■■Ml
Leovor^t-A.
de staat Texas, de plaats Bastrop in buur
staat Louisiana en een baai in de Golf van
Mexico.
In Bastrop, Texas is in 1936 een herin
neringsmonument voor Felipe Enrique
Neri opgericht waarvan de tekst op de pla
quette luidt: 'Erected in recognition of the
distinguished service to Texas of Felipe
Henrique Neri, Baron de Bastrop, 1770
1829 (sic!). Pioneer, Red River empresario,
Land commissioner of Texas. Through his
aid, Moses Austin secured from the Spa
nish Government in 1821, the first con
tract for the Anglo-American colonization
of Texas. In his honor, the name of this
town and that of this county, a part of
Austin's 1821 grant, known as the muni
cipality of Mina in 1834 and the county of
Mina after March 17, 1836, has changed
on Dec.emher 18,1837 to Bastrop. Let this
name bring to mind the friend and advo
cate of the pioneer in a foreign land. Erec
ted by the State of Texas, 1936.'
Wat, als
Wat zou er zijn gebeurd indien Philip Hen
drik Nering Bögel er niet in was geslaagd
om het land te ontvluchten en voortijdig in
de kraag zou zijn gevat en overgedragen
aan de Friese autoriteiten? In een bijdrage
van Harman A. Diederiks in A tort et d
travers (1988), getiteld Ambtsmisdrijven
tijdens de achttiende eeuw, worden een
aantal strafzaken tegen 'ambtenaren' in
de Republiek geanalyseerd. I)e conclusie
in dit artikel luidt, dat er een concentra
tie was van veroordelingen van ambtena
ren na 1775. Verduisterende ambtenaren
vinden we vooral na 1795. Zo werd in 1796
in Zierikzee een collecteur van de gemene
middelen bij verstek verbannen wegens
verduistering van belastingpenningen en
stond in 1798 Hendrik Wint, werkzaam
op het comptoir-generaal van de belas
tingdienst, wegens fraude voor het Hof
terecht. Hij werd veroordeeld om op het
schavot de onterende straf te ondergaan
van het zwaaien van het zwaard boven
zijn hoofd. Bovendien werd hij uit Hol
land, Zeeland en Utrecht verbannen.
Een ambtenaar werkzaam bij de belas
tingdienst in Delft had 20.000 gulden ver
duisterd. Hij werd in 1798 voor zes jaar
verbannen en ongeschikt verklaard om
een ambt uit te oefenen. Adriaan van der
Jagt, lid van het provinciaal bestuur en
van de nationale vergadering, werd in
1801 beschuldigd van misbruik in 1797
1798 van financiële voorkennis. Het Hof
ontzegde de procureur-generaal echter
zijn eis. De secretaris en pondgaarder te
Waterland verduisterde de door hem ver
gaarde gelden. In 1802 stond hij daar
voor voor de schepenbank van Waterland
terecht. Een belastingambtenaar in Rot
terdam werd bij verstek verbannen, een
rentmeester van de gemene middelen op
het platteland van Schouwen-Duiveland
werd door de rechtbank van Zierikzee
wegens verduistering 'eerloos' verklaard,
terwijl het Hof van Holland in 1800, 1804
en 1809 klerken bij de afdeling financiën
wegens verduistering tot diverse straffen
veroordeelde. Deze varieerden van eeu
wige verbanning in geval van voortvluch
tigheid van sommige delinquenten tot
zware geseling met de strop om de hals en
brandmerking voor anderen. Een assessor
bij het hoogheemraadschap Amstelland
werd wegens wisselruiterij (geknoei met
waardepapieren) door het Hof van Hol
land bij verstek voor eeuwig verbannen in
1811.
In het algemeen kan worden gesteld dat
fraude, gepleegd door een ambtenaar, niet
werd aangemerkt als een halsmisdrijf, dit
in tegenstelling tot valsemunterij. Philip
Hendrik Nering Bögel zou in geval van
gevangenneming hoogstwaarschijnlijk
zijn overgebracht naar het gedemolieerde
Blokhuis in afwachting van zijn berech
ting door het Hof van Friesland. Ver
moedelijk zou hij daarna eerloos zijn ver
klaard en had hij mogelijk een onterende
straf, zoals het zwaaien met het zwaard
boven het hoofd, al dan niet met de strop
om de hals, moeten ondergaan. Mogelijk
zou hij daarna ten eeuwige dage uit Fries
land zijn verbannen.
Rest nog de vraag, hoe Philip Hen
drik er ooit in is geslaagd om in één keer
ƒ250.000,- in klinkende munt het land uit
te smokkelen in een tijd dat papiergeld
nog niet bestond. Het eerste door de Staat
der Nederlanden uitgegeven bankbiljet -
het Roodborstje - werd pas in 1814 door
Joh. Enschedé en Zonen gedrukt. Daar
vóór waren door de Franse overheersers
reeds zogenaamde 'assignaten' geïntro
duceerd, waardepapieren om het giganti
sche Napoleontische leger te financieren.
Echter in 1793 waren deze middelen in
onze contreien nog volstrekt onbekend.
Dus, wie het weet, mag het zeggen.
Bastrop memorial in Bastrop, Texas
10