Zij turn DJ/r ntrttt iesénH LiC0Vac^t^i»2 37 /viV/f7,i /ajta I /fid tiJi /th'tictt Z)irk f '(>rHi'/i Zllfi/rf! 'tnvtr/iaj^ C '0MÏ /ia I)tH(/ /{tt/a.u ip ari n f r/ Zna/m,<nn/ ie t icZtifif sm in riet Z (ttt/en/fti'ett ir'\mZ tri f/ .tïtlWrtrttJc /it'tsiZttirt in ri'rt i //f a i i'/ t/itM /it'wci ir in nog een levend aandenken aan de state is overgebleven. Ik heb een foto van de boom gemaakt, die ik u hierbij doe toekomen. Het leek mij aardig u van een en ander op de hoogte te stellen om daarmee een bijdrage te leveren aan de geschiedenis van de state. G. de Vries, Goutum Abbingastate 3 Een naijlend berichtje over Abbingastate Huizum in Leovardia 43. Het was niet de enige. Zeker de gelijknamige state bij Kollum en met enig voorbehoud ook de ^bingastates bij Hijum en Blija waren in bezit van dezelfde grote familie met wor tels diep in de Middeleeuwen. De Huizumer dominee Harmannus Wesselius heeft in zijn dorpsgeschiedenis uit 1803 en passant aandacht besteed aan de state en aan een beroemde gast. Wes- selius was een verdienstelijk dominee van Huizum en een onversneden Friese nati onalist, zoals je die tegenwoordig zelden meer tegenkomt. Hij had een gloeiende hekel aan Hollanders en een diepe grief tegen de Bataefsche Republiek van 1798, die Friesland zijn souvereiniteit had ontnomen. Zulks in stilte, want het was bezettingstijd. Daarnaast is hij ook de enige ons bekend, die wel eens over de vloer kwam bij zijn prinsgezinde geestverwanten op Abbingastate: 'Thans in 1803 behoort dezelve aan de familie van Sloterdijck en wordt bewoond door de Heer mr. I.F. (Jacob Frederick) van Sloterdijck en des- zelfs zuster I.C. (Iskjen Catalina) van Slo terdijck'. En verder: 'Abbingastate is voorheen bewoond door den heer Abraham van Schurman. Diens naamtekening vindt men als Heerschap en Kerkvoogd dikwijls in de 17e Eeuw en in 1645 reeds onder de Diakonierekening (van Huizum, S.C.). Hij was een bloedverwant (de broer, S.C.) van de beroemde Jonkvrouw Anna Maria van Schurman. De door elkander gevloch- tene voorletters van haar naam leest men nog (1803) op de glazen en in het midden der zoldering van de Kelderskamer van Abbinga State, welke zij dikwijls met hare tegenwoordigheid vereerde'. Sjoerd Cuperus, Leeuwarden Detail van een monsterlijst uit 1752. Leeuwarder matroos vaart mee met de VOC In het maritiem museum van Texel wordt veel aandacht besteed aan de Verenigde Oost-Indische Compagnie, die de rede van Texel voor de afvaart van schepen als De Batavia had. In een van de vertrekken zag ik de lijst van bemanningleden, die in 1752 vertrokken met De Drie Papegaaien. Ik kon niet nalaten om even te kijken of er ook een Leeuwarden had aangemonsterd en ja, raak. Jacob Cornelisz van Leeu waarde, van wie verdere gegevens in het HCL ontbreken, omdat die naam veelvul dig voorkwam, had dienst genomen als 'bosschieter', een matroos die helpt bij het afschieten van een kanon. Aan boord bevonden zich 195 zeevaarders, 153 sol daten, 13 ambachtslieden voor het onder houd en 4 passagiers. De Drie Papegaaien (1150 ton) was dat jaar net gereed gekomen in Amsterdam en voer onder kapitein Bastiaan Verdoes op 3 oktober 1752 uit, vanaf de rede van Texel met als bestemming Batavia. De eerste tussenhaven was Portsmouth met een verblijf van 12 dagen, gevolgd door Sao Tiago op de Kaapverdische eilanden. Als gewoonlijk voeren ze langs Kaap de Goede Hoop, waarna ze uiteindelijk op 14 juni 1753 Batavia bereikten. Pas in de loop van 1755 wordt zijn con tract in Spaanderswoud ontbonden. Deze reis is beschreven door Roelof van Gelder in zijn boek Naporra's omweg, Het leven van een VOC-Matroos 1731-1793) 2003 uitgever Atlas. Het staat te ver ver wijderd van de geschiedenis van Leeu- warden om er hier verder op in te gaan, maar voor de liefhebbers is dit boek zeer lezenswaardig. Paul Bron, Leeuwarden Wie weet meer? Vrij snel na de bevrijding van Leeuwar den kwam een aantal kinderen/jongeren om het leven als gevolg van onzorgvuldig heid met wapens en munitie. Twee jonge jongens, Jan Romkema en Anne Buwalda verongelukten bij het demonteren van een granaat die ze uit een Duitse bus hadden gehaald, die in de buurt van garage Statema in de Wybrand de Geeststraat stond. Elfrieda Kramer en Bernardus van Wieren werden per ongeluk doodgescho ten toen onverwachts de stengun van een NBS'er afging op de Amelandspijp. In zijn boek Laarzen op de Lange Pijp noemt Ype Schaaf nog een tragisch gebeu ren, toen een Duitse bus in de Trans- vaalstraat ontplofte, waarbij enkele kin deren om het leven kwamen. Namen en details van dit laatste ongeval noemt hij niet. Zijn er lezers die aanvullende informa tie kunnen verstrekken over deze verdrie tige gebeurtenissen, dan zie ik dat graag tegemoet, via de redactie van dit tijd schrift. Paul Bron, Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2014 | | pagina 39