen ziet hij schier niet en van gezellig samenzijn met zijn vrouw kan geen sprake zijn.' Te moe om in verzet te komen Het werk was eentonig en zwaar met lange werkdagen waarop bakkersgezellen voortdurend staande bezig waren, soms zestien uur achtereen. De gevolgen waren dan ook navenant; het lichaam beefde van overspannen vermoeidheid, de voeten werden dik en er vielen gaten in. Berucht waren de zogenaamde bakkersbenen die door het voortdurend staan vergroeiingen kregen in de vorm van X-benen. De staatsenquête liet een gezel de werk zaamheden beschrijven: 'men begint 's avonds om acht uur en bakt er tot 's mor gens zes uur/half zeven brood. Daarna is de beschuit- en roggebroodbakkerij aan de orde. Na zes uur begint men het brood in te laden en dan wordt het rondgebracht. Zij die nu vroeg met lopen klaar zijn, bij voorbeeld om negen of tien uur, gaan weer

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2014 | | pagina 27