#i9L^
9<? /barfzy- <?s*t #0&p* Pe\ ^T 9e jm$k.
#t aïiïn Éyy*°' wf.
- s -p^~
,\X;
Leovaë^t.
9
9
y
tiki
Aangifte, nan overlijden van Felipe Baron de Bastrop in de stad Santiago del Saltillo
Antonio, waar hij zich een trouw onder
daan betoonde die heftig ageerde tegen de
verkoop van Louisiana aan de Verenigde
Staten. Langzaam maar zeker groeide zijn
invloed binnen de burgerij en de lokale
autoriteiten. In 1810 werd hij benoemd
tot tweede 'alcalde' of burgemeester van
de 'ayuntamiento' in Bexar, de gemeente
waarvan San Antonio de hoofdplaats was.
Rond deze tijd stuiten we ook in Neder
land op een levensteken van 'de Baron'.
In de Nederlandsche Staatscourant van
9 maart 1822 wordt in de rubriek Buiten-
landsche Berigten melding gemaakt van
een 'afschrift van een brief van den baron
de Bastrop' wonende in San Antonio, aan
een zekere heer Natchitoches, gedateerd
27 november 1821, waarin hij de verwach
ting uitspreekt dat het volk, naar het zich
laat aanzien, waarschijnlijk spoedig de
onafhankelijkheid zal uitroepen.
In 1820 had Felipe Enrique een ont
moeting met Moses Austin, wiens ver
zoek om Anglo-Amerikaanse kolonisten
naar Texas te brengen kort daarvoor was
afgeketst. Felipe Enrique had kennis
gemaakt met Moses Austin toen zij jaren
eerder tezamen gastvrijheid genoten in
een zogenaamde 'roadhousc' in wat toen
nog Spaans Missouri was, 20 jaar voor
dat deze naar Texas kwam. Neri wendde
zijn invloed bij gouverneur Antonio Maria
Martinez aan om ten gunste van Moses
Austin diens verzoek om toestemming
voor vestiging van kolonisten te herover
wegen, hetgeen in positieve zin werd geho
noreerd. Later, na Moses' overlijden, trad
Felipe Enrique op als intermediair bij
de Mexicaanse regering voor diens zoon
Stephen F. Austin, om subsidies in de
wacht te slepen om Anglo-Amerikaanse
kolonisten Texas binnen te loodsen. Deze
eerste kolonisten zouden later de geschie
denis ingaan als 'the Old Three Hundred'.
In 1823 werd Neri door Luciano Garcia
benoemd tot Commissaris voor Kolonisa
tie in de door Stephen F. Austin nieuw
gestichte kolonie. Datzelfde jaar, op 24
september, werd hij door de kolonisten
gekozen in de provinciale afvaardiging te
Bexar, die hem op hun beurt in 1824 tot
representant van de wetgevende macht
(wethouder) verkozen van Coahuila y
Tejas. Tot aan zijn dood op 23 februari
1827 vervulde hij het wethouderschap. Tij
dens zijn ambtstermijn als vertegenwoor
diger van Texas in de hoofdstad Santiago
del Saltillo, maakte Neri zich sterk voor
een gunstige wetgeving om het belang
van immigratie in het algemeen en de
belangen van de kolonisten in het bijzon
der te dienen. Hij zorgde er onder andere
voor dat de Kolonisatiewet van 1825 werd
aangenomen. Daarnaast droeg hij bij aan
de invoering van een wet waarbij de ves
tiging van een haven in Galveston werd
geregeld. Zijn salaris werd volgens het
Mexicaanse systeem betaald door bijdra
gen van zijn kiezers. De bijdragen hiel
den niet bepaald over. Toen hij stierf,
bleek hij niet genoeg geld voor zijn eigen
begrafenis te hebben nagelaten, zodat zijn
medewethouders vrijwillig een bijdrage
betaalden om Juan Antonio Padilla scha
deloos te stellen voor de kosten van de
begrafenis. Hij werd begraven in Santiago
del Saltillo. Zelfs in zijn testament bleef
Neri onverzettelijk vasthouden aan zijn
adellijke afkomst en noemde zijn ouders
Conrado Lorenzo Neri, Baron de Bastrop,
en Susanna Maria Bray Banguin. In zijn
laatste wilsbeschikking liet Neri land na
aan zijn vrouw en kinderen in Nederland.
Hij was dus onkundig van het feit dat zijn
vrouw hem reeds 11 jaar eer der in de dood
was voorgegaan. Pas ruim een eeuw later
zou 'de Baron' dus worden ontmaskerd.
Ondanks zijn dubieuze voorgeschiede
nis bestaat zijn nagedachtenis in het feit,
dat hij een zeer belangrijk en invloedrijk
persoon is geweest waar het de koloni
satie van Texas betreft. Zonder hem zou
Texas waarschijnlijk nooit zijn bevolkt
door Anglo-Amerikaanse kolonisten. Ter
ere van 'de Baron' zijn een drietal plaatsen
naar hem vernoemd: de plaats Bastrop in
t?r
V
».9-
^*»v. x-f
14L>.