LiC0Vac^t^i»2 2 - fjCvyt- - JTSiljt ÏTVJ Clin C&t IC - ftt/ - De korte zijde van de sarcofaag aan het hoo'fdeinde Collectie Rijksmuseum Amsterdam na zijn overlijden in 1620 een monu ment tegen de noordmuur van het koor geplaatst naar ontwerp van Pieter Hen- drickz de Keyser uit Amsterdam. Voor de volgende stadhouders van Friesland, hun echtgenoten en jong gestorven kinderen, die ook in de grafkelder ter ruste werden gelegd, kwamen er in het koor eretekenen in de vorm van rouwborden met wapens en opschriften en verder vaandels en dra- perieën. Dat alles werd vernield in 1795. De grafkelder werd met een luik afgedekt en niets herinnerde meer aan de historie van het koor als mausoleum. Pas in 1842 werd de grafkelder hersteld, opgeruimd en weer afgedicht in opdracht van de koningen Willem I en II. Eerst in 1948 kwam het tot een waardige herin richting van het koor als mausoleum van de Friese Nassaus. In de vermelde litera tuur staat alles uitgebreid beschreven. Een pronksarcofaag Er zijn na zoveel geschiedschrijving toch nog redenen op de stadhouderlijke graf ruimten terug te komen, omdat er belang rijke afbeeldingen ontdekt zijn van een pronksarcofaag voor stadhouder Hen drik Casimir II. Het betreft drie gravu res, waarvan er naar hun aard meerdere exemplaren zullen zijn afgedrukt. De tot nu toe enig bekende exemplaren bevin den zich in het Rijksmuseum (nrs. RP-P- 1879-A-2914, 1915 en 29160). Dankzij de gedigitaliseerde collectieregistratie zijn ze op de website van het museum te vinden. De bladen meten 205 x 340 mm., 187 x 159 mm., en 208 x 170 mm. De drie gravures zijn rechtsonder gesigneerd: 'P. Aeneae Fecit' (heeft mij gemaakt). De signatuur is die van Petrus Aeneae, die bekend staat als portretschil der en graveur. Hij werd omstreeks 1650 geboren, mogelijk in Franeker en overleed na 1717. Toen hij in 1717 in Leeuwarden trouwde, werd hij 'kunstschilder te Frane- ker' genoemd2. De sarcofaag, die hij uitbeeldde, wordt door Johannes Bosch genoemd als een 'zeer Groote Pragtige Plat Verhevene tinnen Kist'.3 De lange zijde van de sarcofaag Een van de gravures geeft een beeld van de lange zijde van de sarcofaag. De sarcofaag steunt op leeuwtjes met de wapenschilden van gebieden die Hendrik Casimir II toe behoorden (van links naar rechts): Spie- gelberg, Dietz, Vianden, Katzendorf en Nassau. Op de sarcofaag zelf zijn boven een rand met acanthusbladwerk allerlei krijgsattributen te zien. De overgang naar het deksel wordt gevormd door slingers, die lijken opgehangen te zijn aan strikken, twee doodshoofden en in het midden een medusakop. De doodshoofden zijn gevleu-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2014 | | pagina 4